Algemeen

De diverse groep van dieren met een lichaamsbuidel telt ruim 270 soorten, waarvan het meren deel in Australie en Zuid-Amerika leeft. Ze varieren in omvang van de soms maar 2 gram wegende pilbare ningauis tot de reuzenkangaroes met hun gewicht van 90 kg. Buideldieren planten zich anders voort dan andere zoogdieren. De jongen komen nog onvolgroeid ter wereld en voltooien hun ontwikkeling in de buidel van hun moeder.

Voortplanting

De meeste zoogdieren ontwikkelen zich in de baarmoeder van hun moeder en worden gevoed via de placenta. De embryo's van buideldieren verblijven maar heel kort in de baarmoeder. Zo is een kangaroe bij de geboorte -bek en voorste ledematen uitgezonderd- onvolgroeid. Het jong kruipt omhoog naar zijn moeders buik en klimt in een buidel. Daar blijft het een aantal maanden om zich veder te ontwikkelen.

Eten

Buideldieren hebben heel veel verschillende eetgewoonten. Vele zijn herbivoor. Zo haalt de honingkoeskoe nectar uit bloemen met de borstelpunt van zijn tong, en grazen kangaroes gras en planten. Omnivore buideldieren eten vruchten, insecten, kleine gewervelden en kadavers. De Australische buidelmierenetter eet mieren en termieten. Hij scheurt het nest open met zijn scherpe klauwen en likt de insecten op met zijn kleverige tong.