Terug naar
Marius Nuy heeft sinds 1977 onderzoek gedaan op het terrein van thuisloosheid. Hij is in 1998 gepromoveerd op De odyssee van thuislozen (SWP, Amsterdam). In dit proefschrift wordt praktisch al het Nederlands en Vlaams onderzoek in de periode 1950 – 1997 beschreven. Nuy is nu werkzaam bij de afdeling Ethiek, Filosofie en Geschiedenis van de geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud te Nijmegen. Eind 2002 moet zijn nieuwe boek De onfortuinlijke mens verschijnen, dat hij schrijft met Gerard van Menxel, socioloog in Antwerpen en eveneens al vele jaren werkzaam op het terrein van thuisloosheid en armoede.
meer info Marius Nuys
Dak- en thuisloosheid is de laatste jaren steeds meer onder de aandacht van
de wetenschap en de werkontwikkelaars gekomen. In dit onderdeel van de site
vindt u een aantal belangrijke artikelen, onderzoeksrapporten en proefschriften
over dak- en thuisloosheid, openbare geestelijke gezondheidszorg en illegaliteit.
Dit overzicht is tot stand gekomen met hulp van Marius Nuy (klik voor meer informatie).
We noemen per jaar een aantal publicaties met vrijwel telkens een korte omschrijving.
Het overzicht is niet volledig. Wilt u meer weten, dan bieden de genoemde publicaties
een goede opstap. Bovendien bevatten veel publicaties een goed literatuuroverzicht
zodat u daarmee ook weer verder kunt.
2002
Doorn, Lia van (2002), Een tijd op straat. Een volgstudie naar (ex-)daklozen
in Utrecht (1993-2000), proefschrift NIZW Utrecht.
Het bijzondere van deze studie is het feit dat het een zogenaamd longitudinaal
onderzoek is, dat wil zeggen, dat een aantal personen een periode lang is gevolgd,
zodat de onderzoeker niet met een momentopname van doen heeft, maar inzicht
krijgt in een bepaald proces. De resultaten zijn niet hoopgevend te noemen:
slechts 25% slaagt er in zelfstandig te gaan wonen. Het succes is evenwel van
korte duur want de helft van hen keert weer terug naar de straat. Maar met deze
enkele zin is dit dikke proefschrift niet getypeerd. Lees het, het is actueel
en betekent vooral ook een uitdaging naar de zorg voor dak- en thuislozen.
Nuy, M. (2002), ‘De morele plicht tussenbeide te komen’, Passage,
jrg. XI nr. 1.
Dit artikel handelt over de moeilijke situatie voor hulpverleners wanneer zij
worden geconfronteerd met iemand die zich volkomen isoleert en verwaarloost
en toch alle hulp afwijst. Ten onrechte wordt iemands recht op zelfbeschikking
beschouwt als de hoogste waarde.
Thuisloos, Het informatieblad voor en over thuislozen van de Landelijke Vereniging
voor Thuislozen (LVT).
Deze organisatie is opgericht in 1984 en brengt zesmaal per jaar het blad Thuisloos.
Informatie bij het Mozeshuis in Amsterdam. Onlangs verscheen jaargang 15, nr.
1, februari 2002.
2001
Baart, A. (2001), Een theorie van de presentie, Lemma.
Een imposant en zeer belangrijk boek: vanwege de doorgronding van bestaande
denkbeelden over wat het betekent arm en sociaal overbodig te zijn en hoe bij
de leefwereld van armen is aan te sluiten. Dit laatste is immers wezenlijk:
dat de helper zich nauwgezet afstemt op wie bijstand zoekt. Zo eenvoudig als
dit klinkt, zo moeilijk is het ook en zo zelden komt het ervan; maar hoe slechter
je er aan toe bent, hoe wenselijker dat dat toch gebeurt.
Heydendael, P. en M. Willemsen (2001), Psychiatrie op straat, Rapport Stichting
Arcuris Nijmegen.
Een hernieuwde verkenning van omvang en problemen van zwervenden met psychiatrische
problemen voor wie (te) weinig passende zorg is en die vanwege hun moeilijkheden
ook weinig welkom zijn. Gepleit wordt voor een stedelijk centraal meldpunt.
Kal, Doortje (2001), Kwartiermaken voor mensen met een psychiatrische achtergrond,
proefschrift - Boom.
