Je hebt van die dagen dat je je voelt alsof je in een wasmachine geslapen hebt; verkreukeld, je hoofd 180 graden gedraaid en hersencellen die weinig tot niet werken, maar nog steeds slapen. Vandaag is echter anders. Het voelt alsof mijn hoofd en lichaam niet meer in de echt verbonden zijn, maar vannacht een scheiding hebben voltooid. Alcohol werkt toch als een strop met een te diepe valkuil.
Mijn wekkerradio vraagt me om 07:00u voor de derde keer of ik onderhand niet eens mijn bed uit moet gaan en mijn werk moet gaan bezoeken. Mijn antwoord is kort en allesomschrijvend: snooze. Tien minuten later probeert hij het opnieuw, maar mijn door alcohol gesloopte hoofd is alles behalve klaar voor deze dag. De schade van een nacht alcoholmisbruik is niet te ontkennen.
Rechts van me ligt een blauw, bezwete capuchontrui welke een bierlucht uitstraalt die mijn maag opnieuw doet omdraaien met een luide bierboer als gevolg. Dat mijn lichaam nog meer lucht bevat, blijkt uit de lucht die onder de dekens vandaan komt waaien. Naast mijn bed staat een emmer met het beste nieuws van de ochtend: leeg. Blijkbaar was ik niet dronken genoeg een plakaatje te leggen, maar ook nog eens nuchter genoeg om de emmer klaar te zetten. Om de een of andere duistere reden staat mijn televisie op ZDF, dat mij in het Duits het ochtendjournaal voorlegt. Met een diepe zucht zap ik naar Nederland 2 om te kijken of in mijn blackout de wereld is vergaan, maar Sascha de Boer stelt me gerust. In het Midden-Oosten wordt nog steeds met bommen gegooid en Zalm weet me te vertellen dat we geen extra lastenverlichting zullen krijgen. In andere woorden: het bier wordt dus in feite weer duurder, waardoor ik nog meer gedwongen word tot het verrichten van arbeid. De aarde lijkt nog net zo hard te draaien als vóór het eerste Heerlijk Helder Heinekentje. Ik besluit mijn bed maar uit te komen, maar mijn hoofd is duidelijk nog niet zo ver en de Germaanse dondergod Thor begint met zijn hamer de binnenkant vrij onvriendelijk te bewerken. Een paar keer diep ademhalen met mijn ogen dicht brengt het gehei terug tot een zacht, irriterend gedreun. Ik twijfel of een paracetamol, maar mijn caffeïneloze maag kan op dit moment nog niet omgaan met bloedverdunnende schimmels, bedenk ik me.
“Dan maar een douche, werkt altijd verfrissend”, fluister ik tegen mezelf. Eén van mijn huisgenoten heeft mijn activiteit echter gehoord en schiet nét voor me de douche in. Binnensmonds vloekend rol ik terug de trap op naar mijn kamer en laat mijn Senseo vast opwarmen. Gerrit Hiemstra weet me ondertussen te vertellen dat het vandaag opnieuw geen winter wordt, maar vrij zonnig tot het einde van de middag. Dan slaat het weer om naar het oer-Hollandse klereweer. “Dit blijft het hele weekend aanhouden”, terwijl het weekend nog niet eens is aangebroken. Zelden zie ik mensen zo enthousiast slecht nieuws brengen. Hij lijkt wel een clown op een begrafenis. Het voelt als mijn begrafenis, ik ruik tenslotte als een lijk. Het enige wat nog mist is de koffie en cake.
Koffie, alcohol voor de ochtendmens. Ondertussen is het al 07:30u en over een uur dien ik in ’s-Hertogenbosch mijn debiteuren aan hun oren te trekken, maar dit is inmiddels al een onmogelijke opgave. Alleen al omdat ik halfnaakt, stinkend, boeren en koffieloos door mijn kamer wandel. Ik moet eigenlijk even bellen dat ik iets later ben, omdat ‘de trein vertraging heeft’, maar als ik dat nu doe verwachten ze me over een half uurtje. Veel te weinig tijd, veel te veel te doen. Langzaam raken mijn hersenen ook weer doorbloed en wordt het tijd prioriteiten te stellen. Prioriteit 1: koffie. Mijn Senseo heeft een minuut of vijf nodig om op temperatuur te komen, maar dat doet ie alleen als de stekker erin zit. Just one of those days. Ik hoor gestommel op de overloop; de douche is vrij. Snel pak ik mijn handdoek en rol de trap af. Ik vertel me op het aantal treden en knal met hoge snelheid met mijn rechter kleinste teen tegen de openstaande deur aan. Hier kan geen koffie of English breakfast tegenop; ik ben in één klap nuchter. Ik wil alles wat maar in me opkomt eruit schreeuwen, maar mijn middenrif trekt zich samen met een astmatisch hoog piepje tot gevolg. Niet lang echter; mijn samentrekkende middenrif omarmt mijn maag en begint een dansje. De afstand tot de lege emmer staat bij lange na niet in verhouding met de snelheid waarop de pizza van gisteren zich omhoog wurmt met als eindresultaat een volle wasbak. Na wat geproest via mijn mond en neus en de derde boer van de dag tot slot, besluit ik me voor de rest van de dag op te sluiten in mijn privévertrek en verder te slapen, zodat ik vanavond weer fit ben om volop te kunnen genieten van het Heerlijk Helder Bier. Al zal ik er dan weinig van proeven, dat het snel zal aanslaan is zeker.
|