5.5 Tijd om te groeien

 

Dynamiek is het sleutelwoord met betrekking tot de poëzie in Bezette Stad en in de verschillende animaties heb ik geprobeerd om de dynamische werking van de ritmische typografie zichtbaar te maken. Daarbij is het meest opvallende verschijnsel misschien wel dat de geanimeerde uitdrukkingen altijd in een relatie met de tijd komen te staan. De woordbeelden ontwikkelen zich in het verloop van de animatie en hun onderlinge verhouding (de positie op het beeldscherm) is afhankelijk van de tijdsduur waarbinnen de veranderingen plaatsvinden. Dit is duidelijk waarneembaar binnen de digitale omgeving, maar speelt zich op een ander niveau eveneens af in de statische brontekst, waar immers dezelfde dynamiek werkzaam is. Op het papier manifesteert deze dynamiek zich in een latente vorm en fungeert ze als de onzichtbare katalysator van een autonoom 'groeiproces', dat erop is gericht om de inhoud van het gedicht voortdurend te veranderen.

 

In het essay met de aansprekende titel 'De lichte waanzin van het onmogelijke' geeft Thomas Vaessens uitleg over het dynamische potentieel van de poëzie in Bezette Stad. Vanwege het grote belang van deze verklaring voor de argumentatie van mijn stelling geef ik in het volgende de desbetreffende alinea nagenoeg onverkort weer:

 

De kwalificatie 'dynamiek' krijgt een nieuwe dimensie. Zij zegt niet alleen iets over de status van het kunstwerk (het is hyperactueel), maar heeft nu vooral betrekking op het gehanteerde formele dichterlijke procédé. Van Ostaijen schrijft bijvoorbeeld over 'deze techniek, die ik vroeger dynamisme noemde en die voor eigen heeft gaandeweg de inhoud van het gedicht te beïnvloeden door het formele'. [IV:262] Van Ostaijens ontstaanspoëtica koppelt de noties 'dynamisch' en 'groei'. Nadat de dichter een in het voltooide gedicht nauwelijks nog zichtbare aanzet heeft gegeven, groeit het gedicht volgens ándere wetten dan de logische van het verstand. In deze groei, beschreven vanuit het perspectief van de dichter, schuilt de dynamiek van het gedicht. De observatie, gedachte of beter nog: het woord dat de dichter als vertrekpunt neemt, raakt verwikkeld in een groeiproces dat door de onafhankelijke wetten van de poëtische taal bepaald wordt. Het voltooide gedicht staat daarom los van zijn maker en los van de alledaagse werkelijkheid. De dichter laat het initiatief over aan een taal die niet aan communicatieve beperkingen onderhevig is. Deze taal beoogt niet te reproduceren, maar te scheppen. Het gedicht, zo zou Van Ostaijen enkele jaren later schrijven, staat in een 'wordende wereld' [IV:350]: het werpt licht op een werkelijkheid die zonder de poëtische taal niet bereikbaar zou zijn geweest. (Buelens & Spinoy, 1996, pp. 69-70)  

 

Door dynamiek met groei in verband te brengen maakt Van Ostaijen de bijzondere samenhang inzichtelijk die bestaat tussen zijn poëtische taal en de tijd. Het gedicht maakt vanaf het eerste woord een dynamisch proces van ontwikkeling door en brengt daarbij een betekenis voort die niet op voorhand wordt ingevuld door de dichter, maar voortdurend afhangt van de fase waarin het onafhankelijke groeiproces op een bepaald moment verkeert.

 

Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.

Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing | Gerealiseerd door Design by Dumont.