Een belangrijk (filosofisch) proefschrift dat steunt op de zeer kwetsbare realiteit
voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Zij heeft overtuigend inzichten
verzameld en geanalyseerd en laten zien dat Kwartiermaken iets is dat van de
samenleving als geheel wordt verwacht: ruimte voor deze mensen, letterlijk en
figuurlijk, een klimaat waarin mensen die ‘anders’ zijn niet worden
verdrukt of afgewezen zodat ze opnieuw patiënt worden. (Zie ook haar artikel
‘De waarde van nabijheid’ over de betekenis van de presentiebenadering,
Passage X nr. 3 (2001), p. 154-61.)
Lohuis, G., R. Schilperoort en G. Schout (2001), Van bemoei naar groeizorg.
Methodieken voor de OGGz, Wolters- Noordhoff Groningen.
De auteurs – die geëerd zijn met de Jan Bastiaansprijs - hebben
hun jarenlange ervaring in de sociaal-psychiatrische hulpverlening verzilverd
met een methodiekboek voor het hulp bieden aan de VVV-cliënt: de cliënt
die op het verkeerde moment aan het verkeerde loket de verkeerde vraag stelt
en derhalve tussen wal en schip raakt. SPV-werk pur sang.
Nuy, M. (2001), De nacht van Nederland. Wetenschap en werkelijkheid over thuisloosheid
en nachtopvang (SWP).
De kern van dit boek behelst de nachtopvang waarbij de auteur zich baseert op
ervaringen en meningen van medewerkers in voorzieningen voor de nacht. Het blijkt
een zich almaar herhalend kortstondig ‘leefmilieu’ te zijn met weinig
betekenissen in de zin van hulpverlening. Een van de conclusies van dit verkennende
onderzoek is, dat het de hoogste tijd is voor een ingrijpende cultuuromslag
in de nacht van Nederland. De publicatie bevat een vrijwel complete bibliografie
van Nederlandse en Vlaamse publicaties (1773-2001).
Over dit onderzoek verscheen ook een publicatie in Passage, jrg. X nr. 4-2001:
‘Wetenschap en werkelijkheid omtrent thuisloosheid. Notities uit een verkennend
onderzoek.’
Overlast en drugs (themanummer) Passage, jaargang X (2001), nr. 2
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), Kwetsbaar in kwadraat. Krachtige
steun aan kwetsbare mensen. Advies, RMO/SDU Den Haag, 2001.
Een inzichtelijk Advies over kwetsbare mensen. Hoe worden ze dat? Wat is hun
perspectief, en wat dat van de hulpverlener? Ook een analyse van de processen
die een rol spelen in het ontstaan van de kloof tussen hen en de voorzieningen
en hoe deze is te herstellen. Er wordt gepleit voor (weer) een nieuwe institutionele
omgeving: het S-team.
Roorda-Honée, J. (2001), Gehechtheid, sociale relaties en thuisloosheid.
Een onderzoek naar ontwikkelingsantecedenten van thuisloosheid, proefschrift
- Nijmegen University Press (ISBN 9057100991).
‘Gehechtheid’ is het thema van deze studie met aan de ene kant het
fundamentele belang van een liefdevol en veilig bondgenootschap tussen het kind
en zijn ouders en aan de andere kant de grote risico’s voor iemands verdere
levensloop als deze wezenlijke basis is beschadigd of ontbreekt. Als dit laatste
het geval, dan is thuisloosheid in veel gevallen het dramatische en mogelijke
gevolg; dat wordt in dit fundamentele onderzoek overtuigend aangetoond. (Zie
ook 1996.)
Vranken, J., D. Geldof, G. van Menxel en J. van Ouytsel (Red.), Armoede en sociale
uitsluiting, Jaarboek 2001, Acco Leuven.
Nederlandse jaarrapporten en Belgische jaarboeken verschijnen ieder jaar. Het
zijn doorgaans dikke boeken waarin zeer veel gegevens zijn verzameld over sociale
minima en wat overheden voor hen doen en nalaten. Armoede blijft een realiteit
(ook) in de rijkste landen ter wereld. Vaak is die armoede onzichtbaar en vaak
wordt gedacht dat het aan de mensen zelf ligt.
2000
Engbersen, G., J. Vrooman en E. Snel (Red.), Arm Nederland. Balans van het armoedebeleid.
Vijfde jaarrapport armoede en sociale uitsluiting, Amsterdam University Press,
2000.
