6.0 Intertekstuaiteit
6.1 Bezette Stad als draadwerk
Tekst betekent Weefsel ; maar terwijl men dit weefsel tot nu toe steeds als een produkt, als een kan en klare sluier heeft opgevat, waarachter zich meer of minder verborgen, de betekenis (de waarheid) bevindt, benadrukken wij nu in het weefsel de generatieve gedachte dat de tekst door een onophoudelijk maaswerk ontstaat en zichzelf bewerkt; in dit weefsel – deze textuur – verloren, lost het subject zich op, zoals een spin die zelf in de constructieve afscheidingen van haar web zou opgaan. Als wij een genoegen zouden beleven aan neologismen zouden we de teksttheorie kunnen definiëren als een hyphologie (hyphos is het weefsel in het spinneweb). (Barthes, 1986, p. 78)
Het weefsel van Bezette Stad is gesponnen uit draden van verschillende textuur en vormt een heterogeen netwerk van onder meer reclameteksten, filmcitaten en populaire liedjes. De eerste pagina van de proloog 'OPDRACHT aan Mijnheer Zoënzo' bijvoorbeeld, lijkt wel een collage van filmtitels en aanverwante citaten. Het blijkt echter niet eenvoudig om dit samenraapsel van aanhalingen te ontcijferen, want Van Ostaijen grijpt terug op speelfilms die volle zalen trokken in het Antwerpen van de jaren '10, maar tegenwoordig nauwelijks nog enige bekendheid genieten. Literatuurwetenschapper Jef Bogman geeft in De Stad als Tekst opheldering over de herkomst van vergeten filmtitels (en andere tekstfragmenten), waardoor ook de contemporaine lezer in staat wordt gesteld om de vele gedateerde verwijzingen in de bundel thuis te brengen. "Fantomas", "Zigomar" en "HET STALEN GEVANG" behoren tot het genre van de "romantische misdaadfilms", aldus Bogman, die in zijn studie van Bezette Stad een cinema-advertentie uit de Antwerpse krant De Nieuwe Gazet heeft opgenomen (Bogman, 1991, p. 43):
Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.