Niet-verslaafde
dakloze wil ook plek
de Volkskrant, Binnenland, 2 april 2002
Van onze medewerker Philip van de Poel
Jeroen, Mark en Jan-Pieter zijn dakloos. Ze gebruiken geen harddrugs, hebben
geen psychiatrische problemen en beschikken over dezelfde papieren als iedere
andere burger. 'Normale' daklozen noemen ze zichzelf. Een vergeten groep, vinden
ze, want het gros van de opvangvoorzieningen is toegesneden op verslaafde daklozen.
De gemeente Utrecht heeft werk gemaakt van de maatschappelijke opvang van druggebruikers.
In korte tijd zijn ettelijke gebruiksruimtes geopend. De openingstijden van
de daginloop voor gebruikers zijn verruimd. Ook komen er hostels, waarvan de
eerste inmiddels draait.
De niet verslaafde daklozen voelen zich bij al deze inspanningen over het hoofd
gezien. 'Als je geen drugsprobleem hebt, sta je aan de kant', zegt Jan-Pieter.'Wij
willen een eigen plekje. Als niet-gebruiker heb ik geen zin om de hele dag tussen
de junks te zitten.'
De grieven van de 'gewone' daklozen concentreren zich op de schamele opvangmogelijkheden.
Hun dagopvang bestaat uit enkele over de week versnipperde uurtjes. Vanwege
capaciteitsgebrek is het vinden van een slaapplek een crime. En 'op zaal' worden
rustige slapers volgens ex-dakloze Jan doorlopend geconfronteerd met geweld
en ellende.
Om de politiek op hun situatie te wijzen, kraakten enkele Utrechtse daklozen
in het paasweekeinde het leegstaande voormalige Wilhelmina Kinderziekenhuis
(WKZ). De actievoerders kregen steun van de Utrechtse 'straatadvocaten', ex-daklozen
die optreden als belangenbehartigers. 'Daklozenbeleid in Nederland is in feite
overlastbestrijding in plaats van hulpverlening', aldus straatadvocaat David
van Luin.
De kraakactie was geen lang leven beschoren. Binnen enkele minuten arriveerde
de politie om de daklozen uit het gebouw verwijderen. Buurtbewoners mengden
zich in de discussie. 'We willen geen gedonder de buurt', zei een buurman. 'Wij
ook niet', antwoordde actievoerder Jeroen. 'We gaan een streng deurbeleid voeren.'
Juist toen de buurt begon te ontdooien, werd de samenspraak verstoord door de
komst van de vaste bewoner van het WKZ. Politie, actievoerders en buurtbewoners
keken elkaar aan toen 'mister E.' zijn met uitwerpselen bezaaide slaapplek op
het braakliggende terrein opzocht. 'En die junk mag wel het terrein op', merkte
Jeroen boos op.
De actie eindigde in een dubbele deceptie. Naast een nieuw onderkomen was de
actievoerders ook een slaapplaats voor de nacht door de neus geboord. De inbeltermijn
voor de nachtopvang was tijdens de actie verstreken. 'Dat wordt weer buiten
slapen', zuchtte actievoerder Mark terwijl hij zijn bezittingen op zijn rug
hees.
Copyright: Poel, Philip van de