Holten is van
oudsher een agrarisch dorp. Daarom heeft het niet z’n oude posthistorie als
sommige handels of universiteitssteden.Vanuit deze
steden vond altijd al postverkeer plaats. Dat wil niet zeggen, dat er in het
geheel niets op postgebied was; integendeel Holten heeft altijd gelegen aan de
belangrijkste route van Holland naar Pruissen.
De weg
Amsterdam – Berlijn liep door ons dorp. Deze weg liep niet op het huidige
tracé, de weg richting Deventer liep via de oude Deventerweg
naar de Rinkelaar in Dijkerhoek en dan richting Bathmen.
De weg richting Goor ging over de Borkeld . Vandaar
de nu nog bestaande Postweg.
Dit waren
eigenlijk “Hessenwegen” (Wegen die Duitse marskramers en kooplieden
gebruikten).
In 1823 is de
weg Amsterdam – Berlijn als eerste rijksweg in Nederland verhard met klinkers.
Vanaf die
tijd valt het tracé samen met de oude E8. Voordat de weg verhard was moesten de
postpaarden de tweewielige postkarren over de zandwegen trekken. De paarden
hadden er in het najaar, als de
zandwegen in ware modderpoelen veranderden een heel karwei aan. Twee maal per
dag moest het traject Deventer – Goor in een bepaalde tijdsduur afgelegd
worden. Dit kon zelfs een postpaard niet volhouden (gezegde werken als een
postpaard), en daarom werd in Holten van paard gewisseld, Dit vond plaats bij de herberg de “Oude Denneboom” (zie tekening).Deze stond ongeveer op de plaats waar nu het
kruispunt Gaardenstraat – Dorpsstraat is bij Palazzo
Oost Architectuur & Bouwmanagement. Aan de overkant van de weg, waar nu de toegangsweg naar het tunneltje is,
stond de schuur waar tevens de paardenstallen waren. De postkar kon hier in de
lengte doorheen rijden en de post met de
mee rijzende passagiers (hoog uit 2 ) konden droog in- en uitstappen.
Tevens was in
de “oude Denneboom
“ het Gemeentebestuur van Holten en Bathmen
gevestigd. Daarom kon in 1827 een zekere
Jan Vincent de functie van “postmeester”
met die van gemeentesecretaris verenigen.
In deze tijd was J. Pakkert burgemeester van
Holten en Bathmen. Waarschijnlijk heeft Jan
Vincent de functie van postmeester in
1834 , toen hij ook burgemeester werd overgedaan aan zijn zoon ook een J. Vincent.
Er werd
steeds voor een termijn van 5 jaar een contract, voor het verzorgen, “ der depêches der koninklijke Nederlandsche Brieven
– posterij op het
Entrepot te Holten “ afgesloten,
z’n contract ondertekend op 10 en 15 maart 1843 is nog aanwezig in het
postmuseum in Den Haag. In z’n contract
werden de werkzaamheden van de postmeester geregeld en tevens de vergoeding
vastgelegd.
Deze bedroeg
in 1843 fl. 75,= per jaar. In 1844 bij het overlijden van J. Vincent sr. Werd
zijn zoon secretaris en burgemeester.
Tot 1863 is hij tevens postmeester geweest. In deze tijd werden de tweewielige postkaren
(zie postzegel Nederland 1943 Dag v. d. Postzegel) vervangen door de
vierwielige diligences. Deze postrijtuigen konden naast de post ook nog 6
personen meenemen .
De post
van- en naar Raalte (richting Zwolle)
werd verzorgd door een voetbode. Deze vertrok
’s avonds om 9 uur naar Raalte en was dan de andere morgen weer
terug in Holten. De laatste voetbode die dit kranige staaltje
jaar in jaar uit verrichte was Mulder;
Deze persoon was in Holten beter bekent Booden Gertjan. Hij woonde
in een boerderijtje aan de Smidsstraat.
Nog steeds
was de “oude Denneboom ” verversing plaats voor mens
en dier, maar weldra zou daar verandering in komen, er werd een spoorweg aangelegd, die geëxploiteerd werd door de Nederlandsche locaalspoorwegmaatschapmij
Willem II
Deze werd in
1888 geopend en toen was het met de diligence afgelopen. De laatste diligence
die er reed was die van postiljon Meijerman.
Zoals
geschreven bleef J Vincent tot 1863 postmeester. Hij werd opgevolgd door Egbert
Dikkers.
