Onderstaand een vrije weergave van verslag dat door Buwalda in 1946 werd geschreven. Voor de leesbaarheid zijn enkele tussenkopjes toegevoegd.
Engeland krijgt "een beurt"?!...
Bij het krieken van de 10e Mei of even daarvoor gewekt. Ik bevond me
in de barakken aan de Kalkweg op de grens (Z-O) van het vliegveld. Ik moest
me onmiddelijk melden op het bureau van kapitein Scholtmeyer. Ze snel als
mogelijk meldde ik me en vond daar ook kapitein de Boestert, de luitenanten
Woudenberg en Kuypers en sergeant Sipkes.
We hoorden een voortdurend zwaar gebrom van overtrekkende toestellen,
komende uit Z.O en O. Het was nog te duister om te zien. Ieder was van
mening dat Engeland "een beurt" kreeg. Na enige tijd van gebrom en betrekkelijke
rust, terwijl het allens lichter werd, zagen we plotseling op zeer geringe
hoogte een aantal toestellen in kiellinie naderen.
Bombardement
Ze wierpen bommen op onderkomens. Eigen luchtdoelartillerie begon direct
te vuren. Kapt. Scholtmeyer trachtte Den Haag te bereiken per telefoon.
Ook werd de sirene alarm in actie gebracht. Het bombardement dat Waalhaven
direct hierop onderging, was van dien aard dat er reeds toen slachtoffers
waren. Ook doordat het Holland personeel dat de gebombardeerde gebouwen
ontvluchtte, door de boordvuurwapens van de bombers werd getroffen.
De Koolhovenfabriek brandde als een fakkel. En ook de gebouwen aan
de Kalkweg (woonbarakken en kantines van militair vliegveldpersoneel) brandden
reeds.
Eerste G-1 de lucht in...
Temidden van dit tumult is lnt. Kuypers gestart. Ik zag hem tussen
de vijandelijke toestellen vliegen. Even daarna landde hij echter weer
(motorstoring naar ik vermeen). Hij pootte de G-1 midden op het terrein
neer zodat het een obstakel opleverde voor de rest. Vermoedelijk kon het
echter niet anders.
Buwalda volgt met moeite...
Een auto zou de bemanning naar de toestellen brengen. De auto stond
er wel, maar behalve ik kwam er niemand opdagen. Ik ben toen al vallend
en opstaand naar mijn G-1 gehandicapt door vuur en scherven. Dit toestel
stond aan de meest westelijke zijde van Waalhaven. In de richting Pernis.
Daar aangekomen heb ik nar de startploeg en mijn staartschutter gezocht.
Tenslotte ontdekte ik ze in een onderkomen nog verder weg. De sgt. Uitjes
met nog twee man moesten de motoren aanslaan. De sgt. Wagenaar was mijn
schutter, maar geen marconist en ik kon hem dus niet benutten voor boord-
en radiocommunicatie.
Het aanslaan van de motoren duurde enige tijd. Gedurende deze werkzaamheden
was er een voortdurend vuur van luchtdoel en vijandelijke toestellen De
lichtspoorprojectielen huppelden af en toe door het gras.
Door het eerder genoemde toestel van lnt. Kuypers sterk gehinderd en
met in het front de brandende Koolhoven fabriek was deze start een knijperige
bedoening. Alles ging echter goed en ik had Waalhaven beneden mij.
...En bindt direct de strijd aan!...
Schiet een Heinkel neer...
Aanvankelijk vuurde de luchtdoel- en grondmitrailleurs op mij. Maar
vrij vlot hield dat vuren op.
Ik zag een Heinkel, die zich eerst boven het vliegveld bevond in de
richting van Beierland vliegen. Ik ben er opafgegaan en kreeg hem bij Zuid-Beierland
te pakken. De boordschutter probeerde mij van het lijf te houden. Maar
ik zat iets lager dan hij kon vuren. Ik gaf de volle laag op de cockpit
met 2x4 mitrailleurs. De Heinkel kwam met een smak neer in een van de polders.
Beschermt zonder succes andere G-1...
Ik draaide weer terug en kwam weer in de nabijheid
van Waalhaven. Iets ten zuiden nam ik een G-1 waar. Ik zag dat het 2e
lnt. Van der Jagt was. Hij vloog zonder luchtschutter wat m.i. zelfmoord
betekende.
(de schutter, sgt. S. de Vos werd op weg naar het vliegtuig uit
de lucht neergeschoten)
Ik wilde naast hem blijven om hem met mijn boordschutter nog enige
steun te geven. Om door mij onbekende redenen, draaide hij zo scherp af
dat het niet mogelijk was bij te blijven. Later bleek lnt. van der Jagt
afgeschoten te zijn. Hij stortte bij de Nieuwe Matex in de Waterweg.
En schiet een Do-18 neer...
Vliegend uit de richting Rotterdam zag ik een Dornier die al klimmend
naar het Zuiden trachtte weg te komen. Ik ben er achteraan gegaan en kreeg
hem bij Dordrecht te pakken. Ook de hekschutter van dit toestel trachtte
mij met zijn vuur tegen te houden. Ik dook onder de bunel en gaf ook dit
toestel, richtend op de cockpit, de volle laag. Bij het laatste schot van
de voorraad ging ze in een steile vrill e omlaag en kwam in een van weilanden
in de buurt van Dordecht neer.
