Marinevliegkamp De Kooy
Tijdelijk onderkomen van de 1e Java

10-14 mei:van felle luchtgevechten tot vernieling


De 1e Jachtvliegtuig Afdeling was slechts gast op marinevliegkamp De Kooy bij Den Helder. In april 1940 waren de 12 Fokker D-21 jagers en die ene Fokker C-IX er neergestreken.
De Marine Luchtvaart Dienst had op De Kooy de opleidingen tot vlieger, waarnemer, militrailleurschutter en vliegtuigmaker gevestigd. Voor dit doel stonden vijftien Koolhoven FK-51 lesvliegtuigen opgesteld langs de zuidgrens van het landingsterrein. Nog eens vijftien Fokker S-IX lesvliegtuigen stonden langs de westgrens geparkeerd.
De bewaking van het vliegkamp was sinds 9 mei in handen van een sectie van het 21e Depot Bewakingbataljon. Zij had zich ingegraven aan de kanaaldijk, ten oosten van het vliegveld.
Tegen luchtlandingen en als luchtafweer stonden langs de noord- en oostzijde vier zware en zes lichte luchtdoelmitrailleurs. In de zuidoosthoek waren drie 20 mm mitrailleurs opgesteld. In de omgeving van de hangars waren 10 Lewis mitrailleurs te vinden. De luchtwaarnemingspost was op het dak van hangar-noord.
Als extra voorzorgsmaatregel waren er zogenaamde asperge-versperringen (door staalkabels verbonden palen) aangebracht op het veld. Deze bleken vanuit de lucht onvoldoende. De camouflage van de gebouwen was echter in orde.
Plattegrond De Kooy; de 'gehoornde' cirkels zijn mitrailleuropstellingen


Aanval op aanval
De Kooy kreeg het in de meidagen zwaar te verduren. Alleen al op 10 mei werd het vliegkamp zes keer aangevallen. De trieste balans: alle Koolhoven FK-51 en Fokker S-IX lesvliegtuigen werden vernield. Rond 12.30 uur waren ook alle D-21 jagers buiten gevecht gesteld. Zij waren op tijd opgestegen en hadden in totaal zes Duitse toestellen neergehaald. Het was aan kranig monteurswerk te danken dat die dag nog twee D-21 jagers naar Buiksloot konden vliegen. Daar werden ze samengevoegd met de restanten van de 2e Java. Op 12 mei vlogen nog drie en op 13 mei nog één D-21 naar Buiksloot.
's Ochtends waren nog een Fokker G-1 /315 en een T-V op De Kooy geland. De G-1 vernielde de versperring en blokkeerde de enige landingsstrook. Een tweede strook werd aangelegd. De G-1 vloog die avond ook naar Buiksloot. De T-V bleef op De Kooy achter.
Tijdens een middagaanval (12.00 uur) brandden de hangar-zuid, de kazerne en de kantoren tot de grond toe af. Bij een eerdere aanval waren één dode en twee gewonden gevallen.
Om grotere schade te voorkomen werd de nog intacte hangar-noord ontruimd; vliegtuigmotoren kwamen in boerenschuren terecht, manschappen werden verspreid in bloembolenschuren gelegerd. De hele motorafdeling vond onderdak in een leegstaande schol aan de Korte Vliet. Toen op 10 mei de avond inviel bestond de 1e Java niet meer en werd De Kooy niet meer als vliegveld gebruikt.

Rustige laatste dagen
De 1e Java liet De Kooy vrijwel onverdedigd achter. Luchtdoelmitrailleurs namen de volgende dag om 14.00 en 18.00 uur Duitse jagers onder vuur. Op Eerste en Tweede Pinksterdag bleef het rustig. De herlokatie van het luchtafweergeschut bleek onnodig. Op dinsdag 14 mei kwam om 16.00 uur de order "alles vernielen" binnen. Geheime stukken, fotomateriaal en privé-stukken gingen in vuur op. Machines en gereedschap werden in de sloten gedumpt. Lesvliegtuigen voorzover nog niet door de Duitsers, nu door Nederlanders onherstelbaar vernield. Een uur later kwam de order binnen om de wapens neer te leggen en de vernielingen te staken.