© Kjeld van Druten 2004
  Openingshoogten: wat is veiligheid?


Door: Kjeld van Druten (april 2000) november 2003

 

 

! De huidige minimum openingshoogte bij vrijevalspringen in Nederland is 2500ft (BVR 2003). Wees je hiervan bewust bij het lezen van dit artikel.

Vaak naar aanleiding van een incident, wordt er een discussie over de openingshoogte gevoerd. Tijd om hier meer aandacht aan te schenken.

De zomer staat weer voor de deur, de periode waarin de meeste sprongen gemaakt worden.
Dit betekent veel lol en avontuur, maar ook incidenten die gelukkig vaak goed aflopen. Met name tijdens boogies wil er nog wel eens wat discussie ontstaan over de openingshoogte: immers iedereen wil het veld halen, maar toch zoveel mogelijk vrije val maken. Soms leidt dit tot gevaarlijke situaties, waarbij springers tot onder de 2000 ft door gaan in tracking "zodat ze van niemand meer last hebben" of juist extra hoog openen. In het komende verhaal zal ik proberen de diverse aspecten van een "veilige openingshoogte" te belichten, overigens zonder conclusies te trekken, een springer moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en dat zelf doen.

Minimum: 2300ft BVR 83(3)
Het BVR, artikel 83(3), laat er geen misverstand over bestaan: De minimale openingshoogte bij vrije valsprongen is 2300ft. Indien die regel gebroken wordt kan je een sanctie opgelegd worden. Einde discussie zou je zeggen. Formeel gezien wel ja, maar nu de praktijk. Ervaren springers openen geregeld lager en tijdens grote formaties (recordpoging afgelopen jaar) is het ook niet zeldzaam. Gelukkig door niet al te veel leerlingen wordt dit gedrag gevolgd, ook al komt het bij sommige beginners wel cool over. Maar de minimale openingshoogte van 2300ft bestaat niet voor niets, wat zijn dan de voor- en nadelen van lager openen?

Voor- en nadelen
Mogelijk het belangrijkste voordeel van lager openen is een betere separatie, zowel verticaal als horizontaal. Een ander voordeel kan zijn dat je als eerste bij het landingsgebied bent, waardoor je ruim baan hebt bij de landing.
Grootste nadeel is een verminderde tijd voor het oplossen van mogelijke problemen aan de parachute. Volgende nadeel is het feit dat in geval van een verre spot je het veld niet meer redt en je gedwongen wordt tot een gevaarlijkere buitenlanding.
Laten we deze argumenten eens nader bekijken.

Separatie
Lager openen kan inderdaad tot een betere separatie leiden. Zeker in het geval van per ongeluk dezelfde richting op gaan en naast elkaar in tracking gaan kan dit een middel zijn om toch veilig beneden te komen. Op de grond is het wellicht nuttig om even te debriefen wat de oorzaak was en hoe dit had kunnen worden voorkomen, over het algemeen gebeurt dit spontaan. Bij het gebruiken van het separatie-argument kun je afwegen of het de volgende keer misschien handig is om eerder aan de separatie te beginnen in plaats van de gebruikelijke 4000ft. Het grootste bezwaar tegen een vertikale separatie is de mogelijkheid dat de bovenste springer een heel langzame opening of een storing heeft, waardoor alsnog een botsing kan ontstaan met de onderste springer. Hoewel de kans klein is kunnen de gevolgen groot zijn en je moet je hier dus wel bewust van zijn.
Bij grote formaties zoals recordpogingen ligt de situatie iets genuanceerder. Door een andere structuur van separatie (o.a. 3D) en een separatiehoogte van soms wel 6500ft is hier sprake van een bewust genomen beslissing, waarbij de deelnemers, die vaak van hoog niveau zijn, goed weten waar ze aan beginnen. Toch opent bij deze sprongen bijna niemand lager dan 1900ft.

Landingsruimte
Het landingsargument wint terrein de laatste paar jaar. Door de kleine en snellere koepels gebeuren er meer ongelukken onder de koepel en bij de landing dan ooit. Zeker als je nog wilt "hooken" hebben je ogen en hersenen een uitdaging als je dit tussen 20 collega's wilt gaan doen. Sommigen verkiezen dan een snelle afdaling naar de DZ, waardoor ze nog ruim baan hebben voor hun persoonlijk genot. Is wat voor te zeggen en aangezien het vaak ervaren springers betreft schuilt er ogenschijnlijk weinig gevaar in. Nadeel is de voorbeeldfunctie die ervan uit gaat, wat kan leiden tot het lager openen van iedereen. Met als gevolg een letterlijke spiraal omlaag.
Veel landings- en vliegproblemen komen voort uit het feit dat iedereen in de bak of op het kruis wil landen en het liefst zo dicht mogelijk bij de hangar of bus. Als we vooral maar niet hoeven te lopen. Wat dat betreft wil ik iemand citeren die al 25 jaar springt en liefkozend opa wordt genoemd: "het is beter om ver te lopen dan kort gedragen te worden" en "springen is geen kunst, blijven springen is een ander verhaal".

