|
Officieel zijn parachutespringen
en skydiving twee verschillende dingen, waarbij het een niet zomaar
het Engelse woord is voor het ander. Het belangrijkste verschil zit
hem in de vrije val.
Parachutespringen verwijst meestal naar het static-line springen.
Hierbij zit de springer met een lijn vast aan het vliegtuig. Zodra
de springer uit het vliegtuig springt opent deze lijn vrijwel direct
de parachute. Er is dus geen vrije val. Static-line springen gebeurt
meestal van relatief lage hoogtes: tussen de 600m en 1500m. Alhoewel
tegenwoordig in het sportspringen bijna altijd met rechthoekige matrasparachutes
wordt gesprongen kan dit ook nog steeds met de ronde parachutes. In
het leger worden ronde parachutes nog wel veel gebruikt, omdat de
ronde parachutes beter dan rechthoekige parachutes geschikt zijn om
grote groepen mensen op lage hoogte vlak achter elkaar te laten springen.
Skydiven is het Engelse woord voor het vrije val parachutespringen.
Er wordt van grotere hoogtes gesprongen dan bij het static-line springen.
Na het verlaten van het vliegtuig wordt er eerst een vrije val gemaakt
en daarna wordt zelfstandig de parachute geopend door de springer.
Alhoewel er dus wel degelijk een verschil tussen skydiving en parachutespringen
wordt in de Nederlandse taal parachutespringen voor beide varianten
gebruikt. Vandaar ook de verwarring.
|
Static-line springen.
Skydiving. |