Artikel uit BN/DeStem van 08-06-2002
  Knokken voor een veilig station 
Door Bas Kock
  Zaterdag 08 juni 2002 - Zwervers, junks, alcoholisten en dealers. Treinstations 
  in de steden hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hen. Op het station 
  in Heerlen na beschouwen treinreizigers Breda Centraal als het onveiligste van 
  Zuid-Nederland. Politie, NS en overheid knokken al jaren voor een veilig station: 
  "Maar zodra wij onze hielen lichten, zijn ze weer terug."

  
  
  Een alledaags straatbeeld bij het NS-station Breda. 
  Elionar (26), petje achterstevoren, hippe kleding, Antilliaans, prult wat aan 
  zijn gouden oorbel. Hij komt net van zijn werk op de fabriek, zegt-ie. En hangt 
  nu tegen de muur in de hal van het Bredase centraal station. Voortdurend piept 
  zijn mobiele telefoon. Elionar kijkt schichtig om zich heen. Alles aan zijn 
  houding verraadt dat hij niet echt veel zin heeft om met een buitenstaander 
  te praten. "Wat ik hier sta te doen? Gewoon, beetje rondhangen", zegt 
  hij, tussen de korte, gedempte telefoongesprekken door. "Waar moet ik anders 
  naartoe?" 
  Artikel 5, lid 1 van het Algemeen Reglement Vervoer dat op NS-stations van toepassing 
  is, laat er geen onduidelijkheid over bestaan: 'Het is een ieder, behoudens 
  uit de aard van zijn betrekking, verboden zich in of op een station dan wel 
  in een trein in een zodanige toestand te bevinden of zich zodanig te gedragen, 
  dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord.' 
Lachen
  De Snor moet er hartelijk om lachen. In de stationshal, pal naast het helblauwe 
  bordje dat een alcoholverbod afkondigt, met een blikje bier van Albert Heijn 
  in zijn hand. De Snor is een 38-jarige Bredanaar uit Curaçao. Zijn huis 
  is hij pas kwijtgeraakt. "Ik ben dakloos en dus kom ik iedere dag hier. 
  Ik slaap in het park en op het station kom ik om droog te staan." 
  Dat op het station een alcoholverbod geldt, daar stoort hij zich niet aan. "Als 
  de politie komt, ben ik meteen weg. Kijk, nu zijn ze er niet, dus nu ben ik 
  er. Het is een kat- en muisspel." 
  Natuurlijk weet de Snor dat er op het station volop wordt gedeald. "Ik 
  zie het ook, maar ik zie het niet. Ik ben niet verslaafd. Het is een dure verleiding, 
  dus als er iets gebeurt, kijk ik de andere kant op." 
  Drie minuten. Zolang duurt de gemiddelde drugsdeal op het station, weet de Snor. 
  Het is bij uitstek de plek voor de handel. Bussen, treinen, auto's, veel mensen, 
  hectisch, vluchtige contacten in de anonimiteit. Ideaal voor een snelle deal. 
  
  Criminaliteit
  Lallende dronkelappen, ruziënde junks, bedelende zwervers, rondhangende 
  dealers. De spoorwegpolitie schat dat het Bredase station ongeveer 50 tot 75 
  vaste bezoekers telt voor wie het station een toevluchtsoord, ontmoetingsplaats 
  of handelsplek is. Met alle overlast en criminaliteit vandien. Stationsrestauratie 
  Centre Court sloot zelfs enige tijd de deuren na intimidaties van Antillianen, 
  die het station gebruiken om drugs aan de man te brengen. Meteen beloofde burgemeester 
  Rutten de gemeenteraad extra toezicht van camera's en politie in burger. 
  Veiligheid op het station is niet alleen in Breda een hot item. 'Overheid en 
  NS mogen onder geen beding toestaan dat dit domein een concentratie wordt van 
  criminaliteit, agressie en geweld en verwordt tot een no go area', concludeerde 
  de Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP) vorig jaar in haar rapport 
  'Veiligheid in treinen en op en rond stations', dat de stichting op verzoek 
  van de NS opstelde. 
  De vakbond FNV Bondgenoten presenteerde in april van dit jaar het zwartboek 
  'Onveiligheid spoort niet', een inventarisatie van meldingen van leden en reizigers 
  over onveiligheid en verloedering op en rond het spoor. Er is veel mis op de 
  NS-stations, constateert FNV-bestuurder Roel Berghuis. "Mensen voelen zich 
  onveilig. Ze bewegen zich met grote moeite en schroom op de stations. Vooral 
  's avonds. Zwervers, vuil, junks. De algehele verloedering stuit op grote ergernis." 
  
