Een eitje koken

Een eitje koken kan iedereen. Maar het is nog een hele kunst om een eitje lèkker te koken. En nu komt het: 't lekkerste eitje wordt niet gekookt, maar gegaard in de restwarmte van het water. Het eiwit wordt dan namelijk niet zo gauw 'rubberig' en het eigeel wordt niet te droog. Bovendien loop je minder risico dat je eitje kapot kookt. En een eitje op deze manier bereid kleurt niet zo gauw blauw als je het in de koelkast bewaart.

Dit is eigenlijk geen hooikist recept, maar het principe blijft hetzelfde: gebruikmaken van de restwarmte. Zó pak je het aan:

Vul een pan met koud water en leg er de eieren in. Strooi er wat zout in. Breng het met deksel erop aan de kook. Als het goed kookt draai je het vuur uit (of je verplaatst je pan naar een koude pit). Deze pan laat je 15 minuten staan; laat daarna de eieren schrikken en je hebt hardgekookte eitjes!