Justus van Maurik 1901-2021
Over toneelvereniging
Justus van Maurik
Aan het begin van de twintigste eeuw was Justus van Maurik (1846-1904)
een vermaard schrijver van sentimentele en vaak ook humoristische
schetsen over het Amsterdamse volksleven. Heden ten dage is van Mauriks
populariteit verdwenen en is zijn werk nagenoeg vergeten. Zijn naam is
blijven voortleven in een Hilversumse toneelvereniging.
Toneelvereniging Justis van Maurik werd op 29 augustus 1901 opgericht,
nog tijdens het leven van de schrijver. Ze had zichzelf een tweeledig doel
gesteld, naast het beoefenen van de ”uiterlijke wel-sprekendheid” diende
ook het gezellig samenzijn bevorderd te worden. Het eerste doel werd
bereikt door toneelspelen en het houden van voorstellingen. Over hoe het
tweede doel gerealiseerd zou kunnen worden is het uit 1921 stammende
huishoudelijk reglement vager “de vereniging organiseert gezellige
vergaderingen en anderzins” Het is dit reglement dat ons wat meer verteld
over de vroege geschiedenis van Justus van Maurik. De vereniging had een
uitgebreid bestuur bestaande uit negen personen dat voor twee jaar werd
gekozen: een eerste en tweede voorzitter, een eerste en tweede
secretaris, en een eerste en tweede penningmeester. Wanneer bij-
voorbeeld de eerste secretaris op een ledenvergadering afwezig was, dan
werd deze vervangen door de tweede.Verder zaten in het bestuur: de
regisseur, de requisiteur en de commissaris, laatst-genoemde waakte over
het goede verloop van vergaderingen en uitvoeringen. Het vervullen van
een bestuursfunctie werd bij iedere nieuwe produktie van de vereniging
gehonoreerd met een gereserveerd plaatsje op de eerste rijen.
Men kon niet zomaar lid worden. Een aspirant-lid moest achttien jaar of
ouder zijn. Daarnaast onderzocht een speciale ballotagecommissie of
iemend als lid kon worden aangenomen. Bij afwijzing hoefde ze hierover
geen rekenschap af te leggen. Had de commissie eenmaal het sein op groen
gezet, dan stond er niets meer in de weg lid te worden. Op de eerst
komende vergadering werd het reglement uitgereikt en kreeg het
nieuwbakken lid een insigne (bewijs van lidmaatschap} en moest hij ëën
gulden inleggeld betalen aan de penningmeester. De reguliere contributie
was in 1921 vijftig cent per maand, voor die tijd een niet gering bedrag.
Voor het vervullen van een toneelrol diende het lid zich aan strenge regels
te houden. Hij moest zich onderwerpen aan het gezag van de regisseur, en
zijn rol kon hem worden ontnomen wanneer hij op repetities te laat kwam
of repetities verzuimde: Op zijn minst curieus is de bepaling van artikel 23
van het huishoudelijk reglement: Het is den medespelenden herenleden
verboden gedurende de uitvoering in de dameskleedkamer te komen of
onbehoorlijk gekleed bij gesloten gordijn op het toneel te komen. deze
laatste bepaling geldt ook voor de damesleden.Hoewel het niet wordt
vermeld mogen we aannemen dat het voor de dames omgekeerd ook
verboden was zich te begeven in de herenkleedkamer. Omdat men niet
verwacht dat de damesleden zich tot zulk gedrag zullen verlagen, blijft
deze aanvulling in het reglement ongenoemd.
Justus is, zoals zovele verenigingen uit die tijd in bezit van een vaandel. Traditie is dat bij iedere voorstelling het
vaandel naast het toneel gezet wordt. Het vaandel, met prominent in het midden het portret van de schrijver van
Maurik, is gemaakt door atelier C.H. de Vries in Amsterdam. Wanneer het voor de vereniging werd vervaardigd is
onbekend. Zeker is dat het voor 1921 moet zijn gebeurd, want op de voorzijde van het huishoudelijk reglement prijkt
trots een foto van het vaandel. Bovendien werd er nog in het reglement een apart artikel aan het vaandel gewijd: Het
vaandel zal in bewaring gegeven worden op een plaats die daartoe door het bestuur geschikt bevonden wordt. Bij
eventuele verplaatsing van het vaandel, onverschillig welk doel, moet de vaandeldrager door minstens twee personen
begeleid worden. Het vaandel is tegen brand en andere ongevallen verzekerd.
