Politie ontruimt daklozenbunker
Door Bas Kock
Donderdag 2 december 2004 - BREDA - De politie heeft gisteren een
betonnen daklozenbunker aan de Tramsingel ontruimd. Bewoner Fred Wolfsleger
(41) is radeloos: "De enige plek waar ik nog naar toe kan is de cel."
klik foto
Dakloze Fred Wolfsleger in zijn 'woonbunker' onder de voormalige loswal van
de Etna aan de Tramsingel. Het daklozenhonk is gisteren ontruimd wegens overlast.
Op de andere foto verlaat Wolfsleger zijn verblijf.
(Foto: Johan van Gurp) Schreeuwen op straat, dealen, ruzie maken, vechten, voor
bedrijven en omwonenden was de maat vol.
In het begin waren er geen klachten, maar de zwervers die in de daklozenbunker aan de Tramsingel beschutting zochten zorgden voor steeds meer overlast. Politie en gemeente maakten gisteren een einde aan de bewoning van de bunker.
Aan de buitenkant is de voormalige loswal van de Etna nauwelijks meer dan een strook beton. Onder de steiger bevindt zich echter een complete woning. "Mét slaapkamer", zegt bewoner Fred Wolfsleger niet zonder trots. Hij groef de aarde onder de steiger vandaan, vulde gaten en kieren met zand en pur-schuim en meubileerde zijn 'appartement' met een tafel, tapijt, kussens en kaarsen. Twee maanden bivakkeerde Wolfsleger er, maar zijn bunker had een onuitroeibare aantrekkingskracht op andere daklozen. Gezien de vele resten gebruikt aluminiumfolie kwamen die daar niet alleen om te overnachten, maar ook om drugs te gebruiken. De politie maakte aanvankelijk geen bezwaar tegen de bewoning. "We wisten dat er geslapen werd, maar het leverde geen overlast op. Sinds enkele weken kregen we echter steeds meer klachten. Als je dan niets doet, wordt het van kwaad tot erger", zegt politiewoordvoerder Rien van Kuik.
Wolfsleger, zelf verslaafd aan cocaïne, geeft toe dat er ook gebruikt werd. Dat er de laatste weken een paar incidenten waren, ontkent hij ook niet. Zijn onvermogen om 'ongewenste gasten' op afstand te houden kostte hem zijn woning. "Nu kan ik nergens meer heen", zegt Wolfsleger, die een schorsing van daklozenopvang 't IJ aan zijn broek heeft.
De ontruiming verliep gisteren niet vlekkeloos. De wagen van de Afvalservice die was opgetrommeld om het honk te ontruimen vertrok leeg, omdat de medewerkers weigerden om het hol te ontruimen. Ze vonden het er te smerig.
De werkers van Stadsbeheer voelden er op hun beurt weinig voor om de 'woning' zonder politiebegeleiding af te sluiten. Tegen het einde van de middag werd de bunker uiteindelijk toch met een hek afgesloten. Wolfsleger bleef met een paar tassen met persoonlijke bezittingen geëmotioneerd op straat achter: "De enige plek waar ik nog naar toe kan is de cel."