De muziek wordt geschreven op een notenbalk. Deze notenbalk is onderverdeeld in maten hoe groot zo'n maat is wordt bepaald door de maatsoort. Een voorbeeld van een maatsoort staat hieronder.

Het voorbeeld hiernaast is een 4/4 maat. Dit wordt uitgesproken als vierkwartsmaat. Dat houdt het volgende in. De  bovenste 4 geeft het aantal tellen in de maat aan. De onderste 4 geeft aan welke noot 1 tel is. Denk hierbij aan breuken van de lagere scholen. Er zitten dus 4 tellen in deze maat en de kwartnoot is 1 tel.

Op deze manier kan je verschillende maatsoorten maken echter het onderste getal moet altijd een kwadraat van 2 zijn. Dus 1,2,4,8,16,32,64 etc, etc. Je hebt namelijk alleen dit soort noten.