Parachutisten verlaten een Ju-52. De Duitse parachutistenaanval tegen het regeringshart Den Haag en de vliegvelden faalde. Door de verrassende verovering van de Moerdijk- en de Maasbrug was de mei-oorlog desalniettemin toch al op de eerste dag beslist. Duitse pantsercolonnes konden vanuit Brabant nu rechtstreeks het hart van de Vesting Holland binenrijden.
De Luftwaffe zette tegen Nederland 160 bommenwerpers, 240 jagers, en 430 transporttoestellen in. De Ju 52 transporttoestellen vervoerden luchtlandingstroepen. Hun aanval op de vliegvelden mislukte, die op de Maasbrug in Rotterdam en de Moerdijkbrug was sucesvol.
Aan bommenwerpers namen de Ju-87 (28) , de Ju-88 (34), de He-111 (196), de Do 17 F (6), en de Do 215 K (9)deel aan de strijd.
De Me-109 (180) en de Me-110 (62) waren jagers met een snelheid van max. 570 respectievelijk 540 km/u.
De Hs 126 was een tactische verkenner. De He 111 K, de Do 17 F, en de Do 215 K konden met hun vliegbereik van 7.350 tot 9.000 km ook dienst doen als verkenner.
De He 59 (met drijver) was zowel torpedo- als verkenningsvliegtuig. Zeeredding was een bijkomende taak.
Verder noemt Molenaar in zijn 'Luchtverdediging' nog 9 Hs-123 slagvliegtuigen, 28 He-115 en 12 He-59 drijvervliegtuigen, en 11 Fs-156 verkenners
De Ju-88 (Stuka) was een gevreesde jachtbommenwerper.
Man bij neergestorte Junkers