Home | Foto's | reizen |
|
1. dinsdag 14 november - Amsterdam - Delhi vertrek Schiphol 11:05, aankomst Delhi 23:30 met KL871, reistijd 7:55 uur. Vroeg in de ochtend (nacht) komen we aan in het hotel. Het blijkt een ander hotel dan eerst aangegeven, omdat dit vol is, we overnachten in Hotel Metro Continental in de zelfde wijk, Karol Bagh. Een mannetje doet zijn best in de hotelkamer handdoeken en toiletpapier voor wat kleingeld te brengen, hoewel dat er allemaal al is. Bovendien heb ik geen klein geld. Ook het drinkwater is een probleem, maar uiteindelijk blijk ik de gewenste 30 rupees wel te hebben. |
2. woensdag 15 november - Delhi Ik was van plan om even de oude stad in te gaan, maar helaas blijkt het te ver om te lopen en een rickshaw heb ik geen zin in. Na wat uitslapen ga ik wat in de omgeving van het hotel in de buurt wandelen. Het is een drukte van belang, rickshaws, auto’s, fietsen, bedelaars, alles loopt en rijdt door elkaar. Vanaf een hoog liggend metrostation maak ik wat foto’s van het geheel, waaronder diverse stalletjes waar een varken rondscharrelt en een politieagent die steeds fietsrickshaws wegstuurt, die terugkomen als de politieman weer vertrokken is. ’s Avonds gaan we met de hele groep in een plaatselijk restaurant eten. De volgende ochtend moeten we weer vroeg naar het vliegveld. |
3. donderdag 16 november - Delhi - Paro Vanuit Delhi vliegen we vroeg in de ochtend met een tussenlanding in Kathmandu naar Paro in Bhutan. Het laatste stuk van de vlucht is zeer spectaculair, omdat we recht over de Himalaya vliegen. Het is helder weer en de hoogste bergen van de wereld liggen op een rijtje en zijn goed zichtbaar door het raampje aan de linkerkant van het vliegtuig. Het vliegtuig vliegt voor de landing over Paro en de landingsbaan, om na een scherpe bocht te landen. Het is een heel andere wereld dan India. De vertrekhal is in traditionele stijl gebouwd en het is kennelijk het enige vliegtuig wat land. De paspoorten worden gestempeld en we worden door onze lokale gidsen Sungey en Namgay van Wind Horse tours verwelkomd. Zij begeleiden ons de rest van de reis door Bhutan. Het toerisme in Bhutan is streng gereguleerd: er moet eerst een reis worden geboekt en betaald, daarna wordt er pas een visum verstrekt. Na de lunch bezoeken we eerst de Dzong, de Bhutanese variant op een kruising tussen het gemeentehuis, het provinciehuis en de tempel ofwel een kloosterburcht. Daarna gaan we naar Paro zelf. De stad bestaat eigenlijk alleen uit een hoofdstraat, maar daar achter zijn ze druk aan het bouwen, er worden 2 straten achter gebouwd in traditionele bouwstijl. De hoofdstraat van Paro met mooi gedecoreerde en beschilderde winkeltjes is een genot voor het oog. De inwoners gaan gekleed in de traditionele dracht, mannen in een gho, vrouwen in de enkellange kira (een vierkante lap die met twee gespen bijeen wordt gehouden). We overnachten in Hotel Holiday Home. |
|
4.- vrijdag 17 november - Paro - Thimphu Vandaag rijden we 12 km de stad uit, naar Tatshang ofwel Tigers Nest. Guru Rinpoche zou op de rug van een tijger naar deze plek zijn gevlogen om in een nabijgelegen grot gedurende drie maanden te mediteren. Nu leidt er een kronkelend pad naar boven naar het klooster. Na ongeveer een uur stijgen komen we bij een theehuis waar we even uitrusten en van een drankje genieten. Hier is ook een gebedsmolentje dat op waterkracht ronddraait. De bomen zijn getooid met lange baardmossen