  Volgens FNV Bondgenoten is bezuiniging op het uitbesteden van onderhoud de belangrijkste 
  oorzaak van de toenemende verloedering van de stations. Onzin, vinden de NS. 
  "Schone en veilige stations is juist een van onze speerpunten", zegt 
  commercieel manager Rita Bernards van Breda Centraal. NS-woordvoerder Stan Hoen: 
  "Jaarlijks besteden wij in Nederland 45 miljoen euro aan sociale veiligheid. 
  Zeshonderd medewerkers houden zich daar dagelijks mee bezig." 
  Ontmenselijking
  Volgens Berghuis is er nóg een oorzaak: "De ontmenselijking van 
  de stations. Minder loketten, minder toezicht, meer automaten en meer camera's." 
  Ook die mening wordt door Hoen bestreden: "Wij rijden treinen, daar hebben 
  we stations voor nodig. Wij zien ons personeel niet als bevorderaars van de 
  sociale veiligheid op de stations." Hoen hamert erop dat veiligheid op 
  de stations een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is van onder meer de 
  NS, de politie en de (lokale) overheid. 
  Die partijen sloegen in Breda in 1999 hun handen ineen om het project cameratoezicht 
  van de grond te krijgen. Op en rond het station in Breda hangen sindsdien maar 
  liefst 32 beveiligingscamera's. Uit een evaluatierapport dat een jaar later 
  verscheen, bleek dat het aantal delicten op en rond het station na de installatie 
  van de camera's met meer dan een kwart was gedaald. 
  "Nog steeds is het aantal aangiften 29 procent lager dan vóór 
  de invoering van het cameratoezicht", zegt Peter van der Slagt van de spoorwegpolitie. 
  Objectief gezien is het station er dus veiliger op geworden. De meeste overlastveroorzakers 
  laten zich echter niet door camera's wegjagen. Gevolg: hoewel de criminaliteit 
  is gedaald, voelen veel reizigers zich nog steeds onveilig. 
  En dus bracht de spoorwegpolitie eind vorig jaar een nieuw wapen in de strijd. 
  Tien 'schoonveegacties' moesten het station zuiveren van druggebruikers, alcoholisten 
  en overlastveroorzakers. Ze werden consequent op de bon geslingerd en het regende 
  stationsverboden. Van der Slagt: "Die acties hadden op dat moment resultaat. 
  Maar op de lange termijn keren de randverschijnselen terug." 
  Sinds april van dit jaar moet een nieuw project de orde op het station herstellen: 
  VAST (Valkenberg/Station), waaraan politie, spoorwegpolitie en gemeente deelnemen. 
  Belangrijkste doel van het drie maanden durende project: terugdringen van overlast 
  van daklozen, alcoholisten, junks, dealers en jongeren in het stadspark en op 
  het station door daar met name in de middag en avond permanent te surveilleren. 
  
  Remedie
  Volgens de politie is het project succesvol. "De overlast is aanzienlijk 
  afgenomen", weet wijkagent van de Spoorbuurt Ulrich Zwijsen. Toezicht is 
  volgens hem de beste remedie tegen overlast en criminaliteit. Eigenaar Aziz 
  Quadrihiri van het gesloten Centre Court haalt er zijn schouders voor op: "Als 
  de politie komt, dan vluchten ze alle kanten uit. Zijn de agenten weg, dan staan 
  ze er weer." 
  De politie is het met de Snor eens dat het een kat- en muisspel is. "Je 
  hebt je hielen nog niet gelicht of ze hangen er weer", klaagt Maurice Peeman 
  van de spoorwegpolitie in het politieblad Alert. 
  Broodwinning
  Bovendien hebben de extra surveillances de dealers op het station nog geen strobreed 
  in de weg gelegd. Een groep van vijftien Antillianen hangt vrijwel permanent 
  rond op het station. Een aantal van hen houdt zich bezig met drugshandel. Een 
  hardnekkig probleem, weet Zwijsen. "Het is hun broodwinning. Die laten 
  ze zich niet zomaar afpakken." 
  De dealers zijn slim genoeg om ervoor te zorgen dat de transacties zich snel 
  en buiten het zicht van camera's en agenten voltrekken. Zolang de politie de 
  handel niet kan aantonen en de dealers niet voor overlast zorgen, is de groep 
  vrijwel onaantastbaar. Iedereen heeft immers recht om in en rond de stationshal 
  rond te hangen. En dan is er nog een groep die zich helemaal nergens wat van 
  aantrekt. Bekeuringen, camera's, surveillances, stationsverboden, een paar weekjes 
  droog slapen en gratis eten in de gevangenis is voor hen nauwelijks een straf 
  te noemen. 
  Van der Slagt: "Mensen met een houding van: ze doen maar wat ze willen, 
  het interesseert me geen biet, wat kun je die nou nog maken? Dat zijn mensen 
  die helemaal niets meer te verliezen hebben. Kortom, zoals ook het SMVP-rapport 
  concludeert: die zitten in het afvoerputje van de maatschappij."