De Nederlandse en Vlaamse jaarboeken verschijnen jaarlijks (in België
startte men vijf jaar eerder). In dit jaarrapport staan vragen centraal, als:
is de armoede in Nederland daadwerkelijk verminderd? Is betaald werk er een
oplossing voor? Slaagt de overheid erin uitsluiting te vermijden en mensen een
zinvol bestaan te bieden? Of heeft het beleid juist een armoedeval gecreëerd
waaruit men moeilijk kan ontsnappen?
Hulshof, B. (2000), ‘T-team Arnhem. Dak- en thuisloze jongen aan het stuur’,
SPH Tijdschrift sociaal-pedagogische hulpverlening, nr. 35.
Laere, I. van (2000), ‘Zorg voor zieke zwervers’, Medisch Contact
jrg. 55, p. 1567-69.
Lindt, Simone van de (2000), Bemoei je ermee. Leidraad voor assertieve psychiatrische
hulp aan zorgmijders, Van Gorcum.
Evenals het boek van Hendrix (zie 1998) is dit een methodiekboek: hoe te werk
te gaan bij mensen die alle hulp afwijzen maar zeker wel nodig hebben omdat
ze vereenzamen en zichzelf verwaarlozen. Helder, met argumenten en zoals het
een methodiekboek betaamt, planmatig, met voorbeelden en praktische tips.
Nuy, M. (2000), ‘Een ode aan hen die thuisloos heten’, Tijdschrift
voor Humanistiek, jrg. 1, nr. 2, p. 70-78.
Geschreven naar aanleiding van de televisie-documentaire ‘Ontheemd’
van Roy Dames in 1999. De documentaire toonde (mij) niets nieuws, maar deed
me de vraag stellen hoe het komt dat er over het algemeen een negatief beeld
over thuislozen bestaat.
Ongebonden schilvoorzieningen (themanummer) Passage, jaargang IX (2000), nr.
3
Meer dan tien bijdragen over alternatief en ongebonden zijn, onder meer over
de Wegwijswinkel, over de Nuts en over het Diepwater Collectief.
1999
Deben, L. (1999), ‘Dertien overwegingen voor een millennium zonder dak-
en thuislozen’, Passage VIII, nr. 3, p. 176-82.
Een voorlopige balans aan het eind van de twintigste eeuw. Deben heeft niet
de illusie dat thuisloosheid straks een herinnering zal zijn, maar wel de hoop
dat er veel zal veranderen.
Doorn, Lia van en Lin Tabak (1999), Experts van de straat. Nieuwe trends in
de dak- en thuislozenzorg, JWF/NIZW.
Zoals de titel al vermeldt: nieuwe trends: over de verkoop van zelfgemaakt
speelgoed, over het opleiden tot funky fantasiemeubelmakers, het betaald werken
in gemeenteplantsoenen, het verdienen aan een eigen opvangproject en het les
krijgen in ‘rijtjeshuiswonen’.
Individuele rehabilitatie benadering (themanummer) Passage, jaargang VIII (1999),
nr. 1
Acht artikelen over techniek, implementatie en ervaringen. Belangrijk is de
bijdrage van Dröes over ‘De attitude van rehabilitatie’.
Mol, René en Annelies Neutel (1999), De straat als thuis. Dagopvang van
dak- en thuislozen aan de voet van de Utrechtse Domtoren, Het Catharijnehuis,
Lemma.
Een schitterend boek, omdat het een spiegel is van het verlangen naar het menselijke.
‘De straat als thuis’ is een verzamelplaats voor tien jaar regelmatig
geëvalueerde ervaring en kennis met betrekking tot de ogenschijnlijke eenvoud
van een huiskamerproject voor dak- en thuislozen.
Nuy, M. (1999), ‘Het straatkrantfenomeen: eerder bestaanskunst dan rehabilitatie’,
in SPH Tijdschrift voor sociaal- pedagogische hulpverlening, september.
Rehabilitatie(themanummer) Maandblad Geestelijke volksgezondheid, Jaargang 54
(1999), nummer 7/8
Meer dan 15 bijdragen over psychiatrische rehabilitatie, o.a. over dagactiviteiten,
maatjesprojecten, woongroepen in eigen beheer, relatiebemiddeling, casemanagement.
Reijerse, M., D. Reinking en H. Kroon (1999), ‘Buitenslapers even binnen’,
Passage VIII nr. 2, p. 68-74.
Een evaluatie van de Tussenbus, een mobiele voorziening voor daklozen die in
een grote behoefte blijkt te voorzien. Het initiatief is succesvol, de waardering
is groot. Een geschikte plaats is wel een probleem. Veel mensen zijn zich bewust
van de noodzakelijkheid, maar niet gelukkig met zo’n bus in de buurt.
