H. van Overvest vertelt er het volgende over:
"We kregen een stel kamers in het hotel op het vliegveld, daar werden
we ingekwartierd. We moesten naar Eelde vanwege de vele neutraliteitsschendingen,
vooral in het noorden, zowel door Duitse als door Engelse toestellen. De
Engelsen gooiden toen boven Duitsland nog pamfletten uit.
We stonden alarmgereed, bij een telefoontje uit Den Haag moesten we
zo snel mogelijk starten. Dat gebeurde zo'n vier of vijf keer per dag.
Je had net de eerste hap van je spiegelei op of daar ging de telefoon weer.
...
Do18
Na een paar dagen hadden we de eerste schietpartij. Bij Schiermonnikoog
was een Dornier Do 18 geland. Wij er op af, we moesten hem binnen onze
territoriale wateren houden. Daar hebben we hem voor de boeg geschoten
toen hij omhoog vloog. Later volgde nog een schot in de boeg, waarna hij
definitief is omgekeerd. De bemanning is geinterneerd.
Toen we daarna terugkwamen kregen we een geweldige discussie met de
marconist op Eelde, die zei:"Ik geef jullie nooit meer een bericht door,
jullie zijn moordenaars, je had die mensen wel dood kunnen schieten.
Autoradio
We hadden toen nog geen radio in die kisten, ik had m'n autoradio ingebouwd
en met hem een afspraak gemaakt om bepaalde berichten door te geven. Dat
wilde hij niet doen, typisch een vent van het gebroken geweertje."
Op 19 november werd op een He 111 geschoten.
Rotweer
"Het was die dag heel rot weer, 't was zondagochtend. Er kwam een telefoontje
uit Den Haag, Focquin de Grave nam het aan. Ze vroegen: kunt u starten?
Het kon eigenlijk niet, de bewolking zat op zo'n vijftig tot honderd meter,
het regende met een harde oostelijke wind.
Toevallig liep mijn kist eerst, we startten normaal altijd van het
punt waar we stonden, trokken ons niet te veel van de wind aan. De anderen
sloegen niet direct aan, ik ben toen gestart en ging voor de ene en achter
de andere langs.
He111
De Heinkel was gesignaleerd boven Texel. Het enige wat wij konden was
naar Rottumeroog vliegen en dan linksaf. We vlogen in betrekkelijk wijde
lage formatie, ik zat rechts en zag de Heinkel rechts voor me, twintig
meter boven de zee. Ik draaide er op af, had geen radio, maar riep toch
:"Frans, Willem, een Heinkel!" ...'t was zinloos.
Hij bleef een of twee lengten voor, ik schoot meteen. Hij begon direct
te klimmen, ik draaide erachter, weer schietend en hij schoot terug, terwijl
hij bijna de wolken inging. Frans en Willem er ook achteraan, die hebben
ook geschoten ... in het uitlaatsysteem van mijn motor, vlak voor mijn
neus. Ik heb reuze geboft,ze gebruikten panterskogeltjes met een groot
penetratievermogen.
De kogel is via het uitlaatsysteem door de klepstoter de cylindermantel
ingegaan, toen was de vaart eruit. We hebben later de cylinder van mijn
kist getrokken, er zat een deukje in, de zuiger was net niet vastgelopen.
Anders was ik zondermeer in de Waddenzee verdronken.
Die Heinkel heeft in Oost-Friesland een noodlanding gemaakt met een
doe schutter aan boord.
's Avonds werd deze overwinning met een maaltijd en wodka gevierd bij Hazewinkel van het Nieuwsblad van het Noorden.
Verder vertelt Van Overvest:
Stugge noorderlingen?
"Gezien de grensovertredingen was Eelde belangrijk, 't was een zeer
goed veld, wel wat drassig, maar het viel wel mee. Overigens, zo gauw ze
beton op een vliegveld gooien is de gezelligheid er uit.
We hadden een leuk contact met de zogenaamd stugge noorderlingen. Met
de infanterie op Eelde leefden we niet op voet van boeiende vriendschap."
"We hadden enorm de pest in, toen we weg moesten van Eelde, we hadden 't er enorm leuk."
Overige gevechtscontacten