Toneelvereniging Justus van Maurik dankt zijn naam aan de vergeten toneelschrijver Justus van Maurik een man die
naast talloze toneelstukken ook verhalen en reportages schrteef en na zijn overlijden in Muiderberg werd begraven.
Hoe de vereniging is ontstaan, valt niet meer te achterhalen. Wel bekend is dat de toneelvereniging begon met
veertien leden, die niet alleen oog hadden voor sociale vraagstukken maar ook kluchten, melodrama’s en blijspelen
een plaatsje gaven op hun repertoire. Naast ontspanning bleef er aandacht voor de didactische waarde van toneel.
Tijdens het 25=jarig jubileum in 1926 wees de voorzitter van de feest-commissie, J Mols, daar nog eens op. Hij zei dat
opvoeding op het gebied der voordrachtskunst de hoofdschotel is van het menu dat Justus van Maurik opdient. De
spreker hoopte dat de vereniging nog lang aan de spits der dilettanten-verenigingen zou mogen staan. Justus van
Maurik speelde daarna onder meer het door Herman Heijermans geschreven sociaal-realistische werk de opgaande zon
en het tranentrekkende melodrama de twee wezen.
Enkele jaren voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog timmerde de vereniging danig aan de weg. Ze deed mee
aan allerlei festivals, en behaalde soms een prijs. Een van de leden die voor de tweede wereldoorlog de toon
aangaven was “ome” Jan Huurdeman, de vader van actrice Tonny Huurdeman. Tijdens de Duitse bezetting ging het
gezelschap gewoon door. Dit leidde tot conflicten. Uit notulen van eem vergadering op 20 september 1940 blijkt dat
hierover meningsverschillen waren. Het ene na het andere lid bedankte. In 1943 stopte men ermee, toen het bestuur
zich niet wilde aansluiten bij de Kultuurkamer. Wel werd besloten iedere week bijeen te komen om met kaart- en
gezelschapsspelen de ploeg bij elkaar te houden en ook om het repetitielokaal te behouden. Na de oorlog ging men
weer toneel-spelen en op 25 mei 1946 werd met een bezetting van 32 rollen Gier Wally opgevoerd. Dergelijke grote
bezettingen kent men tegenwoordig niet meer.
In de jaren na de oorlog behaalde Justus successen met het stuk “Bazuinen om Jericho” Voor de leden van het
voormalig verzet werden door het hele land uitvoeringen verzorgd. In 1946 maakte Justus op uitnodiging van het
Rode Kruis een meerdaagse tournee door West-Zeeuws-Vlaanderen om voorstellingen te verzorgen voor de arbeiders
bij de wederopbouw met het stuk “De Fa Avezaath en de Keizer”. Door de komst van de televisie verloor de
vereniging in de jaren vijftig en zestig veel leden. Daarna ging het weer bergopwaarts.
In zijn lange geschiedenis heeft Justus op veel locaties in Hilversum gespeeld. Opgetreden werd in de loop der jaren
onder meer: Hotel Wilhelmina (aan de Wilhelminastraat), De Harmonie (later City-bioscoop aan de Herenstraat), Het
Kegelhuis (hotel Santbergen), theater Gooiland, Hotel Jans (aan de Stations-straat), het KAB gebouw (st. Annastraat)
en de aula van het Gemeentelijk Gymnasium aan de Schuttersweg.
De laatste jaren liep het ledental, net zoals in de jaren vijftig en zestig weer terug. Het aantal voorstellingen werd
terug gebracht van drie naar twee produkties per jaar. Dit zijn voornamelijk blijspelen, toegankelijk voor een groot
publiek. Meestal blijft het tot een uitvoering beperkt Soms werd er nog een extra voorstelling in een bejaardentehuis
gegeven.
Na 120 jaar is het doek definitief gevallen voor de Hilversumse toneelvereniging Justus van Maurik, de Coronacrisis gaf
het laatste zetje.