Neushoorns

HomeDierenbibliotheek |  KidsplaceBannersWallpapers | Maud | FilmpjesContact |

Algemeen

Neushoorns zijn kolossale, massieve dieren met een dikke huid en horens op hun snuit. In het Grieks heet de neushoorn `rhinoceros` en zo noemen wij hem ook wel eens. Evenals tapirs zijn het herbivore zoogdieren met gehoefde tenen aan de voeten. Er zijn vijf soorten neushoorns: de zwarte en de witte in Afrika en de Sumatraanse , Javaanse en Indische in Azie. Ofschoon de meeste neushoorns alleenlevende dieren zijn, leven de witte neushoorns soms in groepen van verwante wijfjes en hun jongen. Tapirs zijn aan de neushoorns verwant. Het zijn schuwe, in de bossen levende nachtdieren met een korte, beweeglijke slurf. Er bestaan drie Zuid-Amerikaanse soorten en een Aziatische.

Harde huid en horens

De neushoorn heeft een grote kop met, afhankelijk van de soort, een of twee horens op de snuit. Zo'n horen bestaat niet uit bot, maar uit een massa samengeplakte, op haren gelijkende keratinevezels. De meeste neushoorns hebben een vrijwel onbehaarde, harde, dikke huid. De Sumatraanse neushoorn in Azie is de kleinste soort en zeer zeldzaam. De jonge dieren hebben een vacht en hierin verschilt deze soort van alle andere.

Tapirs

Tapirs zijn schuwe, solitaire dieren met een fors lichaam en korte poten. Hun snuit en bovenlip lopen in elkaar over en vormen een korte, vlezige slurf. Tapirs gebruiken hun slurf om zich een weg door het bos te snuffelen en om vegetatie en vruchten in de bek te duwen. Ze kunnen goed ruiken en horen, maar slecht zien.

Neushoorns Neushoorn Tapir