4.7.2 Voorbeeld 2

 

In het tweede voorbeeld wordt het gestadige ritme ontregeld doordat Van Ostaijen het woord "hebben" schuin heeft neergezet. Deze uitschieter naar boven laat de lezer als het ware struikelen, de stem glijdt weg en een ritmische val naar beneden is onvermijdelijk:

 

 

Toch vormt de gelijkmatigheid van de intervallen een zeker houvast bij het neerdalen van deze trap der ritmiek. Verder is het een kwestie van interpretatie, want hoe laag ligt het tempo van vermoeide mensen precies en hoe komt deze sukkelgang dan tot uitdrukking in het gedrag van de gepersonifieerde treinen? Ook de dwarse positionering van het woord "hebben" is niet eenduidig, want wekt Van Ostaijen er de suggestie van een bewegende slagboom mee op, stelt de uitdrukking een obstakel op het spoor voor, of dient deze verstoring van het ritme om de lezer wakker te schudden en daarmee zijn aandacht te vestigen op het schoksgewijze verloop van de tekst? Dat laatste is mijns inziens het geval en blijkt ook uit het volgende fragment, waarin Van Ostaijen doorborduurt op de werking van ritmische typografie:

 

En ook wanneer de lezer onaandachtig is, - dit is zijn goed recht, - hem malgré lui herinnering, affekt, reine elementen, die reakties uitlokken, toewerpen zodat zich een résidu vormt. (Van Ostaijen; geciteerd naar: Bogman, 1991, p. 38)

 

Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.

Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing | Gerealiseerd door Design by Dumont.