vanwege de mistflarden, die op deze hoogte continu rondzweven. De hele weg is er steeds uitzicht op het klooster, dat steeds dichterbij komt. Het laatste stuk gaat via verschillende trappen over de kloof naar het klooster. Nadat we het klooster bezocht hebben lopen we dezelfde weg weer terug naar de bus. Na de lunch bezoeken we het nationale museum in Paro, wat gehuisvest is in een oude wachttoren van de dzong. Het museum bevat veel kunstschatten waaronder wapen, textiel, oude Tankha’s en een grote postzegelverzameling. In de namiddag rijden we met onze eigen bus in anderhalf uur naar het hoofdstadje Thimphu. Hier overnachten we in het Hotel Yeedzin, in een straatje achter de hoofdstraat. |
|
5. zaterdag 18 november - Thimphu (2320 meter) Thimpu is de hoofdstad van Bhutan en ligt op de westoever van de Thimpu rivier (Thimphu Chhu) in een beboste vallei. Voor 1961 was Thimpu een klein dorpje, maar sinds Bhutan uit internationaal isolement is gekomen is Thimpu veel belangrijker geworden en zijn er diverse belangrijke gebouwen. Er wonen ±65.000 mensen. Volgens de Lonely Planet uit 2002 waren dat er toen 46.000. er wordt dan ook overal gebouwd, waaronder een gigantisch luxe hotel wat boven de stad uitsteekt. In 2008 zou de huidige koning aftreden ten gunste van zijn zoon en de voorbereidingen voor de officiele feestelijkheden zijn al in volle gang. Na het ontbijt gaan we met de bus op stap en bezoeken eerst de weekend markt aan de overkant van de rivier. Hier worden levensmiddelen verkocht maar ook kleding en religieuze artikelen (die ook als souvenirs kunnen worden verkocht) Hierna bezoeken we het National Institute for Zorig Chusum, een school waar kinderen diverse kunstzinnige technieken leren zoals tekenen, schilderen, houtsnijwerk enz. hier worden ook kunstvoorwerpen verkocht. Hierna bezoeken we het Ziluka nonnenklooster in Drubthop goemba. We gaan met z’n allen naar binnen terwijl de nonnen gewoon door gaan met hun dienst. Lijkt me behoorlijk storend als daar zo’n hele groep tussen komt staan. Ook bezoeken we een papierfabriek waar handgeschept papier wordt gemaakt. Na de lunch in een restaurant in de stad gaan we weer verder. Naast de hoofdstraat liggen sportvelden en ook de plaats waar de nationale sport het boogschieten wordt beoefend. De tegenpartij wordt zoveel mogelijk afgeleid om hen te verhinderen de roos te raken. Als de schutter zich niet laat afleiden en punten heeft gescoord, wordt er gedanst en gezongen. Er wordt geschoten op een heel klein bord wat nauwelijks zichtbaar is van de enorme afstand waarop wordt geschoten. In Thimphu is ook een kleine dierentuin, met eigenlijk maar 1 soort dier, de Takin. Dit is het nationale dier van Bhutan (meer info over de Takin). Na de mini-zoo bezoeken we het King Memorial Chorten, waar dagelijks veel Bhutanezen de derde koning van Bhutan komen vereren. We mogen naar binnen en beklimmen het bouwwerk. Als laatste bezoeken we de Tashi Cho dzong, een majestueuze kloosterburcht waar ook de regering van Bhutan zetelt. Het is het grootste klooster van het land en er wonen zo’n 2000 monniken. De buitenkant is een onneembare witte vesting met alleen bovenin een roodbruine rand en gedecoreerde ramen. De binnenplaats is versierd met kleurig houtsnijwerk. |
|
