4.3 De letterzifter Van Ostaijen
Loss Pequeño Glazier gaat in Digital Poetics nog een stapje verder door te schrijven dat de bijzondere rangschikking van de letters in 'MonCoeur' een circulaire dynamiek suggereert: "The letters in "coeur" invoking a heart that is moving, as if the little letters that make it are coursing around and around" (Glazier, 2002, p. 27). De auteur leidt deze voorstelling af uit de specifieke "arrangement and size" van de lettertekens, maar geeft verder geen uitleg over de wijze waarop bijvoorbeeld de lettergrootte bijdraagt aan de suggestie van beweging. In dit geval is daar volgens mij ook geen sprake van, aangezien Apollinaire de letters 'M' en 'C' slechts heeft uitvergroot om de titel en het 'startpunt' van het gedicht mee aan te geven.
Dat de dichter zich sowieso maar weinig gelegen liet liggen aan de opmaak van zijn Calligrammes, blijkt uit een manuscript van het bekende gedicht 'Il Pleut'. Op dit vodje papier staan woorden in rode en zwarte inkt slordig onder elkaar en M. Levé, de typograaf die het stuk in 1916 voor het eerst in handen kreeg, zag zichzelf dan ook genoodzaakt de letters naar eigen goeddunken te zetten voor het tijdschrift SIC (Sons Ideés Couleurs). "Apollinaire took little interest in how his calligrammes were translated into type", schrijft Herbert Spencer in het rijkelijk geïllustreerde werk Pioneers of Modern Typography, dat zowel een afbeelding van het manuscript als de gedrukte versie van 'Il Pleut' bevat (Spencer, 1969, p. 18).
Een dergelijke onverschillige houding ten aanzien van de uitvoering kan Van Ostaijen niet worden verweten. Integendeel, want hij besteedde juist zeer veel aandacht aan de compositorische aspecten van de gedichten in Bezette Stad, hetgeen onder meer kan worden afgeleid uit de volgende enigszins dringende aantekening:
In alle geval: ik heb het laatste woord in zake compositie der pagen en niet de Floris (de koning van de illustraties). (…) Princiep I Mijn boek mag niet worden verkloot naar het balke - poutrels - en traversesisteem van de Floris. II: de Floris moet lino's, zinco's, akwarellen maken enz.: daarbij volledige vrijheid, en wordt verzocht ook bij de drukker te helpen, maar ik komponeer de page. (Van Ostaijen; geciteerd naar: Bogman, 1991, p. 31)
Floris en zijn broer Oskar Jespers volgden de instructies van hun kunstbroeder nauwgezet en dat het vaak om details ging blijkt wel uit het feit dat Oskar in een brief aan Van Ostaijen te kennen geeft geen paginanummers te willen gebruiken omdat deze de bladspiegel bovenmatig zouden verstoren (Bogman, 1991, p. 38). Van Ostaijen's zorgvuldigheid ten aanzien van de opmaak is een belangrijke indicatie, omdat het wijst op een diepgravende belangstelling voor de manier waarop de verschijningsvorm van het letterteken samenhangt met het proces van betekenisgeving.
Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.