Heeft de parawereld een eigen taal?

Een echt eigen taal heeft de parawereld niet, wel is er heel veel jargon. Doordat het springen doorspekt is met veel technische en uit het Engels afkomstige woorden is het soms voor de leek nauwelijks te begrijpen waar een gesprek tussen twee springers over gaat. Hieronder enkele woorden en vertalingen die veel gebruikt worden:

Back-to-back (uitspraak "bek toe bek") Komt voor in het professionele springen. Direct na de landing pakt de springer een nieuwe parachute en gaat met het eerstvolgende vliegtuig weer omhoog.
CFS Canopy Formation Skydiving. Het maken van figuren met geopende parachutes.
Cut-away (uitspraak "kut ûwee") Het afkoppelen van de hoofdparachute als deze een storing vertoont. In tegenstelling tot wat het woord suggereert wordt er hier niets losgesneden, maar dmv een ringensysteem wordt de hoofdparachute afgeworpen.
Docken (uitspraak "dokken") Het gecontroleerd contact maken met een andere springer in vrije val of tijdens de vlucht onder de parachute.
Downwind met de wind mee.
Drogue (uitspraak "drook") Een grote remparachute die tijdens het tandemspringen wordt gebruikt om het tandempaar af te remmen tot de snelheid van een solospringer.
Exit Het moment waarop uit het vliegtuig gesprongen wordt.
Flairen (uitspraak "flèren") Het afremmen van de parachute vlak voor het landen door tegelijkertijd aan de twee stuurlijnen te trekken.
FS Formation Skydiving. Het in de lucht maken van figuren. De variant met geopende parachutes heet CFS (Canopy Formation Skydiving)
Freefly (uitspraak "frievlaai") Discipline waarbij in vrije val gecontroleerd in instabiele houdingen wordt gevlogen. Speelse variant van freestyle.
Freestyle (uitspraak "friestail") Discipline waarbij in vrije val gecontroleerd in instabiele houdingen wordt gevlogen. Accent ligt op controle en sierlijkheid. Het ballet of ijsdansen van de lucht.
Headdown Op de kop (een van de mogelijke lichaamshoudingen bij de disciplines freefly en freestyle).
Hill Op de ~ liggen > Het goed presenteren aan de relatieve wind tijdens de eerste seconden van de vrije val.
Hoeken (ook wel hooken) Het maken van een gecontroleerde lage draai aan de parachute, waarbij veel snelheid wordt opgebouwd.
Hookturn zie hoeken.
Malfunctie Een onoplosbare storing aan de parachute. In zo'n geval is het enige alternatief het afwerpen van de parachute en het trekken van de reserve parachute.
Pijp In de ~ zitten > het hebben van een correcte headdownpositie tijdens het freeflyen.
Pilot chute (uitspraak "pailut sjuut") Een openingssysteem bij het vrijeval springen. Een klein parachuutje dat door de springer in de luchtstroom wordt geopend en die de werkelijke parachute eruit trekt.
Pull-out (uitspraak "poel oud") Bepaald openingstype van de hoofdparachute. Hierbij wordt door de springer de pin van de hoofdcontainer zelf uit de loop getrokken.
Releasen Zie cut-away.
Rig (uitspraak "rik") Het gehele parachutesysteem.
Risers verbindingsstukken tussen de lijnen van de parachute en het harnas waar de springer in hangt.
Separatie Het moment van uit elkaar gaan aan het einde van een sprong. Zowel in vrije val als onder de parachute.
Slacken (uitspraak "slekken") De kantjes er vanaf lopen. Deze uitspraak komt van het opschieten van de lijnen op de bag. Het resterende stuk lijnen van de bag tot de risers wordt dan slack genoemd.
Swoopen (uitspraak "swoepen") Zie hoeken.
Tandem(sprong) (uitspraak "tendum") Een sprong waarbij een passagier en een instructeur vastgehaakt aan elkaar een sprong maken. Hierbij hangt de passagier voorop, in vrije val dus onderop.
Turfsurf Zie hoeken.
Twist Een draaiing in de lijnen van de parachute, komt weleens voor na de opening van de parachute. Tijdens een twist is de parachute niet bestuurbaar.

Terug naar boven.