Arabisch - Nederlands woordenlijst

 

A
‘Aalim, Alim = Een geleerde, iemand die beschikt over kennis( ‘ilm ).
Abd = Dienaar of aanbidder van...(‘Abdoellah: dienaar/aanbidder van Allaah).
Aboe, Abu = Vader
Adhaan, azaan = Oproep tot het gebed
Ahadith = Meervoudsvorm van hadith
Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah = De Mensen van de Soennah en de Groep
Ahloe l-Bayt = De leden van het huishouden van de profeet (Salla llahoe ‘Alayhie Wa Sallam).
Akhi, agie = Mijn broeder (akh =broeder).
Akhlaaq = Gedrag
'Akifin = Mensen die I'tikaf verrichten
Alhamdoelillah, al7amdolillah, alhamdulila = Alle lof behoort toe aan Allah
Allahoe Akbar, Allahu akbar = Allah is het grootst
Allahoe alim = Allah is de Alwetende, Allah weet het het best
Allaahoemma, Allahuma = O Allaah...; dit wordt gezegd voor een smeekbede.
Al-Lawh'oe l-Mahfoedh = Het bewaarde/beschermde Boek. Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa heeft in dit Boek alles genoteerd en Hij houdt dit bij Zich.
Amien = "O Heer, beantwoord mijn gebed"
Amier = Leider.
'Ankaboet = Spin
Ansaar = Helpers (van al-Medienah die de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - en de Immigranten hielpen
Aoedzoe billah ie-mie nasj sjaitaanir radjiem = Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen Satan, de verworpene.
Ar-Rayyaan = 1 van de zeven poorten in het Paradijs. Alleen degenen die veelvuldig gevast hebben zullen op de Dag des Oordeels deze poort binnengaan.
Assalaamoe 'Alaikoem, Asalamu alaikum = Vrede zij met jullie
As-siraat al-moestaqiem = Het rechte Pad.
AstagfirAllah, Astagfiroellah = Moge Allah het vergeven.
‘Awrah = Datgene van het lichaam dat bedekt moet zijn.
Ayah = Een vers uit een Soerah (mv = Ayaat)

B
Bahr, ba7r = Zee (mv = Bihar)
Balad = Stad (soms betekent het ook land)
Baqara = Koe
Banoe of Banie = Stam van.
BarakAllah (feek/feekie) = Moge Allah je zegenen
Barzakh = Letterlijk betekent dit barriere; het leven tussen het leven in deze wereld en het Hiernamaals (d.w.z. de periode in het graf: ( al-Qabr).
Bid’a, bida, bidda = Innovatie
Bint = Dochter van
Bismillah = In naam van Allah

D
Daliel = Bewijs
Dars = Les (mv = Duroes)
Dhikr = Het gedenken van Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa.
Dien = Religie, manier van leven zoals is voorgeschreven door Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa, d.w.z. Islaam.
Djahil = Onwetende
Djamaa'ah = Gezamenlijk (bijvoorbeeld djamaa'ah gebeden).
Djannah = Het paradijs
Djahanam = De Hel.
Djazak Allah (oegairan) = Moge Allah je belonen (met het goede)
Djibriel = De engel Gabriel Alayhie s-Salaam.
Djinn = Schepsels geschapen van rookloos vuur (geesten).
Djoem'ah = Vrijdag
Djoenoeb = Staat van grote onreinheid, bijvoorbeeld na geslachtsgemeenschap en menstruatie.  
Doekhan = Rook
Doe'a = Smeekbede
Doenya = Wereld

F
Fard = Verplicht (zie ook Wajib)
Fatwa = Uitspraak mbt een Islamitisch onderwerp
Fi amanillah = Moge Allah je bescherme
Fiqh = Faqaha , letterlijk betekent dit begrip. Islamitische betekent het de Islamitische jurisprudentie, wetgeving. De volledige definitie van fiqh is: het kennen van de Islamitische oordelen over Islamitische praktijkzaken met daarbij de uitgebreide duidelijke bewijsvoering.
Fi Sabil lillah = Voor de zaak van Allah
Fisq = Zondigen.
Fitna = Verderf (eigelijk letterlijk = Beproeving) (mv = Fitan)
Fitrah =  Natuurlijke aanleg waarmee men wordt geboren. De aangeboren zuiverheid die Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa in elk mens creeert, het verstand, de Sharie'ah (Islamitische wetgeving) en de zintuigen.

G
Ganzier = Varken
Gimaar = Sluier
Ghoesl = Grote rituele wassing om de staat van Djoenoeb op te heffen.

H
Hadid, 7adied = IJzer
Hadith, 7adith = Overlevering van de Profeet (mv = Ahadith)
Hadj, hajj, 7ajj = Bedevaart
Halal, 7alal, halaal = Toegestaan
Hanif, 7anif, hanief = Rechtzinnig (id zin vh volgen vh zuivere monotheïsme)
Haram, 7aram = Verboden
H'asan = Goed; een term die gebruikt wordt voor een authentieke h'adieth , maar bereikt niet het niveau van sah'ieh'
H'asanaat = Meervoudsvorm van h'asanah: beloning voor een goede daad.
Hawa =  Begeerte
H'iezb = Een 60 ste deel van de Qor-aan
H'ikmah = Wijsheid

