Back-to-back |
(uitspraak "bek toe bek") Komt
voor in het professionele springen. Direct na de landing pakt
de springer een nieuwe parachute en gaat met het eerstvolgende
vliegtuig weer omhoog. |
CFS |
Canopy Formation Skydiving. Het maken van figuren
met geopende parachutes. |
Cut-away |
(uitspraak "kut ûwee")
Het afkoppelen van de hoofdparachute als deze een storing vertoont.
In tegenstelling tot wat het woord suggereert wordt er hier
niets losgesneden, maar dmv een ringensysteem wordt de hoofdparachute
afgeworpen. |
Docken |
(uitspraak "dokken") Het
gecontroleerd contact maken met een andere springer in vrije
val of tijdens de vlucht onder de parachute. |
Downwind |
met de wind mee. |
Drogue |
(uitspraak "drook") Een
grote remparachute die tijdens het tandemspringen wordt gebruikt
om het tandempaar af te remmen tot de snelheid van een solospringer.
|
Exit |
Het moment waarop uit het vliegtuig gesprongen
wordt. |
Flairen |
(uitspraak "flèren")
Het afremmen van de parachute vlak voor het landen door tegelijkertijd
aan de twee stuurlijnen te trekken. |
FS |
Formation Skydiving. Het in de lucht maken van
figuren. De variant met geopende parachutes heet CFS (Canopy
Formation Skydiving) |
Freefly |
(uitspraak "frievlaai")
Discipline waarbij in vrije val gecontroleerd in instabiele
houdingen wordt gevlogen. Speelse variant van freestyle. |
Freestyle |
(uitspraak "friestail") Discipline
waarbij in vrije val gecontroleerd in instabiele houdingen wordt
gevlogen. Accent ligt op controle en sierlijkheid. Het ballet
of ijsdansen van de lucht. |
Headdown |
Op de kop (een van de mogelijke lichaamshoudingen
bij de disciplines freefly en freestyle). |
Hill |
Op de ~ liggen > Het goed presenteren
aan de relatieve wind tijdens de eerste seconden van de vrije
val. |
Hoeken |
(ook wel hooken) Het maken van
een gecontroleerde lage draai aan de parachute, waarbij veel
snelheid wordt opgebouwd. |
Hookturn |
zie hoeken. |
Malfunctie |
Een onoplosbare storing aan de parachute. In zo'n
geval is het enige alternatief het afwerpen van de parachute
en het trekken van de reserve parachute. |
Pijp |
In de ~ zitten > het hebben van een
correcte headdownpositie tijdens het freeflyen. |
Pilot chute |
(uitspraak "pailut sjuut")
Een openingssysteem bij het vrijeval springen. Een klein parachuutje
dat door de springer in de luchtstroom wordt geopend en die
de werkelijke parachute eruit trekt. |
Pull-out |
(uitspraak "poel oud")
Bepaald openingstype van de hoofdparachute. Hierbij wordt door
de springer de pin van de hoofdcontainer zelf uit de loop getrokken. |
Releasen |
Zie cut-away. |
Rig |
(uitspraak "rik") Het
gehele parachutesysteem. |
Risers |
verbindingsstukken tussen de lijnen van de parachute
en het harnas waar de springer in hangt. |
Separatie |
Het moment van uit elkaar gaan aan het einde van
een sprong. Zowel in vrije val als onder de parachute. |
Slacken |
(uitspraak "slekken")
De kantjes er vanaf lopen. Deze uitspraak komt van het opschieten
van de lijnen op de bag. Het resterende stuk lijnen van de bag
tot de risers wordt dan slack genoemd. |
Swoopen |
(uitspraak "swoepen")
Zie hoeken. |
Tandem(sprong) |
(uitspraak "tendum") Een
sprong waarbij een passagier en een instructeur vastgehaakt
aan elkaar een sprong maken. Hierbij hangt de passagier voorop,
in vrije val dus onderop. |
Turfsurf |
Zie hoeken. |
Twist |
Een draaiing in de lijnen van de parachute, komt
weleens voor na de opening van de parachute. Tijdens een twist
is de parachute niet bestuurbaar. |