6. zondag 19 november - Thimpu- Phunaka (1350 meter) Over een kronkelende weg rijden we in ongeveer vier uur dwars door de bergen naar Phunaka, de oude winterhoofdstad van Bhutan. We rijden via de Dochula pas van 3150m en zouden mooi uitzicht op de oostelijke Himalaya’s gehad hebben als het niet bewolkt was geweest. We lunchen in een restaurant dat tussen een in aanbouw zijnde hotel is gelegen aan de rivier. Na de lunch bezoeken we de dzong. De Punakha dzong ligt midden op de plek, waar de Pho (= vader) en de Mo (= moeder)- rivier elkaar ontmoeten. Daardoor lijkt de machtige burcht op een schip. In de dzong is een school voor jonge monniken gevestigd. Vroeger was deze dzong de winterhoofdstad, nu is het de districthoofdstad. Het is nog steeds de winterresidentie van de centrale kloostergemeenschap. Na het bezoek aan de dzong maken we nog een korte wandeling langs de rivier. Een gepland bezoek aan het Chimi Lhakhang (klooster) stellen we uit tot morgen vanwege de regen. We overnachten in het Meri Puensum Resort met prachtig uitzicht op Punakha en de rivier. |
|
7. maandag 20 november - Phunaka – Phobjika We bezoeken na het ontbijt eerst nog de Chimi Lhakhang. Helaas regent het nog steeds een beetje. Vanuit het dorpje Soksoka lopen we door de rijstvelden naar deze tempel, die gewijd is aan Lama Drukpa Kunley, een favoriete heilige die ook wel de heilige gekke monnik wordt genoemd. Hierna rijden we via het stadje Wangdue Podrang, waar we de dzong bezoeken en in het stadje lunchen en wat rondwandelen, naar de Phobjika vallei, gelegen in het westen van het Black Mountains National Park. In deze vallei brengt de zwartnekkige kraanvogel de winter door. Deze zeldzame en met uitsterven bedreigde vogelsoort komt in de maand november vanaf de Tibetaanse hoogvlakte naar Bhutan om te overwinteren. De kraanvogel heeft voor de Bhutanese bevolking een hele bijzondere betekenis en hij speelt een rol in vele liederen, mythes en legenden. De komst van de kraanvogel naar Bhutan geeft het begin van de winter aan; het einde van het oogstseizoen en het moment dat de Je Khenpo naar Phunaka verhuist. We bezoeken hier een speciaal observatie en educatiecentrum voor de kraanvogel, waar naast informatie ook zeer goede telescopen staan, waarmee de kraanvogels goed zichtbaar worden in het mistige landschap. We overnachten in het zeer luxe Dewachen hotel met houtkachels op de kamers, want het is hier koud ‘s nachts. |
|
8. dinsdag 21 november - Phobjika – Trongsa (2180 meter) Het is prachtig weer als we vertrekken naar Trongsa, een schitterende rit. Vanaf de 3300 meter hoge Pele La (pas) hebben we een magnifiek uitzicht over de witbesneeuwde Himalaya. We rijden door een vallei waar we de beroemde 18e eeuwse Chendibji-stoepa aantreffen. Vlakbij deze stoepa lunchen wij in een groot restaurant bij de rivier. Terwijl we hier op het eten wachten komen we een konvooi met auto's en blauwe knipperlichten tegen, dit blijkt de minister van landbouw te zijn die net het Nabji Trail officieel te hebben geopend. Na de lunch rijden we verder en na een tijdje doemt de Trongsa dzong op. Een zeer indrukwekkend gezicht, aangezien deze dzong één van de grootste dzongs van het land is. We mogen de dzong binnen en via een netwerk van gangen, binnenplaatsen, tempels en gebedshallen verkennen we het gebouw. Wanden en houtwerk zijn mooi gedecoreerd. Trongsa ligt op een heuvelrug tegenover de dzong en na aankomst in het hotel is alles in mist gehuld en ’s avonds regent het wat. Het Hotel Norling is een stuk minder luxe dan het vorige hotel. |
|
|
