Artikel uit BN/DeStem van 29-08-2002
  Kansloos blowen in het Valkenberg
Van onze verslaggever
  Donderdag 29 augustus 2002 - BREDA - "Begeleiding zou voor ons allebei 
  heel goed zijn", zegt de 17-jarige Wilma Broere en steekt een sigaret op. 
  Gekleed in een zwarte trui met NAC-symbolen knikt haar 21-jarige vriend Dennis 
  Kommern instemmend. Sinds oktober 2001 is het stel dakloos.
  Dennis en Wilma leven bij de dag en vullen de tijd voornamelijk met blowen in 
  het Valkenberg. "Waar het ons om gaat, is dat we een plaats voor ons zelf 
  hebben. Dan kunnen we ons leven op een normale manier opbouwen", vertelt 
  Dennis. Wilma had veel problemen thuis en wil niets meer van haar familie weten. 
  Dennis is van huis weggelopen, omdat zijn ouders Wilma niet mochten. 
  Voordat het duo bij de oma van Dennis terecht kon, zwierf het bijna vier maanden 
  op straat. "We sliepen midden in de winter buiten. Het was soms wel -10 
  graden Celsius. Mijn voeten vroren er bijna af", zegt Wilma. Voedsel, drinken 
  en sigaretten stalen de twee in de winkels. Totdat het stel betrapt werd. Wilma 
  kwam er vanaf met een werkstraf bij bureau Halt, Dennis moest voorkomen en kreeg 
  een boete van 110 euro. 
  Het leven op straat werkte frustrerend op het stel. "We konden het niet 
  meer aan om zo te leven", zegt Dennis. "We hadden bijna altijd ruzie", 
  vertelt Wilma. 
  Hulp om te overleven krijgt het stel nu van de jongerenwerkers van het Straathoekwerk, 
  van de Stichting Vertizontaal en sinds januari ook van de oma van Dennis, waar 
  ze tegen kostgeld een slaapplaats en eten krijgen. "Overdag leven we op 
  straat, omdat we mijn oma geen 24 uur per dag lastig willen vallen", zegt 
  Dennis. 
  Een positief uitzicht op de toekomst heeft het stel niet. Dennis is arbeidsongeschikt 
  en ontvangt een uitkering. Wilma komt door haar zwervende bestaan nauwelijks 
  aan een baan. "Ik word steeds ontslagen om de lulligste redenen, zoals 
  blowen ná het werk", vertelt ze vol verbazing. Sinds januari heeft 
  ze nooit langer dan vijf weken op dezelfde plaats gewerkt. 
  Beiden hebben een gat in de hand. Geld bewaren of sparen kunnen ze niet. Bij 
  het Straathoekwerk heeft Dennis tijdelijk een budgetteringscursus gevolgd, waar 
  hij wekelijks een bepaald bedrag kreeg. Dennis haakte vroegtijdig af. "Ik 
  had geen zin meer om met zakgeld te leven." 
  Van de uitkering van Dennis gaat iets minder dan één tiende deel 
  naar zijn oma. De rest gaat op in de koffieshop. "We kunnen niet zonder 
  joints", zegt Dennis. "Als ik 's ochtends wakker word, dan denk ik 
  'wiet'", reageert Wilma. "Ik doe de hele dag niks omdat ik geen werk 
  heb, dus ga ik maar blowen", vervolgt ze. 
  Bij het Straathoekwerk krijgen de jongeren een luisterend oor van de maatschappelijk 
  werkers. Simon Matitaputty beheert de locatie aan de Concordiastraat. "We 
  bieden de zwerfjongeren een postadres. Daarnaast bouwen we aan een vertrouwensrelatie 
  met hen, zodat we de daklozen kunnen helpen met het oplossen van onder meer 
  hun schulden", legt Matitaputty uit. Het postadres is nodig voor de uitkeringen. 
  Het nadeel van het Straathoekwerk is alleen dat het maar enkele uren per dag 
  open is. Daklozen kunnen er niet slapen. "Wel is het mogelijk om gezamenlijk 
  te eten, als er tenminste een thuisloze bereid is om boodschappen te doen en 
  te koken", zegt Matitaputty. 
  Volgens Dennis is het beleid voor zwerfjongeren in Breda slecht. "Er is 
  nauwelijks ondersteuning. Als ze nou eens een aantal woningen aan de zwervers 
  geven, dan kunnen ze die zelf inrichten en zijn die daklozen van de straat", 
  meent Dennis. Wilma: "Zwerfjongeren hoeven dan niet meer op de raarste 
  plaatsen te slapen. Dat scheelt veel overlast."