Persoonlijke veiligheid
Het belangrijkste voordeel en tevens reden voor het bestaan van de minimum openingshoogte is de eigen veiligheid van de springer. Eerlijk is eerlijk, als alles perfect verloopt is een paar honderd feet precies genoeg om heel beneden te komen. Extreem voorbeeld is het wereldrecord BASE van rond de 30m oftewel 100ft. Als je met aangepast materiaal en een goede voorbereiding springt is dat dus mogelijk ook al gaat de vergelijking enigszins mank doordat het in dit geval een staticline vorm van springen is waarbij men nog niet op terminal is en komt.
Maar in het vrijevalspringen uit vliegtuigen komt het vaak voor dat we met haastig gevouwen chutes springen, niet boven het terrein springen waar we landen en meer aandacht hebben voor de vrije val dan voor het openen van de chute, dat is immers toch een reflex. Het gevolg is dat we een veiligheidsmarge inbouwen wat resulteert in een uiteindelijke minimale openingshoogte van 2300ft. Waarom deze hoogte en geen andere?

Waarom 2300ft??
De minimum openingshoogte is gebaseerd op de snelste malfunction: de total.
Als je op het punt staat te openen ga je over het algemeen 190 km/u oftewel 53m/s (175 ft/s). Op het moment dat je je pilot trekt duurt het een kleine seconde voor je iets hebt om te controleren op zijn luchtwaardigheid: rechthoekig van vorm en recht vooruit vliegend. In het geval dat er niets te zien is duurt het toch minstens een tot twee seconden voor je je daarvan bewust bent. Baglock en pilotchute-in-tow zijn twee malfunctions die de

reactietijd misschien nog wel meer verlengen omdat er nog de hoop is dat hij alsnog wel open zal gaan. Vervolgens het uitvoeren van de reserveprocedure. Van het afwenden van je hoofd van de koepel naar de handels, tot het trekken van het reserve ripcord moet je nog eens twee seconden rekenen wil je het een beetje netjes doen. Vervolgens duurt het nog eens twee seconden voor het volledig open gaan van de reserve voor je goed en wel hangt, waarbij je pas in de laatste seconde daadwerkelijk wordt afgeremd. Als we het allemaal even uitrekenen en optellen kom je dus vanaf openen tot het hangen onder je reserve tot een hoogteverlies van ongeveer 790ft na 4.5 seconde extra vrije val. Dan wordt er hierbij dus wel van uitgegaan dat je het probleem meteen herkent en dat je geen tijd verspilt met iets op te lossen wat niet op te lossen is, doe je dat wel dan kom je 175ft/s lager uit. Heel ervaren springers zijn misschien iets sneller in reageren en uitvoeren, de beginners en non-current springers zeker niet en komen dus nog lager uit.
Tegenwoordig heeft bijna iedereen met een eigen setje een Cypres met een activeringshoogte van 750ft of 1000ft die behoorlijk nauwkeurig is. Maar veel huursetjes en leerlingensetjes bevatten nog een FXC die op ongeveer 1000ft (leerling Cypres) staat. Bij de wettelijke minimum openingshoogte is men ruim gaan zitten en de springer nog iets extrta tijd te geven om even na te denken over wat er boven zijn (en natuurlijk haar!) hoofd te zien is. Wederom rekenend kom je uiteindelijk dus op 2300ft.

Halen landingsterrein
Het laatste argument tegen laag openen is het halen van het landingsterrein. Door laag openen wordt dit moeilijker. Het landen buiten het daarvoor bestemde gebied is statistisch gevaarlijker, ook al kan dit sterk per dropzone verschillen. Dit lijkt dus een goed argument. Het leidt soms echter ook tot overdrijving, zeker in geval van een verre spot besluit soms een halve kist tijdens de vrije val om de openingshoogte even op te krikken. Dit kan behoorlijk gevaarlijk zijn en een botsing in vrije val is niet denkbeeldig. Aandacht voor exit-volgordes is dus belangrijk zoals al eens is vermeld in een eerder artikel over dit onderwerp. Verder geldt hierbij natuurlijk ook: plan your dive, dive your plan.

Verplicht openen op 2300ft?
Bovenstaand verhaal wil overigens niet zeggen dat je moet openen op 2300ft. Zeker voor leerlingen is het verstandig om eerst hoger te openen tot er voldoende ervaring is opgedaan. Ook als je extra handelingen te doen hebt (skysurfer, birdman-suit) of uit andere veiligheidsredenen (cameraspringer opent in het midden bij separatie) is het zeker niet verkeerd om hoger te openen. Natuurlijk moet dit wel in overleg met de andere springers gebeuren zodat een mid-air-collission uitgesloten is.

Belangrijkste aan dit hele verhaal is dat men blijft nadenken bij wat men doet: weegt het risico van het lager of hoger openen op tegen de voordelen die het oplevert?

vragen: thinairskydiving@hotmail.com