Deze was
bakker en caféhouder en werd nu ook nog brievengaarder. Dikkers woonde in
een soort boerderij waar nu Supermarkt Dikkers C100 staat.
In het boekje
“ Holten in oude ansichten “ staat de woning nog afgebeeld. Egbert
Dikkers ging ook graag op jacht, vandaar dat zijn zoon Hendrikus eigenlijk het
postkantoortje beheerde. Deze is in 1883,
als 20 jarige man, dan ook officieel opvolger van zijn vader als
brievengaarder geworden. In 1888 werd de al eerder genoemde spoorweg
geopend. Drie maal per dag moest nu
de post naar en van het stationnetje
vervoerd worden. Dit gebeurde met de
kruiwagen. De aankomende post was nu ook
alleen voor de plaatselijke bestemming. Holten was ook wat groter geworden en
er waren nu zelfs al bewoners die een krant per post kregen toegestuurd.
Hendrikus Dikkers heeft ook wat voor de post op
moeten geven n.l. zij café. Er kwam een
afkondiging dat een café en postkantoor niet meer onder een en het zelfde dak
gevestigd mochten zijn. Om de verleiding
tot het gebruiken van sterke drank voor
sommige mensen niet groter te maken moest het café gesloten worden.
In 1912 waren
in holten 4 postbodes die de aankomende post bezorgden. Dit waren Jan Maneschijn, Mans v.d. Bos en
Hendrik Bosschers met als hulp besteller Hendrik Oolbekkink. Vrij spoedig hierna kwam ook Herman Bosman erbij . Het waren allemaal loopdiensten ook in de
buurtschappen, zodat het veelal laat in
de middag was als de post rondgebracht was. Tot 1923 is Hendrikes
Dikkers “brievengaarder” gebleven. Veertig jaar heeft
hij deze functie bekleed. Bij zijn afscheid is hem door de Holtense bevolking en klok aangeboden. In dat jaar waren er als bestellers Jan
Maneschijn, Mans v.d. Bos, Hendrik Oolbekkink
en Herman Bosman (zie foto) Als op volger van Dikkers
kwam Assink. Assink was van geboorte Rijssenaar en
is in 1910 bij de post gekomen in Rijssen.
Hij heeft in Holten een huis laten bouwen aan de de
Dorpstraat en een gedeelte hiervan verhuurde hij aan de PTT als postkantoor. De eerste jaren heeft mevrouw Assink haar man wel geholpen op het kantoor , maar toen het
werk teveel werd kwam hierin ook verandering.
De
werkzaamheden bevatten niet alleen de eigenlijke postbehandelingen, maar ook kreeg Assink
de aangifte van het te slachten vee en daarmee de inning van de accijns
hierop, te verwerken. Ook werd de telefoon verbinding bij hem onder
gebracht. Dit gebeurde voordien in een huiske dat stond,
waar nu de “Abraham Berg hof “ gevestigd is en voor heen Garage
Stokkers.
Wijlen
mevrouw Janssen (Hammer) was de telefoon juffrouw .
In 1958 wordt
Assink gepensioneerd maar blijft nog twee jaar zijn
krachten geven aan de post. In
1960, als hij 50 jaar bij de post is
geweest neemt hij voorgoed afscheid. Jan Dekker, geboren in Nijverdal
, wordt zijn opvolger. Op 27 juni 1962
wordt het postkantoor aan de Gaardenstraat
in gebruik genomen. Dit is door
de gemeente Holten gebouwd en later aan de PTT verkocht. In 1976 waren
dagelijks 12 bestellers bezig met de post in Holten te bezorgen. In 2005 is dit
postkantoor gesloten en in 2007 afgebroken, hier mee kwam een einde aan een
zelfstandig postkantoor Holten.
Supermarkteigenaar
B. Wansink had al wel 15 jaar geleden het postkantoor
naar het centrum willen halen. Maar door ruimtegebrek in zijn eigen pand kwam
het er niet van. Op 14 juli 2005 opent
hij de deuren van het nieuwe postkantoor tegenover zijn pand aan de
Dorpsstraat.
Het
postkantoor heeft daarna veel rondgezworven van Boekhandel Heusinkveld
naar Foto ten Velde en wat er nog van over is staat nu bij Coop
van Leon Haanstra.
Dit
stuk is voor het grootste gedeelte geschreven door Herman Koopman, oud
voorzitter van de “Holtense Postzegelclub” ter
gelegenheid van het 10 jarig bestaan van de “Holtense
Postzegelvereniging HPC”