4.6 De welklinkende drukpers
Hoewel Van Ostaijen de typemachine hoogstens als hulpmiddel gebruikte bij de vervaardiging van Bezette Stad, is hij er desalniettemin in geslaagd om van de bundel een typografisch hoogstandje te maken. De experimentele lettertypen en non-lineaire letterzetting kwamen tot zijn beschikking via de verbeterde drukpers, die rond 1870 ingrijpend werd aangepast om tegemoet te kunnen komen aan de (grafische) behoefte van de reclame-industrie. Een meer artistieke impuls was afkomstig van de 'Arts and Crafts movement', waarvan aanhangers als William Morris het gedrukte boek tot kunstvorm verhieven door decoratieve elementen (zoals bloemmotieven) te verwerken in "fine press productions", die niet zelden de gedetailleerdheid van Middeleeuwse manuscripten benaderen (Drucker, 1994, p. 97).
De typografische revolutie echter, brak pas echt los in de eerste jaren na de eeuwwisseling, toen met name de Italiaanse Futuristen op zoek gingen naar nieuwe vormen om hun liefde voor het machinale geweld in te kunnen (uit)drukken. Vooral het doortastende werk van hoofdman Marinetti, die vurig predikte voor "revolution and movement" in de typografie, heeft sterk bijgedragen aan de omverwerping van zowat elke conventie op dit gebied (Spencer, 1969, p. 15). De vrijgemaakte drukvormen bleven echter niet binnen de grenzen van Italië, want al gauw experimenteerden kunstenaars in heel Europa met nieuwe lettertypen en druktechnieken. Van Ostaijen was een van hen die dankbaar gebruik maakten van de ongekende typografische mogelijkheden. Maar hij was een van de weinige woordkunstenaars die inzagen dat de verbeterde drukpers zou kunnen fungeren als een medium waardoor de muzikale dimensie van de taal kan worden blootgelegd:
Ziehier: het klimmen en stijgen van de regels, magere en zware letters, de kaskaden van vallende woorden over het blad, zelfs verscheidene lettertypen: zoveel middelen die typografies de ritme van het gesproken woord suggestief zullen weergeven. Bruggen van dichter naar lezer. (Van Ostaijen; geciteerd naar: Bogman, 1991, p. 39)
De laatste zin uit dit veelzeggende citaat is tekenend voor de constructieve manier waarop Van Ostaijen de nieuwe typografische "middelen" wilde inzetten. Het was zijn intentie om de kloof tussen lezer en dichter te overbruggen en de drukpers zou hem daarbij een uitstekende dienst bewijzen door de technische basis te vormen voor zeer nauwgezette poëtische composities. Met nog meer vrijheid dan de typemachine hem bood kon de dichter zorgvuldig een ritme neerleggen in de afwisseling van uiteenlopende lettertypen en goed getimede intervallen. Daardoor is het lezen van de gedichten in Bezette Stad in essentie een kwestie van meetellen en meevoelen met Van Ostaijen, die alle aanwijzingen voor een passende uitvoering van de tekst op voorhand in de typografie heeft verwerkt. Bij elke lezing wordt het machinale ritme (dat doet denken aan de soepele mechanieken van de drukpers) opnieuw in gang gezet om de lezer mee te slepen en "attent [te] maken op de meer dan journalistiese betekenis van het woord":
Op de stam. De klinker. De medeklinker. Het interval. Het zwijgen. Het ademhalen. Het spilwoord-aantrekkingskern, waar rond de atomen zich groeperen. Kristallisatie. De spanning van het oppervlakkige woord tot het dimensieloze. Kontrapunt. Frère Jacques.
(Van Ostaijen; geciteerd naar: Bogman, 1991, p. 38)
Van Ostaijen's preoccupatie met de muzikale aspecten van zijn materie komt onder meer tot uitdrukking in het gebruik van een term als "kontrapunt", een begrip dat staat voor de verbinding van twee of meer melodieën (of stemmen) op een bepaald motief. Daarenboven vergeleek de dichter "de gedrukte tekst met een partituur in de muziek", schrijft Bogman in De Stad als Tekst. Het is daarom niet geheel verwonderlijk dat hij de benaming "ritmiese typografie" bedacht voor het (in vele opzichten) maatgevende soort van typografie in Bezette Stad (idem, p. 38).
Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.