Bloedvaten (A.= Arteriën en V. = Venen)

 

a. brachialis

vanaf de onderrand van de m. pectoralis major wordt de voortzetting van de a. axillaris de

a. brachialis genoemd. De a. brachialis geeft al direct een grote tak af,de a. profunda brachii, die samen met de n. radialis naar de dorsale zijde van de arm gaat.

De a. brachialis heeft in de sulcus bicipitalis medialis een oppervlakkige ligging. Over de gehele lengte van de sulcus is de a. brachilis dan ook palpabel. Proximaal ligt de arterie tussen de m. coracobrachilis en het caput longum van de m. triceps brachii in. Naar distaal buigt de arterie geleidelijk wat om naar ventro laterale richting, waardoor zij op de m.brachialis komt te liggen. Vervolgens loopt de arterie onder de aponeurose van de biceps brachii door en gaat de fossa cubitalis binnen. In de mediaanlijn van de fossa, ulnair van de bicepspees en ongeveer tegenover het collumn van de radius, splitst de a. brachialis zich in de a. ulnaris en de a. radialis.

        

a. radialis

De a. radialis zet de richting van de a. brachialis voort. Distaal van de spierbuik van de m. brachioradialis komt de arterie aan de oppervlak te liggen en wordt de a. radialis palpabel, het best op de plaats waar zij vrijwel op de radius ligt. Tussen de pees van de m. flexor carpi radialis en de  crista ventralis van de radialis in, kan men de hartfrequentie bepalen.

Aan de distale zijde van de radius buigt de a. radialis om naar radiaal en gaat onder de pezen van de m. abductor pollicis longus en de m. extensor pollicis brevis door. Richting de anatomische snuifdoos. In de anatomische snuifdoos wordt de ramus carpalis dorsalis afgegeven, die onder de strekpezen van de handrug komt te liggen.

Vanuit de anatomische snuifdoos loopt de a. radialis naar de eerste intermetacarpale ruimte, onder de pees van de m. extensor pollicis longus door.

In de eerste intermetacarpale ruimte loopt de a. radialis tussen de twee koppen van de m. interossus dorsalis I naar de handpalm. De arterie van de duim, de a. princeps pollicis, wordt nog binnen de m. interossea afgegeven. Op de handpalm gaat de a. radialis de diepte in. En duikt daar onder de m. adductor pollicis. Vanaf dat moment heet de a. radialis de arcus palmaris profundus.

Op de plaats waar de a. radialis bij de pols ombuigt naar radiaal geeft hij een kleine tak af, de ramus palmaris superficialis.

 

a. ulnaris

gewoonlijk de dikste tak van de a. brachialis loopt na het ontspringen vanuit de a. brachialis achter de diepe kop van de m. pronator teres en het caput ulnare langs. Vervolgens verloopt hij onder de m. flexor digitorum superficialis. Een vroege splitsing volgt. De a. interossea communis splits zich af en deelt zich in twee takken.welke ter weerzijden van de membrana interossea in distale richting verlopen. De dorsale tak, de a. interossea posterior, verzogt de extensoren.

De a. ulnaris komt te liggen in de ulnaire helft van de onderarm. Radiaal van de m. flexor carpi ulnaris en op de m. flexor digitorum profundus. Tussen de pezen van de m. flexor digitorum superfiscialis en de m. flexor carpi ulnaris komt de arterie aan de oppervlakte. Vervolgens passeert de a ulnaris oppervlakkig het retinaculum flexorum, daarbij ligt de arterie aan de radiale zijde van het os pisiforme. Direct voorbij het os pisiforme gaat een diepe tak, de ramus palmaris profundus, tussen de spieren van de hypothenar door.

De hoofdtak van de a. ulnaris vormt de arcus palmaris superficialis. Van hieruit lopen bloedvaten naar de ventrale zijde van de vingers.

Uit de arcus palmaris superficialis vindt het grootste deel van de bloedvoorziening van de vingers plaats. De bloed voorziening wordt alleen niet gedaan door de arcus palmaris superficialis.

 

Venen

Elke arterie in de arm wordt vergezeld door een tweetal venen. De venen hebben dezelfde namen als die van de arteriën. Met name op de hand en onderarm vormen de huidvenen een ingewikkeld en variabel netwerk. Het uitstroomgebied bestaat daarentegen vrij constant uit twee venen, die hieronder worden behandeld.

 

v. cephalica

de v. cephalica ontstaat uit het veneuze netwerk op de dorsale zijde van de hand. Zij loopt om de radiale zijde van de onderarm naar ventraal. Op de hoogte van de fossa cubitalis geeft zij de v. mediana cubiti af, die naar de v. basilica gaat. De v. cephalica vervolgt naar proximaal naar de sulcus bicipitalis lateralis. Zij vervolgt haar weg via de sulcus deltoideopectorale, doorbreekt de fascia clavipectoralis en mondt uit in de v. axillaris, juist onder de clavicula.

 

v. basilica

De v. basilica ontstaat aan de ulnaire zijde uit het venennetwerk van de handrug. De v. basilica loopt over de dorso-ulnaire zijde van de onderarm, maar buigt nog op de onderarm naar ventraal, zodat zij voor de epicondylus medialis van de humerus langs gaat. Proximaal van de epicondylus medialis neemt de v. basilica de v. mediana cubiti op, waarna zij aan het oppervlak van de sulcus bicipitalis medialis terechtkomt. Ongeveer halverwege de bovenarm gaat de vene door de fascia brachii heen naar de sulcus en loopt hierin verder naar proximaal. Aan de onderrand van de pectoralis major verandert de naam van de vene in v. axillaris.

 

V. axillaris

Net nadat de n. basicila de naam n. axillaris aanneemt, neemt de n. axillaris de vv. brachialis op.