2.4 Liefde gewonnen, jeugd verloren

 

De "allesoverstelpende liefde" beperkte zich voor Van Ostaijen echter niet tot het domein van de kunsten, want de "levende drank" was waarlijk vleesgeworden in de persoon van zijn geliefde Emma Clément. Vlak voor het einde van de oorlog bevond het koppel zich in een lastig parket, aangezien Emma (of Emmeke) een "compromitterende omgang met Duitse officieren" werd verweten en Van Ostaijen zelf betrokken was geraakt bij een activistische demonstratie tegen kardinaal Mercier. De politiek geëngageerde dichter hoopte dat de unitaire Belgische staat onder invloed van de oorlog uiteen zou vallen, waardoor het Vlaamse deel minder afhankelijk zou worden van het Franstalige gedeelte, dat nog altijd krampachtig vasthield aan het "conservatieve establishment van burgerij, kerk en monarchie" (Buelens & Spinoy, 1996, pp. 22-23).

 

Tegen het einde van 1918 was de oude eenheid in ere hersteld en werd Van Ostaijen veroordeeld voor zijn deelname aan de flamingantische betoging. Om aan de opgelegde gevangenisstraf van drie maanden te ontkomen nam hij samen met Emma de wijk naar Berlijn. In deze stad werden zijn humanitaire idealen danig op de proef gesteld, want de armoede was voelbaar en ook op artistiek gebied moest Van Ostaijen zien te overleven, aangezien hij nauwelijks bekend was binnen het Berlijnse kunstenaarsmilieu. Terwijl de aantrekkelijke Emma als mannequin en fotomodel werkte om de huur te kunnen betalen, raakte Van Ostaijen verzeild in de maatschappelijke crisis en was hij getuige van de communistische Spartakistenopstand, die bloedig werd neergeslagen en de aanstichters Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg het leven kostte.

 

Door de sociale wanorde in het voorjaar van 1919 zag Van Ostaijen zich genoodzaakt om schoon schip te maken met zijn jeugdige principes; hij werd overtuigd communist en sympathiseerde met het dadaïsme van de avant-gardisten Raoul Hausmann en Richard Huelsenbeck. In een manifest van laatstgenoemde wordt fel uitgehaald naar de expressionistische kunstenaar, die er volgens de dadaïsten niet in is geslaagd om de actualiteit van een "brutalen Realität" in de kunst voelbaar te maken (Huelsenbeck, 1918):

 

Haben die Expressionisten unsere Erwartungen auf eine Kunst erfüllt, die uns die Essenz des Lebens ins Fleisch brennt?

 

Nein! Nein! Nein!

 

Geen Flash??? Ga naar www.macromedia.com en download de Flash Player.

Creative Commons License
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing | Gerealiseerd door Design by Dumont.