Voskuil, Bert (1999), Dakloos, Uitg. Veen.
Deze auteur is als journalist werkzaam bij Nieuwe Revue. Hij trok enige tijd
op met zwervende mensen, zocht ze op in hun slaapplaatsen in parkeergarages,
illegale tentjes of elders. Een schokkende en soms ontroerende rondgang in de
wereld van Haarlemse daklozen.
1998
Krikke, R. (1998), Resocialisatie en rehabilitatie van daklozen? Een wespensteek,
Passage VII nr. 4.
Een persoonlijke en kritische visie op de officiële zorg door Roel Krikke,
voortrekker van de Amsterdamse stichting Voilà, onder meer bekend door
de zogenaamde Rafelrandwandelingen. Hij (en Voilà) strijdt tegen de bureaucratie
en tegen de weinig respectvolle houding naar daklozen.
Laeyendecker, L, P. Hodiamont, A. Baart en A. van den Hoogen (1998), Sociale
overbodigheid, KSGV Nijmegen.
De samenleving lijkt steeds meer weg te snoeien wat economisch niet rendabel
is. Voor velen brengt dat uitsluiting en armoede met zich mee, dat knaagt aan
het bestaan, aanvankelijk langzaam, maar steeds schrijnender.
Nuy, M. (1998), De odyssee van thuislozen, proefschrift SWP.
Een belangrijk deel van dit werk is gewijd aan het sociaal-wetenschappelijk
onderzoek naar thuislozen in de periode 1950-1997. Met name hoofdstuk V handelt
over ethiek en thuisloosheid (zie ook 1996) en wel in drie morele passages:
morele duidingen (betekenissen) van thuisloosheid, de morele motivatie van zorgbieders
(de hulpverlening) en ten slotte over de maatschappelijke verantwoordelijkheid
(in het bijzonder over de zogenaamde ‘zorgwekkende zorgmijders’).
De studie bevat een vrij volledige bibliografie.
Reinking, D. en H. Kroon (1998), Opgevangen in Utrecht. Dakloosheid en zelfverwaarlozing
in de regio Midden- Westelijk Utrecht, Rapport Trimbos-instituut Utrecht.
Een onderzoek naar twee vraagstellingen: hoeveel daklozen en zelfverwaarlozers
zijn er in Utrecht en omliggende gemeenten? Wat zijn de psychische en praktische
problemen en de hulpbehoeften van deze mensen?
Sleutelberg, Jacob (1998), De deftige zwerver, Podium.
Een van de weinige autobiografieën die er zijn, al biedt de straatkrant
vele impressies over ervaringen van daklozen. Dit zeer lezenswaardige boek gaat
over de achtergrond van het concreet op straat komen te staan en over de ervaringen
die hij vervolgens opdoet. Het bijzondere is niet dat Sleutelberg een deftige
man zou zijn, maar dat hij zo’n beetje alles verloor behalve het vermogen
om na te denken over zijn situatie. Dáármee viel hij op als iemand
die hier (in het daklozencircuit) niet thuishoort.
Wennink, H.J. (1998), De ongelukkige relatie tussen maatschappij en Ggz. Een
bezinning op 25 jaar rumoer in de (sociale) psychiatrie, Elsevier/De Tijdstroom.
Zoals de titel al aangeeft, biedt dit boek een belangrijk inzicht in de ontwikkelingen
in de geestelijke gezondheidszorg. Vergeleken met 25 jaar geleden is niets hetzelfde
gebleven. Wennink is sterk verbonden met de GGz. Hij beschrijft de fundamentele
gedaantewisseling helder, verklaart deze ook en steekt niet onder stoelen of
banken hoe het anders ‘moet’.
Zonder huis of haven (themanummer) Justitiële Verkenningen, jaargang 24
(1998), nummer 1
Met bijdragen van G. Engbersen over illegalen, van J. van der Leun over in-
en uitsluiting van illegale vreemdelingen, idem van S. Bosch, van M. Nuy over
thuisloosheid, van M. Thomeer over thuisloze jongeren, idem van B. Bijl, van
F. Spierings over overlastbestrijding en ten slotte van P. Toenders en R. Krikke
over de omgang met daklozen.
