home
foto's
reizen

Alpujarras (Spanje) 1997

15 - 23 november

SNP wandelreis










1. Zaterdag 15 november 1997
Vroeg opstaan om de trein van 7.15u te nemen naar Schiphol. Na wat heen en weer lopen tussen de vertrekbalie voor de vlucht naar Zurich en de afgesproken balie die in de brief stond, toch de groep gevonden (om 7:50). Na nog een tijdje wachten op wat laatkomers kunnen we inchecken en wachten tot we kunnen vertrek­ken om 9:50, eerst naar Zurich. Daar moeten we overstappen op het vliegtuig naar Malaga, dat daar om 15 uur aankomt. Met een grote, nieuwe bus gaan we eerst langs de kust totaan Motril. Hier gaan we het binnenland in richting Granada. Al gauw gaan we een zijweg in en worden de wegen steeds bochtiger. Via allerlei kleine plaatsjes komen we uiteindelijk in Bérchules(1322m). Eerst kunnen we niet verder omdat de hele weg volstaat met autotjes. Dit blijkt van een soort markt van padde­stoelen te zijn. Het laatste stukje moeten we zowiezo lopen omdat de bus niet meer verder kan door de nauwe straatjes van het dorp. Door onze gids zijn we al inge­licht over het feit dat de spanjaarden heel laat eten 's avonds. We eten en over­nach­ten in een pensi­on. Dit wordt gerund door een spanjaard die met een nederlandse vrouw is getrouwd. Het eten is lekker. Na het eten gaan we nog even een rondje lopen in het dorp, dat wel uitge­storven lijkt. Er is nog wel een kroeg waar wat spanjaar­den zijn. Iedereen is moe naar de reis en de meesten gaan ook vroeg slapen op een paar na die nog naar de kroeg gaan.




2. Zondag 16 november
Na een prima ontbijt en het doen van boodschappen voor de lunch in de plaatselijke supermarkt (voor brood is gezorgd) vertrekken we uit Bérchules voor onze eerste wandeldag. Het is stralend mooi weer. Omdat we de waarschuwing krijgen dat het weer in de bergen snel om kan slaan loop ik de hele dag met een extra trui en m'n jas te zeulen terwijl ik die dus helemaal niet nodig heb. Het is een pittige wandeling. Vooral de afdaling vergt nogal wat van m'n knie, die een beetje begint te zeuren. M'n stok komt goed van pas. Gelukkig ben ik niet de enige met last van knieën en kon ik m'n stok uitlenen. We wandelen naar Trevéles (1479m). Eerst stij­gen tot 2000m. Overnachten in hotel.
15km, 650m. stijgen, 550m. dalen, 5½ uur lopen.



3. Maandag 17 november
Een zware tocht: Naar de flank van de Mulhacén, waar de Siete Lagunas, zeven meertjes op 3000m hoogte. Vooral het laatste stuk is een flinke klim en boven staat een ijskoude wind vanaf de bergtop. De meer­tjes zijn grotendeels bevroren en zo af en toe moeten we een sneeuwveldje oversteken. De lunch is welliswaar in de zon, maar met alle kleren aan achter een grote steen toch koud. Het uitzicht over de Alpu­jarras valt wat tegen omdat we een bocht om gaan. Toch is het helder weer. De terugweg is behoorlijk zwaar voor m'n knie, ik ben blij als we er zijn, want hij doet behoorlijk zeer op het laatst. Gelukkig is het snel weer over.
18km, 1500m. stijgen en dalen, ca. 9 uur lopen




4. Dinsdag 18 november
Vanuit Trevéles lopen we langs de flank van een berg en de Rio Trevéles in de diepte. Meestal lopen we over een brede onverharde weg, soms een af­snijding via een bergpaadje. Onderweg gaan we een diepe kloof over, die helemaal in de mist is verdwenen. Tijdens de afdaling trekt opeens de mist op en gaan we even terug om naar de kloof te kijken. (die had een naam die iets met zwijnen te maken heeft) Ook tijdens de afdaling zijn er soms heel wisselende uitzichten door de wisselende bewolking. Via Capilerilla (=klein Capileira) dalen we verder af om Pitres te berei­ken. In dit dorp is een prachtige kerk in de zelfde bouwstijl als de moskeeen in Marokko. Er zijn hier duidelijk veel moorse invloeden, typisch voor deze streek. We over­nachten in een klein pension met alleen koud water in de ene douche die we allemaal moeten ge­bruiken en ik sla de douche dus maar over tot de volgende ochtend. Ook het scheren overigens want er is alleen een stopkontakt in die ene badkamer.
18km lopen, enkele 100en m hoogt­ever­schil, ±6 uur lopen