I
Ibaadah = Aanbidding zowel innerlijk als uiterlijk, aanbidding van Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa.
'Ilm, 3ilm = Kennis
Idjmaa' = Unanimiteit/overeenstemming van de geleerden na de dood van de profeet (Salla llahoe ‘Alayhie Wa Sallam), met bewijs vanuit de Qor-aan en de Soennah.
Inna Lillahi Wa Inna Ilaihi Raji'oen = Tot Allah behoren wij, en tot Hem zullen wij terugkeren
Ih'saan = Perfectie van aanbidding, het aanbidden van Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa net of als je Hem ziet en als je Hem niet ziet, weet dan dat Hij jou wel ziet, uitmuntendheid in het geloof.
Indjiel = Evangelien, het Heilige Boek dat door Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa aan de profeet Jezus (‘Alayhie s-Salaam) geopenbaard is.
Insan = Mens (mv Nas)
InshaAllah = Als Allah het wilt
Isnaad = Keten van overleveraars van een h'adieth , die de verzamelaar van de h'adieth koppelt aan degene die het verhaald heeft.
I'tikaf = Verblijven (in een moskee voor een bepaalde tijd verblijven, wordt vaak in Ramadan gedaan)
J
Jabal = Berg (mv = Jibal)
Jahanam = Hel
Janna = Paradijs
Jihad = Strijd

K
Kafir = Ongelovige (mv = Kafiroen)
Ka'bah, Kabah, kaba = Het Heilige Huis van Allaah Soebh'anahoe wa Ta'aalaa te Mekkah, die oorspronklijk gebouwd is door Ibraahiem en zijn zoon Ismaa'iel, ‘Alayhoem as-Salaam .
Kitab = Boek
Koefr = Ongeloof
Khalifah = Leider van de moslims.
Khoeshoo' = Kalmte, helderheid, concentratie, rust, waardigheid, ootmoed en nederigheid (belangrijk voor bijvoorbeeld tijdens het gebed).
Khoetbah = Toespraak.
Kibr = Trots, hoogmoed.
Kiswah = De bedekking van de Ka'bah .

L
Lail, layl = Nacht
La hawla wa la qoewwata iella billah = Er is geen macht en geen kracht buiten dat van Allah
La Ilaha Illa Allah = Er is geen andere god dan Allah, Er is geen godheid waard aanbeden te worden dan Allah
Laylatoe l-Qadr, laylat ul qadr = De Waardevolle Nacht in Ramadhaan waarin de Qor-aan is neergezonden.
Lih'yah = Baard.


M
Ma'a al salama = Ga in vrede
Mah'ram = Mannen die volgens de Sharie'ah niet met een vrouw mogen trouwen. Een mah'ram is een man waarbij een vrouw zich ‘openlijk' mag vertonen zoals haar man, broer, vader en alle andere mannen die genoemd zijn in Soerat An Noer (24), aayah 31.
Mala-ika = Engelen
Makroeh = Afkeurenswaardig
Marhaban = Welkom. Maak het je gemakkelijk
Masjid = Moskee
Maw'id = Afspraak
Moehaadjiroen = Immigranten
Moenafiq = Huichelaar (mv = Moenafiqoen)
Moettaqoen = Zij die beschikken over Taqwa (zie Taqwa)
Mo'min = Gelovige (mv = Mo'minoen)
Mujahid = Strijdvoerder (mv = Mujahidin)

N
Nabi = Profeet (mv = Anbiya)
Nadjm = Ster
Nahar = Dag (zie ook Yawm)
Nahl = Bij
Naml = Mier
Nar = Vuur
Nisa = Vrouwen
Noer = Licht

O
Oem = Moeder

Q
Qadr Allah = Het lot van Allah, het heeft zo moeten zijn
Qalam = Pen
Qalb = Hart (mv = Qoeloeb)
Qamar = Maan
Qird = Aap

R
Rassoel = Boodschapper
Risala = Boodschap

S
Sabr = Geduld
Saddaq Allahoe adziem = Allah's woord is waarheid
Sadj-dah = Neerknieling (onderdeel van het gebed)
Sahabe = Metgezel
Sal-Allahoe 'Alaihi Wa Salam (afk. s.a.w.) = vrede zij met hem (word gezegd over de Profeet Mohamad)
Salaat = Gebed
Sama = Hemel
Selef (u salih) = Vroege generatie moslims (vrome) voorganger
Shahada = Geloofsgetuigenis
Shahr = Maand
Shams = Zon
Shirk = Afgoderij
Sidq = Eerlijkheid
Sjafakallah = Moge Allah je gezondheid schenken
So-al = Vraag
Soebhanahoe Wa Ta'ala = Heilig is Hij en Verheven
SoebhanAllah = Heilig is Allah
Soennah = Aanbevolen (handelingen die de Profeet Mohamad ook deed en die niet verplicht zijn, maar wel aanbevolen)
Soerah = Verzameling Koranverzen (Ayah) (114 Soerah id Koran) (mv = Soewar)

T
Tafsir, Tafsier = Uitleg van de Koran
Takfeer = Iemand ongelovig verklare
Talib = Student
Taqwa = Godsvrees
Taubah, Tawba = Berouw (tonen)

W
Wa 'Alaikoem Assalaam = En ook vrede met jullie
Wajib = Verplicht (zie ook Fard)

Y
Yaqeen, Yaqin = Zekerheid
Yawm, Yaum = Dag (zie ook Nahar)

Z
Zina = Ontucht