9.-14. 22-27 november - Zesdaagse Nabji trail, Black Mountains National Park We starten vandaag met de zesdaagse wandeltocht in het Black Mountains National Park, waar de Nederlandse Ontwikkelingsorganisatie SNV samen met de lokale bevolking een toerisme project heeft opgezet om de bevolking te betrekken bij het toerisme. De lokale bevolking uit de zes kleine dorpjes wordt bij de uitvoering van de wandeltocht betrokken en de inkomsten komen direct bij de lokale bevolking terecht. We lopen gedurende zes dagen tussen de vier en de zes uur per dag op een hoogte van 1000 meter tot 1500 meter. We wandelen door bossen, groene valleien en langs kristalheldere rivieren. Onderweg komen we verschillende tekens tegen die erop duiden dat Guru Rimpoche hier in de achtste eeuw is geweest. Omdat er maximaal 11 deelnemers per groep de trail mogen lopen wordt onze groep gesplitst. De 2 groepen lopen in tegengestelde richting. |
9. - Wandeldag 1 woensdag 22 november - Trongsa (2200 meter)– Tongtongfey (1000 meter) – Jangbi (1350 meter) We rijden in ongeveer 3 uur naar het startpunt in het dorpje Tongtongfey. We dalen vandaag in anderhalf uur ongeveer 400 meter af tot aan de Mangde rivier. Hiervandaan klimmen we het laatste uur een stuk omhoog naar de campsite We zetten onze tenten op vlakbij het dorpje Jangbi, waar Monpa’s wonen. ’s avonds worden er dansen opgevoerd door de dames uit het dorp. |
|
10. Wandeldag 2 donderdag 23 november Jangbi (1350 meter) – Kubdra (1500 meter)
Vandaag wandelen we ongeveer 6 uur
in de voetsporten van Guru Rimpoche, die hier in de achtste eeuw verschillende
sporen heeft achtergelaten, zoals zijn voetafdruk in steen. Kubdra is een heel
klein dorp, waar maar drie families wonen. |
|
11. Wandeldag 3 vrijdag 24 november - Kubdra (1500 meter) – Nabji (1300 meter) We verlaten Kudra om in ongeveer zes uur naar Nabji Hier wonen de Monpa’s, de oudste bevolkingsgroep van Bhutan. We zetten onze tenten op de campsite vlakbij Nabji, waar we twee nachten zullen slapen. Nabji is mooi gelegen op een heuvel met uitzicht op een vallei met rijstvelden. |
|
12. Wandeldag 4 zaterdag 25 november - Nabji – Korphu (1500 meter) - Nabji We maken een dagwandeling van ongeveer vijf uur naar het dorpje Korphu, dat op een bergtop ligt op een hoogte van 1500 meter. Het is een spectaculaire wandeling van tweeënhalf uur de berg op en uitzicht van bovenaf op de rijstvelden van Nabji is schitterend. In Korphu bezoeken we een school en de kinderen daar willen allemaal op de foto. We eten ons lunchpakket op bij een chorten naast het dorp en dalen via de andere kant van de berg, via de medische hulppost weer af en lopen via de rijstvelden terug naar Nabji. |
|
13. Wandeldag 5 zondag 26 november - Nabji (1300 meter) – Nimshong (1300 meter)
We wandelen ongeveer vier uur door het dichtbegroeide bos en hoewel we allerlei wild is beloofd laat geen beest zich zien. Hoewel Nabji en Nimshong op dezelfde hoogte liggen, moeten we toch af en toe wat stijgen en dalen. Het kampement is vlak bij het kleine dorpje Nimshong, naast de school en tussen de veldjes met koolzaad in bloei. Zoals gewoonlijk is het weer een tochtige plek en gelukkig wordt er weer een kampvuur gemaakt terwijl we op ons eten wachten. |
|
14. Wandeldag 6 maandag 27 november - Nimshong (1300 meter) – Trongsa (2200 meter)
We beginnen met een flinke
afdaling naar de oever van de Magde rivier, daarna volgt er een steile klim naar
Reotola, waar de bus ons opwacht om ons in 4 uur terug naar Trongsa te brengen.