1997
Dak- en thuislozen (themanummer) Sociologische Gids, jaargang XLIV (1997), nummer
4
Met o.a. bijdragen van Lia van Doorn over sociale competenties van daklozen,
van Leon Deben en Paul Heydendael over de omvang van het daklozenprobleem, van
Dorine Greshof over het Amsterdamse zwerfcircuit, van Frans Spierings over het
niet-gebruik van voorzieningen en van Gert Vogel over preventie van dak- en
thuisloosheid.
Gageldonk, A. van, W. de Zwart, J. van der Stel en M. Donker (1997), De Nederlandse
verslavingszorg, Trimbos- instituut Utrecht (reeks 97-14).
De auteurs geven een rijk overzicht van de kennis over aanbod, vraag en effect
wat betreft alcohol en drugs.
Kampen, J. van (1997), Van de straat. Het wonderbaarlijke avontuur van daklozenkrant
Z, Podium.
Het gaat over de turbulente geschiedenis en de organisatie achter de Amsterdamse
daklozenkrant. Wie bemoeien zich allemaal met de krant? Hoe wordt de krant gemaakt,
verspreid en verkocht? Geweven met individuele geschiedenissen.
Korf, D., D. Lettink, L. Deben e.a. (1997), Dak- en thuislozen in Amsterdam
1997. Tel- en consumentenonderzoek, Het Spinhuis Amsterdam.
In dit boek komen we te weten, hoeveel daklozen ’s nachts buiten slapen,
wie dat zijn en wat hun problematiek is. Wat zijn hun achtergronden, hoe is
hun leefstijl en wat betekenen voorzieningen voor deze mensen?
Nationale Woningraad (NWR; 1997), Het souterrain van de woningmarkt. Aandachtspunt
voor volkshuisvesting en architectuur, Woningraad Extra 79, Almere.
Vanuit betrokkenheid naar de ‘sociale taak’ worden in deze publicatie
concrete suggesties gedaan voor de huisvestingsvraag van dak- en thuislozen.
Petry, Detlef en Marius Nuy (1997), De ontmaskering. De terugkeer van het eigen
gelaat van mensen met chronisch psychische beperkingen, SWP.
Het boek handelt over de trage maar niet tevergeefse tocht van chronisch psychiatrische
patiënten naar een ander perspectief dan ‘wonen in de kliniek’.
Hun rehabilitatie is een complexe opdracht aan het APZ, een morele plicht jegens
de patiënten en een maatschappelijke noodzaak in het licht van uitsluiting.
Psychologie en Marginaliteit (themanummer) Tijdschrift Psychologie en Maatschappij,
jaargang 21 (1997), nummer 3
Met o.a. bijdragen van Sonja van ’t Hof over de patiënten- en cliëntenbeweging
in Nederland, van Lia van Doorn over zelfbeschermingsgedrag bij dak- en thuislozen,
van Rene Gabriëls over werkloos zijn in een florerende economie en van
Radboud Engbersen over de grootheid van de kleine man.
Schuyt, C. (Red.; 1997), Het sociaal tekort. Veertien sociale problemen in Nederland,
De Balie Amsterdam.
Het is een overzichtsstudie voor studenten en beleidsmakers en voor al diegenen
die geïnteresseerd zijn in de sociale keerzijde van ons alom geprezen poldermodel.
Spierings, F. en H. Beijers (1997), ‘Casemanagement begint op straat:
de invloed van cliënten op beleid’, Passage VI nr. 1, p. 45-52.
Artikel doet verslag van een belangrijk initiatief: daklozen in een soort van
zelfstudiegroep laten uitspreken over stedelijk beleid. Dit beleid wordt ‘doorgeprikt’,
niet omdat daklozen niets willen, maar omdat het beleid grotendeels steunt op
vooroordelen. Geen wonder dat de zorg dan niet aansluit.
Verhoeven, R. en M. Weide (1997), ‘Zwerfmeiden en moederschap’,
Passage VI nr. 2, p. 89-96.
Ongeveer 20% van de populatie thuisloze jongeren is ‘thuisloze meid’.
Een klein deel hiervan is moeder. Een betrokken en genuanceerde schets van achtergronden,
hulpvragen en perspectieven.
Warmer, S. (1997), ‘Van straatkrant naar “magazine” is een
hele onderneming’, in Passage VI nr. 4, p. 193-99.
1996
Greshof, D. (1996), ‘Wie we zijn is waar we slapen ’s nachts’,
Passage V nr. 2, p. 55-62.
Op basis van onderzoek een discussie over dakloosheid en thuisloosheid. Tevens
perspectieven voor nieuw onderzoek. (Greshof werkt onder andere aan een longitudinaal
onderzoek in het zwerfcircuit.)
