Algemeen
Kenmerkend
voor nijlpaarden en
varkens zijn hun korte poten, gedronge lichaam en grote kop.
Nijlpaarden zijn
nachtelijke planteneters die alleen voorkomen in de natte gebieden van
Afrika.
Er zijn twee soorten: het nijlpaard, dat het grootst is; en het
dwergnijlpaard,
een bosbewoner. Het nijlpaard leeft hoofdzakelijk in het water om koel
te
blijven en omdat het water zijn logge lichaam ondersteunt. Varkens zijn
intelligente, lichtvoetige dieren met een gevoelige snuit, waarmee ze
in bossen
en op grasvlaktes naar voedsel wroeten. De meeste eten zowel dieren als
planten. Europa, Afrika en Azie kennen allemaal hun inheemse
varkenssoorten. Er
zijn 16 soorten in totaal. De pekari's uit Zuid- en Midden-Amerika
lijken
weliswaar op varkens, maar vormen een zelfstandige familie.
Nijlpaarden
Het
nijlpaard is een massief dier
met een tonvormig lichaam, stompe poten en een enorme muil. In de bek
verborgen, bevinden zich een paar messcherpe tanden in de onderkaak.
Deze
gebruiken ze om te vechten. Overdag rusten nijlpaarden in meren of
rivieren. 's
Nachts verlaten ze het water en kuieren via paden naar
'nijlpaardenweides' om
kort gras te eten. Nijlpaarden zijn agressief. Ze stormen los op dieren
die hun
jongen bedreigen of te dicht bij komen.
Varkens
Varkens
zijn vast ter been, kunnen
hard lopen en hebben een lenig, sterk lichaam. Het meest oog vallend is
hun
beweeglijke, platte snuit met zijn gevoelige uiteinde. Ze bezitten een
paar
opkrullende slagtanden. De meeste varkens hebben een gevarieerd dieet
en
gebruiken hun snuit om naar wortels, insectenlarven en ander voedsel te
wroeten. Varkens foerageren meestal in familiegroepjes en communiceren
door
geknor en gekrijs.