In Tongtongfey pikken we de rest van de groep weer op.Trongsa is net als toen we vertrokken een week geleden weer in mist en wolken gehuld. |
|
15. dinsdag 28 november - Trongsa - Jakhar (2580 meter) We vervolgen onze reis verder naar het oosten en rijden in zo’n vier uur naar het dorpje Jakhar in de Chumey vallei, de eerste van vier Bumthangvalleien. We moeten een hoge pas van 3400 meter hoogte over. Na de pas bezoeken we Yathra Weaving Centre, hier worden traditionele stoffen vervaardigd en verkocht. Het is erg koud en er staat een harde wind. Hierna rijden we door naar Jakar in het centrum van de Bumtang valleien. De Bumthang vallei is een van de heiligste plaatsen in Bhutan. De koningen zijn hier gecremeerd en de huidige koningen stammen af van de heilige Pamallnga, die smid was in de buurt van Jakar. ’s Middags na de lunch maken we een korte wandeling. Na de afdaling stuiten we op de enige bierbrouwerij van Bhutan, die het eerder gedronken Red Panda witbier naar Duits recept brouwt en we krijgen een rondleiding. Na aankomst in het dorp blijkt de stroom uitgevallen en is internetten helaas niet mogelijk. ’s Avonds bezoeken we de naast het hotel gelegen tempel, de Namkhe Nyingpo Goemba, waar een dienst meemaken. |
|
16.- woensdag 29 november - Bumthangvallei Eerst gaan we met de bus op stap, de Choskor vallei verkennen. We beginnen bij de Dzong, die op een heuvel in de vallei boven Jakar ligt. Hierna bezoeken we het Wangdinchholing Paleis en aan het eind van de vallei steken we de rivier over en bezoeken de Tamshing Goemba (tempel), waarna we aan de andere kant van de rivier teruglopen naar ons hotel voor de lunch. ’s Middags bezoeken we nog een paar tempels aan de westkant van de rivier. De stroom is aan en ik ga nog even m’n mail checken. |
|
17. donderdag 30 november - Jakhar – Mongar (1600 meter) We gaan vroeg op stap en bezoeken eerst nog het z.g. Burning Lake. Volgens de legende ging Pema Lingpa met een brandende lamp hier het water in en kwam er ook weer uit terwijl de lamp bleef branden. Het oosten van Bhutan is afgescheiden van de rest van het land door een extreem steile bergketen die van de Tibetaanse grens tot aan de Indiaanse grens loopt. Vandaag passeren we deze bergketen via de Thrumshing La (3750 meter). Deze weg is de enige doorgang van het oosten naar het westen. Het kostte ons meer dan acht uur om de 193 km van Jakhar naar Mongar te overbruggen. Het is de spectaculairste route van het land, door diepe dalen en langs steile afgronden. Het is helder weer en vanaf vlak voor de pas zien we de Gangkhar Puensum met een hoogte van 7541 meter liggen. De pas zelf is in mist gehuld en de bomen zijn berijpt door de vorst. In het westen van Bhutan liggen de meeste dorpen in een vallei, in het oosten echter zijn de dorpen op de top van een heuvel gebouwd. Mongar is hier een goed voorbeeld van. In Mongar blijkt een kermis aan de gang als we aan komen. Veel van de exploitanten zijn indiers en er wordt ook veel gegokt, ook door kinderen. De sfeer is er daardoor anders dan in andere plaatsen in Bhutan. We overnachten in het eenvoudige Druk Yul guesthouse in het dorp, waar we ook eten. |
|
18.- vrijdag 1 december - Mongar – Trashigang (1070 meter) We vertrekken vroeg uit Mongar omdat we nog de laaste dag van het jaarlijkse festival in Trashigang mee willen maken. Na aankomst gingen we meteen naar de Dzong waar een groep meisjes aan het zingen en dansen was. Daarna was er een soort toneelstuk van clowns die kennelijk i.v.m. Wereld Aids dag allerlei grapjes maakten over seks en voorbehoedsmiddelen (ze hadden opgeblazen condooms op hun hoed), maar daar was voor ons niets van te begrijpen vanwege de taal. De dansen die werden opgevoerd dateren uit de 10e eeuw en zijn bijna niet veranderd sinds die tijd. Ze zijn niet alleen bedoeld om geesten te verdrijven, maar ook om morele lessen te geven en bekende legenden uit het verleden te vertolken. Na een paar uur gaan we lunchen in het hotel om ’s middags terug te keren. ’s Middags zijn er ook dansen, maar het beeld van de guru staat op de binnenplaats en de mensen gaan er allemaal langs en krijgen gekleurde draadjes van de monniken. Aan het eind van de dag wordt het beeld weer naar binnen gedragen. We overnachten in een dependance van hotel Druk Deothjung boven het stadje met uitzicht op de dzong. |
