4.4 De woordbewerker Van Ostaijen

 

In tegenstelling tot Apollinaire, die het domein van de beeldende kunst betrad om hybride vormen te ontwikkelen, bleef Van Ostaijen veel dichter bij de dichtkunst. In het tijdschrift 'Sienjaal' schrijft hij over zijn streven om "de mogelijkheden van de druk in verband met de woordkunst tot het laatste uit te baten", waarmee hij blijk geeft van een bijzonder materiële benadering van de "gedrukte poëzie" (Bogman, 1991, p. 39). Daarmee doel ik op zijn concrete verkenning van de typografie, waarbij hij de fysieke uitwerking van het combineren van verschillende uitdrukkingsvormen zeer uitvoerig onderzocht heeft.

 

Van Ostaijen week af van het pad dat Apollinaire had bewandeld, door de drukletter niet iconisch in letterfiguren weer te geven, maar door de typografische eigenheid van elk letterteken als uitgangspunt te nemen voor het samenspel tussen de afzonderlijke elementen van de pagina. In de onderstaande passage uit Open Brief aan Jos. Léonard maakt de dichter aan de hand van een praktisch voorbeeld duidelijk hoe zeer het "dinamiese karakter" van de verschillende letters waaruit een woord is opgebouwd, wordt bepaald door hun onderlinge materiële verhouding:

 

B.v.: ik schrijf VIngers. Zeer grote VI en gewone <ngers> Schreef ik VIN groot, ging reeds veel verloren door de simmetrie. Hier is de klinker waardedrager. I groot bedoelt uitdrukken de scherpte van het begeren in grijpende vingers. De V werkt gedeeltelik in de richting van de klinker mede, maar anderzijds ook contrair. De F van het duitse Finger is volledig in de richting van de scherpe I. De Nederlandse V, naast beweging in de i-richting, neutraliseert quiëties het dinamiese karakter van de klinker. Men lette op: <vingers>, aldus geaffekteerd, is in het frans niet door het woord <doigt>, - slechts de materie na identies, - te vertalen. Het franse woord heeft door een ditmaal verkeerde volkse assimilering van de latijnse stam de waarde verloren van het fonetiese, dat in de klank de construktie van de materie en de verhouding materie-geest vertaalt.

(Van Ostaijen; geciteerd naar: Bogman, 1001, p. 38)

 

Met veel gevoel voor verhouding en oog voor detail tast Van Ostaijen de mogelijkheden van zijn medium af. Ondanks zijn preoccupatie met de materiële aspecten van de drukletter, verwijst hij in het bovenstaande naar de waarde van "het fonetiese" en "de klank". Maar in tegenstelling tot Saussure, die een scherp onderscheid maakte tussen het gesproken woord en de schriftelijke representatie ervan, benadrukt Van Ostaijen in Bezette Stad de innige samenhang tussen beide uitdrukkingsvormen. De bundel kan worden gezien als een poging om de inherente eigenschappen van het fonetische woord te extraheren en opnieuw vorm te geven in de "construktie van de materie" waaruit het letterteken is opgetrokken. Van Ostaijen benaderde taal als een medium dat bewerkt diende te worden, als een ruw stuk hout dat in de vakkundige handen van de dichter transformeerde tot een degelijk en zelfstandig (in letterlijke zin) kunstwerk. "Poëzie is woordkunst. Niet mededeling van emoties", schrijft hij in het 'Sienjaal', want een goede kunstenaar stopt geen gekunstelde boodschap in zijn werk, maar laat het bewerkte materiaal voor zich spreken:

 

Maar wel de vizie wordt gelokaliseerd door de vorm van het woord. Ook zeker niet mededeling van gedachten. Dichtkunst mededeling van gedachten! Waarom niet: dichtkunst een berijmde moraalkodeks! Een timmerman moet een goede tafel maken. Niet een zedelike tafel, niet een … ethiese tafel. Zo de dichter.

(Van Ostaijen; geciteerd naar: Bogman, 1991, p. 39)

 

Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.

Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing | Gerealiseerd door Design by Dumont.