...Maar wordt zelf ook neergeschoten...
Bijt stevig van zich af
Terwijl ik een scherpe bocht draaide om de Do-18 na te zien, zag ik
overal jagers in kiellinie op mij af komen. Toen pas realiseerde ik me
dat het "stom" was geweest zo hoog (1500 m) te komen. Ze vuurden
op me van alle kanten. Ik kreeg de indruk dat er zelfs toestellen bij waren
die rode ballen uitspuwden en die over mijn vleugel leken te glijden.
...ik dook loodrecht ...en vloog met grote snelheid angstig dicht langs
de grond. Ik hoorde mijn boorschutter schieten, wat een hele geruststelling
was. Met korte, snelle wendingen probeerde ik mijn achtervolgers
van me af te schudden. Tweemaal zag ik Messerschmitts rokend afbuigen.
En hoorde steeds weer de mitrailleur van mijn staartschutter.
...wordt geraakt...
Plotseling rookte mijn rechter motor en zag ik benzine of olie uit
de tanks spuiten. Ik heb toen getracht met een motor verder te komen en
te proberen een van onze noodlandingsterreinen te vinden. Ik was toen ter
hoogte van Zevenbergse Hoek.
Vanzelfsprekend heb ik de rechter motor afgezet. Brand kwam er tot
mijn gerustelling niet uit. De linker motor kreeg toen ook storing. In
de buurt van Zevenbergen. Daar heb ik op een grote weide een buiklanding
gemaakt. Ik zag nog een glimp van een achtervolgende Meeserschmitt.
Terug naar Waalhaven...
Boordschutter gewond...
Na de landing ging ik uit mijn cockpit en opende de klep van mijn luchtschutter,
de sgt. Wagenaar. Deze was in het gezicht gewond en bloedde erg. Zijn parachute
zat vol kogelgaten en de kolf van zijn mitrailleur was kapot geschoten.
Toevallig was er een dokter in een boerderij in de nabijheid en deze heeft
het eerste verband gelegd.
Met behulp van de burgemeester krijgen Buwalda en Wagenaar een auto
los. Die brengt hen tot Numansdorp. Daar gaat het in een Peugeot verder.
( De achtermitrailleur en enige gevulde patroonbanden voeren ze met zich
mee (Molenaar)) Smitshoek is het einde van de reis. Daar neemt Buwalda
het commando op zich van de verdediging. Van de inname van Waalhaven heeft
hij ondertussen gehoord. De luchtdoelartillerie van Smitshoek is buiten
gevecht gesteld. De Duitsers dringen op. Dan nadert een auto met daarin
een Hollandse offcier die met een witte vlag zwaait...
Buwalda herkent hem. Het is majoor Simon Thomas, commadant van Waalhaven..
De auto stopt voor de wegversperring.
Majoor Simon Thomas sneuvelt...
De majoor gaf te kennen dat de overige inzittenden met mij wilden onderhandelen.
Het waren een Hauptmann of iets dergelijks en drie anderen. Allen in camouflage
en gehelmd. De Duitse officier vroeg mij toen de tegenstand te staken.
Ik weigerde en vroeg de majoor aan onze kant te komen.
Op dat moment pakten de Duitsers alle vier hun pistolen. Die hadden
op hun schoot gelegen. Ze vuurden op mij, maar 25 meter is een hele afstand,
Bovendien sprong ik opzij. Op dat moment zag ik majoor Simon Thomas vallen.
De Duitsers zijn voor en na getroffen en gedood. Een was zwaargewond
door een buikschot, maar ook deze stierf.
Majoor Simon Thomas is door mijn mannen op een schraag in een boerenschuur
gelegd. Zelf hem ik hem de ogen dichtgedrukt.
Vertrek uit Smitshoek
Onze toestand werd toen zeer precair. Van alle kanten kwamen de moffen
aanzetten. Wel konden wij ze nog op een afstand houden, maar als we niet
gegrepen wilden worden moesten we nu zo snel mogelijk weg. In allerijl
werden de auto's volgeladen en wat niet mee kon werd onklaar gemaakt. Of
in het water gegooid.
Buwalda eindigt op Oud-Beijerland waar hij de Pinksterdagen doorbrengt en opdracht krijgt om zich op vliegveld Bergen bij majoor Schlimmer te melden.
Getuige van neerstorten twee T-V's
Ik ben in Beijerland nog getuige geweest van het afschieten van 2 T-V's,
waar o.a. serg.-majoor Oostingh bij sneuvelde. Een lid van de bemanning
zag ik nog zich met een parachute in veiligheid stellen. Hem ontmoette
ik in het hulphospitaal in Beijerland. Dit was een zekere Hartog (marconist
of luchtschutter).
Op weg naar Bergen...
Ik ben middels een Rode-Kruis colonne via Brielle over ponten tenslotte
in Den Haag gekomen. Met diezelfde colonne die aanvankelijk naar Utrecht
moest, maar onderweg de nacht van koers veranderde, kwam ik in Haarlem
aan. Van Haarlem naar Bergen was tenslotte een stapje.
Ik heb nog een nacht in Bergen gelogeerd. Als bestuurder van een Chevrolet
moest ik die naar Badhoevedorp rijden. Tijdens die rit kwam de capitulatie.