|
19. zaterdag 2 december - Trashigang (Tashi Yangtse) Een uitstapje met de bus. Op weg naar het dorpje Tashi Yangtse bezoeken we Gom Kora. Op deze plek is een kleine tempel gebouwd bij de rots waar Guru Rimpoche gedurende lange tijd gemediteerd heeft om de demonen die hier huisden te overwinnen. In deze rots bevindt zich een zeer smalle doorgang en als je je hier doorheen kunt wringen, heb je je bevrijd van al je zonden. Als je de rots kan beklimmen of een steen op kan tillen en 3 keer om de rots kan tillen zal je ook in een volgend leven beter reïncarneren. We rijden door naar Tashiyangtse waar we de Chorten Kora bezoeken en lunchen. Deze chorten is gebouwd naar Nepalees voorbeeld en daarom enigszins gelijkend op de Bodnath stoepa in Kathmandu. We zouden de nieuwe dzong bezoeken, maar die bleek gesloten. Wel heb ik een paar foto’s gemaakt van de wachters bij de deur en de binnenplaats |
|
20. zondag 3 december - Trashigang (Ranjung) De groep splitst zich weer in tweeen, een groep gaat vanuit Trashigang over de berg naar Ranjung, ik ga met de anderen met de bus hierheen. In Ranjung bezoeken we eerst de tempel, waar monniken net met een examen bezig zijn. Van daar lopen we via rijstterrassen naar het dorpje Radi. Een mooie wandeling door de vallei. We worden op weg geholpen door een monnik. In Radi bezoeken we een paar huizen waar zijde gesponnen wordt. In Radi worden we opgewacht door de bus en de rest van de groep. In Ranjung drinken we wat en zien daar ook een man in lokale kledendracht met een hoed van yak haar |
|
21. maandag 4 december - Trashigang – Sandrup Jonkhar We vertrekken vroeg met de bus naar de grensplaats Sandrup Jonkar. Onderweg stoppen we in het plaatsje Khaling bij de National Women Association of Bhutan, waar kleden geweven worden van ruwe zijde. De totale busreis van 190 km via een bochtige weg duurt ongeveer 7 uur. In Sandrupjonkhar overnachten we in hotel Menjong. |
|
22. dinsdag 5 december - Sandrup Jonkhar – Guwahati ’s Morgens worden we door 4 terreinwagens vanuit het hotel opgehaald voor de reis naar Guwahati. De paspoorten zijn gisteren al gestempeld en officieel zijn we dus al uit Bhutan vertrokken. India is duidelijk anders dan Bhutan en dat valt meteen bij de grens al op. Overal lopen geiten op straat (in Bhutan niet gezien), het is stoffig en overal ligt afval. Na de Bhutanese grensformaliteiten rijden we door en na een tijdje komen we bij een kantoortje van de Indiase douane. Kennelijk zijn ze weinig toeristen gewend want het kost wat tijd voor de 3 heren om alle formaliteiten af te handelen. Na drie uur rijden door allerlei dorpjes komen we in Guwahati aan. ’s Middags gaan we nog even de stad in. Guwahati is de hoofdstad van de deelstaat Assam en ligt aan de Brahmaputra. We lopen langs de oever van de rivier, het lijkt wel het strand want de rivier is hier erg breed. Het blijkt min of meer een openbaar toilet. Na lang zoeken vinden we de boot naar Peacock Island waar een tempel staat, maar dan is het inmiddels bijna donker en zien we er van af om daar nog heen te gaan. Op een boot drinken we wat en worden daarbij door muggen opgegeten. Uiteindelijk besluiten we in ons hotel te gaan eten. |
|
23. woensdag 6 december - Guwahati - Delhi In de middag vliegen we van Guwahati terug naar Delhi. We worden weer door de auto’s opgehaald en naar het vliegveld gebracht. Ruim een uur rijden, eerst door de stad. We vliegen met Air Sahara in ruim 2½ uur naar Delhi. We zouden nog naar het hotel, maar aangezien we ook weer terug moeten naar het vliegveld gaan we naar een restaurant in de buurt. We hebben nog nooit zo duur gegeten en er wordt door diverse muzikanten opgetreden, o.a. ook door een groepje muzikanten waarbij een jongetje danst en er niet erg gelukkig uit ziet. Na het eten gaan we weer terug naar het vliegveld om in te checken voor de vlucht naar Amsterdam. |
|
24. donderdag 7 december - Delhi - Amsterdam Met een kleine vertraging vertrekken we voor de vlucht naar Amsterdam en komen daar na 8 uur vliegen iets na 6 uur ’s ochtends aan. |
|
Home | Foto's | reizen |