3.5.2 Een filmische uitdrijving

 

"Een volstrekt ideaalloze, dadaïstische afrekening is Bezette Stad niet geworden", schrijft Buelens, die de "stem van de auteur" nog te luid hoort doorklinken in de talrijke biografische details van de bundel (idem, p. 143). Toch neemt Van Ostaijen maar zelden zelf het woord in de vorm van een "ik" als subject van de tekst. En wanneer hij dit wel doet, zoals in de 'OPDRACHT' met de zinsnede "wil ik regisseur zijn", dan is meteen duidelijk dat de dichter zichzelf enkel in beeld brengt om de lezer te laten zien hoe hij de bundel in elkaar draait en welke rol hij daarbij speelt.

 

In een essay uit de Berlijnse periode schrijft Van Ostaijen dat hij zijn werk zo grondig mogelijk wil "ontindividualiseren", hetgeen hij verwacht te bereiken door de subjectieve 'ik-vorm' geheel te verbannen uit het gedicht. Hoewel de persoon van de dichter in Bezette Stad nog af en toe de kop opsteekt, getuigt de bundel onmiskenbaar van Van Ostaijen's obsessieve streven naar een zo objectief mogelijke weergave van de werkelijkheid. De snelle opeenvolging van afzonderlijke tekstfragmenten vertoont sterke verwantschap met filmische montagetechnieken, waardoor hij de indruk wekt met het ´neutrale´ oog van een camera te hebben gewerkt. De ´woordbeelden´ lijken voor zich te spreken en Van Ostaijen maakt doeltreffend gebruik van de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid door deze niet voor de vertolking van zijn eigen emoties op te eisen, maar in dienst te stellen van het nihilisme, dat op die manier een min of meer autonome stem verkrijgt. De dichter betaalt echter wel een tol voor deze overheveling van zeggingskracht, want als hij onverhoopt besluit toch weer wat van zich te laten horen leidt dat onherroepelijk tot misverstanden over de intentie (of liever waarde) van zijn interruptie, zoals in bovenstaande discussie tussen Jespers en Stan-Kunnen.

 

Toch was het voor Van Ostaijen noodzakelijk om zich terug te trekken uit Bezette Stad, want een gebrek aan "ontindividualisering" zou een stagnatie van de nihilistische beeldvorming betekenen en daarmee ook de zo gewenste tabula rasa onmogelijk maken. De uitdrijving van zijn eigen persoon bleek namelijk een uiterst effectief middel om in het reine te komen met het dichterschap, dat in zijn ogen vervuild was geraakt door de verheerlijking van het subject in de bundels Music-Hall en Het Sienjaal.

 

Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.

Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing | Gerealiseerd door Design by Dumont.