Algemeen
De meeste zoogdieren zijn
levenbarend. De Monotremata zijn uniek, omdat het de enige zoogdieren
zijn die
eieren leggen. Er bestaan drie soorten Monotremata: het vogelbekdier,
de gewone
vachtegel en de Australische mierenegel. Hun eieren hebben een weke
schaal en
komen al na tien dagen uit. De naakte, nog onvolgroeide jongen zijn
voor hun
voedsel en bescherming helemaal afhankelijk van hun moeder. Omdat ze
eieren
leggen, beschouwt mende Monotremata als `primitiefe` dieren. Toch
vertonen zij
alle andere zoogdierkenmerken: warmbloedigheid, een vacht, en het zogen
der
jongen.
Het
vogelbekdier
Het vogelbekdier is half water- en
half landdier. Het leeft in holen langs plassen en stromend water in
Oost-Australie en Tasmanie. Vogelbekdieren hebben territoriudrift, en
elke
probeert een stukje rivier voor zichzelf te reserveren. Van neus tot
staartpunt
gemeten is het vogelbekdier 45-
Mierenegels
Beide soorten mierenegels hebben
een gespierd lichaam, dat bedekt is met zowel vacht als stekels. De kop
loopt
spits toe en eindigt in een lange snuit. Ze bezitten geen gebit, maar
de
achterkant van de tong is benig en bij het vermalen van voedsel wrijft
dit stuk
tegen de bekwanden. Mierenegels zien slecht, maar ruiken des te beter.
De
Australische mierenegel komt vor in Australie, Tasmanie en
Nieuw-Guinea. Hij
leeft alleen en is voral in de schemering en `s nacht actief. Hij
beweegt zich
makkelijk over de meeste bodemtypen. Bij het zwemmen gebrukt hij zijn
snuit als
snorkel.