De 1e JaVA op Eelde

De 1e JaVA verbleef van 11 september 1939 tot 6 januari 1940 op het Groningse vliegveld Eelde.

H. van Overvest vertelt er het volgende over:

"We kregen een stel kamers in het hotel op het vliegveld, daar werden we ingekwartierd. We moesten naar Eelde vanwege de vele neutraliteitsschendingen, vooral in het noorden, zowel door Duitse als door Engelse toestellen. De Engelsen gooiden toen boven Duitsland nog pamfletten uit.
We stonden alarmgereed, bij een telefoontje uit Den Haag moesten we zo snel mogelijk starten. Dat gebeurde zo'n vier of vijf keer per dag. Je had net de eerste hap van je spiegelei op of daar ging de telefoon weer. ...

Do18
Na een paar dagen hadden we de eerste schietpartij. Bij Schiermonnikoog was een Dornier Do 18 geland. Wij er op af, we moesten hem binnen onze territoriale wateren houden. Daar hebben we hem voor de boeg geschoten toen hij omhoog vloog. Later volgde nog een schot in de boeg, waarna hij definitief is omgekeerd. De bemanning is geinterneerd.
Toen we daarna terugkwamen kregen we een geweldige discussie met de marconist op Eelde, die zei:"Ik geef jullie nooit meer een bericht door, jullie zijn moordenaars, je had die mensen wel dood kunnen schieten.

Autoradio
We hadden toen nog geen radio in die kisten, ik had m'n autoradio ingebouwd en met hem een afspraak gemaakt om bepaalde berichten door te geven. Dat wilde hij niet doen, typisch een vent van het gebroken geweertje."

Op 19 november werd op een He 111 geschoten.

Rotweer
"Het was die dag heel rot weer, 't was zondagochtend. Er kwam een telefoontje uit Den Haag, Focquin de Grave nam het aan. Ze vroegen: kunt u starten? Het kon eigenlijk niet, de bewolking zat op zo'n vijftig tot honderd meter, het regende met een harde oostelijke wind.
Toevallig liep mijn kist eerst, we startten normaal altijd van het punt waar we stonden, trokken ons niet te veel van de wind aan. De anderen sloegen niet direct aan, ik ben toen gestart en ging voor de ene en achter de andere langs.

He111
De Heinkel was gesignaleerd boven Texel. Het enige wat wij konden was naar Rottumeroog vliegen en dan linksaf. We vlogen in betrekkelijk wijde lage formatie, ik zat rechts en zag de Heinkel rechts voor me, twintig meter boven de zee. Ik draaide er op af, had geen radio, maar riep toch :"Frans, Willem, een Heinkel!" ...'t was zinloos.
Hij bleef een of twee lengten voor, ik schoot meteen. Hij begon direct te klimmen, ik draaide erachter, weer schietend en hij schoot terug, terwijl hij bijna de wolken inging. Frans en Willem er ook achteraan, die hebben ook geschoten ... in het uitlaatsysteem van mijn motor, vlak voor mijn neus. Ik heb reuze geboft,ze gebruikten panterskogeltjes met een groot penetratievermogen.
De kogel is via het uitlaatsysteem door de klepstoter de cylindermantel ingegaan, toen was de vaart eruit. We hebben later de cylinder van mijn kist getrokken, er zat een deukje in, de zuiger was net niet vastgelopen. Anders was ik zondermeer in de Waddenzee verdronken.
Die Heinkel heeft in Oost-Friesland een noodlanding gemaakt met een doe schutter aan boord.

's Avonds werd deze overwinning met een maaltijd en wodka gevierd bij Hazewinkel van het Nieuwsblad van het Noorden.

Verder vertelt Van Overvest:

Stugge noorderlingen?
"Gezien de grensovertredingen was Eelde belangrijk, 't was een zeer goed veld, wel wat drassig, maar het viel wel mee. Overigens, zo gauw ze beton op een vliegveld gooien is de gezelligheid er uit.
We hadden een leuk contact met de zogenaamd stugge noorderlingen. Met de infanterie op Eelde leefden we niet op voet van boeiende vriendschap."

"We hadden enorm de pest in, toen we weg moesten van Eelde, we hadden 't er enorm leuk."

Overige gevechtscontacten