Algemeen
Er zijn veel
verschillende soorten kwallen: Grote, kleine,
giftige en niet giftige kwallen. Kwallen zwemmen meestal in zee, als ze
op het
droge komen gaan ze dood. Kwallen zijn vrij simpel van bouw, en bestaan
voor
95% uit water. Ze hebben maar 1 gat in hun lichaam, daar komt hun
ontlasting
uit en hun eten/drinken komt er ook door na binnen.
Steek
Een kwal heeft
in zijn tentakels gif, om zijn vijanden of
prooien te doden of af te zwakken.
Als je na een steek niet gelijk word geholpen dan kun je dood gaan,
mits het
gif sterk genoeg is. Bij mensen is een beet pijnlijk en het jeukt, bij
een
kleiner dier gaat het dood of raakt het verlamd.
Voortplanting
Kwallen hebben
geen seks, in plaats daarvan stoot de
mannetjeskwal zijn spermacellen in zee, ze komen dan aan bij een
vrouwtjeskwal.
De vrouwtjeskwal houd haar eicellen aan de onderkant vast. Omdat dit
proces
meer kans van slagen geven komen ze in groepen samen. Als het proces
gelukt is dumpt
het vrouwtje haar eitjes in zee. Daarna komen ze uit. Als de larven uit
komen
zien ze er al snel uit als kleine kwalletjes, maar in plaats van om
hoog te
gaan kruipen ze naar de bodem. Daar gaan ze op stenen zitten en dan
lijken ze
net op zeeanemonen. Maar dan gebeurt er weer wat vreemds. Onder de
tentakelkrans van het poliepje verschijnt er een andere tentakelkrans.
Daartussen wordt het lichaam ingesnoerd. Dit gaat door en het ziet er
uit als
een stapeltje schoteltjes. Op een bepaald moment laat het bovenste
schoteltje
los, draait het om en zwemt het weg. Dit schoteltje zal uitgroeien tot
een kwal
zoals we die kennen.