Algemeen
De apen in deze tekst
zijn zogenoemde halfapen. Ze
behoren tot de primaten, de zoogdieren groep waartoe ook maki's,
mensapen en
mensen worden gerekend. Het zijn intelligente, uiterst sociale dieren
die
meestal in hetcht groepsverband leven. Sommige apen leven alleen. Ze
eten
vooral vruchten en ander plantaardigvoedsel, maar ook wel vlees. Apen
uit de
Nieuwe Wereld, zoals oeistiti's en brulapen, hebben wijd uiteenstaande,
opzijgerichte neusgaten. Ze wonen in de tropische bossen van Midden -
en Zuid-Amerika.
Apen uit de oude wereld, zoals bavianen, makaken en franjeapen, hebben
dicht
opeenstaande, omlaaggerichte neusgaten. Ze leven in uiteenlopende
habitats in
Afrika en Azie.
Anatomie
Apen zijn actieve,
lenige dieren met lange
ledematen en een gespierd lichaam. De meeste soorten hebben een lange
staart.
Deze houdt hen in balans bij het klimmen in bomen. Sommige
Zuid-Amerikaanse
soorten bezitten een grijpstaart, die ze rond takken slaan voor extra
houvast.
Apen hebben vaak een korte snuit, een onbehaard gezichtsmasker en naar
voren
gerichte ogen. Hun beweegelijke handen en voeten zijn perfecte
grijporganen in
de bomen. Ook gebruiken apen hun handen bij de vacht verzorging; om
voedsel
vast te houden en om langsvliegende insecten te grijpen.
Sociaal
leven
Apen leven in
troepen. De grootte van de troep
varieert per soort. Het kan om een mannetje met een wijfje en hun
jongen gaan
of om enkele honderden apen. Door in een troep te leven kunnen apen hun
foerageergebied en hun jongen beschermen en zich beter tegen vijanden
teweerstellen. Apen zijn intelligent en de sociale interacties binnen
hun groep
complex. Elke aap heeft een sociale rang, die hem machtiger of
machterlozer
maakt dan andere troepgenoten.