Hacken staat in het woordenboek beschreven als ‘het indringen van een computer en ongeautoriseerd bekijken van gegevens. Desondanks hoeft het werkwoord ‘hacken’ niet altijd computergerelateerd te zijn. Daarnaast ziet men, vooral dankzij de negatieve media-aandacht, het hacken als een illegale bezigheid. Hackers vinden problemen en lossen deze, als het mogelijk is, op. De verbeteringen die ze doorvoeren, en de kennis die zij hebben opgedaan geven ze door aan collega’s. De boosdoeners heten in werkelijkheid crackers.

hacken is geen misdaad

Desondanks het foutieve beeld dat men krijgt van ‘de hacker’, is het voornamelijk een technische bezigheid. Qua computerveiligheid hebben hackers veel invloed. Een hacker wordt bijvoorbeeld ingezet tijdens het controleren van de veiligheid van een systeem. Met speciaal gereedschap (vooral ontwikkeld door de hacker zelf) komen lekken in de veiligheid van een systeem boven water. Ook de gebruiksvoorwerpen van de ‘ontspoorde hacker’, de zogenoemde cracker, worden gebruikt. Zo ziet de hacker of de verbeteringen werkzaam zijn tegen bijvoorbeeld aanvallen van buitenaf door (andere) crackers.


Een hacker heeft vrijwel nooit een Windows-besturingssysteem. Andere systemen zoals OpenBSD en Linux zijn populair onder de hackers, omdat je het besturingssysteem naar eigen wensen kan aanpassen.

Het woord ‘hacken’ komt overigens van een Amerikaans genootschap genaamd de MIT. De eerste jongeheren die zich hackers noemde waren scholieren en ook waren ze lid van een treinvereniging. Een verbeterde of een gloednieuw treincircuit werd een hack genoemd. Al snel veroverde ook de computer de MIT en ging men aan de slag met de computers die bediend werden met ponskaarten (kaart met erin geponste gaten, waar je gegevens op kan vastleggen). De studenten verbeterden het werk van elkaar. Zodoende is het ‘hacken’ in de programmeerwereld terecht gekomen.

Om een grappige manier van hacken te zien, klik hier.