Nuy, M. (1996), Op de drempel van het derde millennium. Impressies en beschouwingen
aan de rand van de armoede, SWP.
Dit is het eerste boek waarin het (ook) gaat over ethiek en thuisloosheid, met
name in hoofdstuk I dat handelt over het ‘ontdoen van het persoonlijk
falen’ van de thuisloze. Het tweede hoofdstuk is een kritische beschouwing
van ‘het schorsen van zwervers’ in het slaaphuis. Hoofdstuk III
handelt over de verschillende theorieën over thuisloosheid en hoofdstuk
IV over de toekomst van thuislozen jongeren. Het slothoofdstuk is gewijd aan
Moskou waar de auteur op bezoek was in het kader van een armoedeproject.
Nuy, M. (1996), ‘Het roer kan om. Over de dynamiek van het T-team’,
SPH Tijdschrift voor sociaal-pedagogische hulpverlening, september, p. 59-63.
Kantlijn, schrijversclub voor daklozen, Dus ik schrijf opdat ik niet dol word,
Amsterdam 1996; ISBN 90612119930.
De Initiatiefgroep Kantlijn is in 1995 een begeleide schrijversclub gestart
en zo zijn er serieuze, trieste, boze en humoristische teksten en gedichten
geschreven & gebundeld. Verrassend en veelzijdig.
Spierings, F. (1996), Op eigen kracht. Een onderzoek naar het dagelijks leven
van logementbewoners, proefschrift SWP.
Het bijzondere van deze sociologische studie is de specifieke aandacht voor
de kwaliteit van leven in commerciële pensions en logementen. Hoe redden
mensen zich hier, veelal in bijna uitzichtloze armoede, slechte woonruimte en
beperkte toegang tot voorzieningen? De auteur pleit voor een flexibel(er) beleid
dat de bewoners niet langer vernedert maar in staat stelt in goedkope en toegankelijke
woonruimte zelfstandig te blijven.
Thomeer-Bouwens, M., J. Tavecchio en W. Meeuws (1996), Zonder thuis –
zonder toekomst. Een empirisch onderzoek naar ontwikkelingsantecedenten van
thuisloosheid bij jongeren, Utrecht NIZW.
In dit onderzoek wordt het cruciale belang aangetoond van een veilige gehechtheid,
dat wil zeggen van liefdevol, ondersteunend en kindgecentreerd ouderschap. Deze
studie heeft betrekking op thuisloze jongeren.
Verhoeven, R. en M. Weide (1996), Ik moet het zelf doen. Onderzoek onder jonge
thuisloze moeders, Het Projektenburo Amsterdam.
Voeten, Teun (1996), Tunnelmensen, Atlas.
Een prachtig leesboek van antropoloog en fotograaf Teun Voeten. ‘Tunnelmensen’
gaat over een groep daklozen die ondergronds gaan: in de (inmiddels gesloten)
metrotunnels van New York. Daar zijn ze onzichtbaar en bouwen ze, zo goed en
zo kwaad als dat kan, een nieuw ‘bestaan’ op. Voeten is tussen deze
markante persoonlijkheden gaan wonen (in de periode 1994-1996) en doet daar
gedetailleerd verslag van.
1995
Brinkman, F. en R. Jans (1995), Met zelfbeheer kan meer. Daklozen runnen eigen
opvang, Rapport NIZW.
Dit is een van de weinige onderzoeksrapporten over de achtergrond en werkwijze
van daklozen die een eigen nachtopvang hebben opgezet, onder andere in Utrecht
en in Nijmegen.
Graafland, Arie (1995), De architectuur van het onbehagen. Dakloos in New York
en Amsterdam, SUN (ISBN 9061684285).
Een prachtig boek van een architect die zich verdiept in het leven van zwervende
mensen, ontdekt dat deze altijd en overal buiten de stedelijke plannen vallen
en vanuit de architectuur nadenkt over een passende oplossing en een schitterend
passantenverblijf en dienstencentrum ontwerpt.
Ham, P. van der, S. Roovers en J. Wolf (1995), Sociale pensions in beeld, Rapport
Trimbos-instituut Utrecht.
Een rapport over een onderzoek maar zes sociale pensions in Nederland (Tilburg,
Almelo, Groningen, Rotterdam en twee te Amsterdam. Drie vragen staan centraal:
hoe kan de opvang worden omschreven, bereiken de sociale pensions de beoogde
doelgroep en hoe tevreden zijn de bewoners?