5. Woensdag 19 november
Van Pitres (1248 m.) afdaling naar de Taha (1000m) waar een paar kleine dorpjes zijn. In éen van die dorpjes is een bron met licht koolzuurhoudend water. Daarna stijgen we weer naar het dorpje Portugos waar we koffie drinken. Verder stijgend kruisen we onze route van gisteren en lopen verder langs de flank van de berg op 1500m hoogte om naar het stadje Capilei­ra (1436m) af te dalen. Dit Moorse stadje doet nogal toeristisch aan. We komen in een prachtig hotel. De douche doet het alleen als er niemand op een andere kamer een douche neemt. Voor het eten krijgen we nog een lezing over geologie. Het vlees wat ik ter vervanging krijg van het varkens­vlees wat de anderen krijgen is niet te eten, het lijken wel schoenzolen.
14 km, 500m stijgen, 300m dalen, 5 uur.







6. Donderdag 20 november
Rondwandeling, eerst naar Bubión, waar we koffie zouden drinken maar het cafe was nog dicht. Het museum was uiteindelijk wel open, dit was wel aardig. Wel nog even het dorpje doorgelopen. Weer verder langs bergpaadjes om het moorse dorp Pampa­neira (1060m) te bereiken. Langs een elektriciteitcentrale de flank van de berg Atalaya op. Hier boven is het Tibetaans boeddis­tische dorpje gevestigd waar de reïncarnatie van een bekende lama is gebo­ren. We hebben daar nog een tijdje bij de stupa gezeten. Dit maakte wel indruk op mij, en ook wel op de anderen. Via allerlei bochtige en soms glibberige paadjes aan de overkant van de vallei terugge­lopen. Eerst moesten we flink afdalen en weer stijgen om weer ons hotel in Capileira te bereiken.
18 km, 450m stijgen en dalen, 6½ uur


7. Vrijdag 21 november
De hele nacht regende het. Slecht geslapen en vroeg op moeten staan (ontbijt om 7 uur) We nemen weer onze bus naar Granada. Onderweg regende het nog steeds. In Granada na het inchecken in een luxe hotel snel de stad in, want er is erg veel te zien. Eerst maar naar de Alhambra, de oude forten van de Moorse koningen. Na de bezichtiging ga ik met een paar groepsleden nog ergens wat eten. Het idee was ook koffie, maar die hadden ze daar niet, dus toch maar aan het bier. Dit is trouwens in de oude moorse wijk van Granada. Deze wijk doet ook heel arabisch aan (marokkaanse souk). Op weg naar de kathedraal raak ik steeds meer mensen kwijt. De kathedraal is 's mid­dags gesloten en we moeten wachten totdat hij weer opengaat. Na de bezichti­ging ga ik alleen nog een stuk door de stad. 's Avonds eten we in het hotel. Tijdens de maaltijd stelt Marcel voor om nog naar een Flamingo dansvoorstelling te gaan, wat we allemaal doen. Dit was wel erg duur. Omdat ik geen spaans geld meer had kon ik de 3000 peseta lenen. Die heb ik later voor f.50,- omgewisseld. Op zich was het wel leuk om dat mee te maken. De voorstelling was in een langge­rekte, smalle ruimte, misschien een oude wijnkelder. In dit luxe hotel werkte de douche ook niet en ik ben dus maar half in bad gegaan.




8. Zaterdag 22 november
Na het ontbijt gaan we allemaal met taxi's naar het busstation. Hier nemen we een lijnbus naar Malaga. Op het bussta­tion stappen we over op een bus naar het vliegveld. Inmiddels is het prachtig weer, alleen de wind is een beetje koud. Dan is het wachten op de tijd om in te checken om met het vlieg­tuig (vertek 15:15) naar Geneve te nemen. Onderweg nog prachtig uit­zicht op de bergen en de wolken. In Geneve is het inmid­dels donker. En dan maar weer wachten op het vliegtuig naar Amsterdam. Aankomst 19:50 op Schiphol.









home
foto's
reizen