1. Zondag 9 juli – Vertrek
uit Amsterdam
Je
vertrekt vanuit Amsterdam met de KLM naar Quito.
|
|
|
2. maandag 10 juli – Aankomst
in Quito
Je
komt ‘s morgens vroeg aan in Quito. Op het vliegveld word je
opgewacht door onze reisleid(st)er en naar het hotel gebracht, dat in
het oude centrum ligt. De rest van de dag ben je vrij om de 2 miljoen
inwoners tellende hoofdstad van Ecuador te verkennen. Quito was
eeuwenlang de hoofdstad van het rijk der Quitu’s en van 1487 tot
1533 de hoofdstad van het noordelijke Inka-rijk. Ondanks diverse
aardbevingen zijn veel gebouwen uit de Spaans-koloniale tijd bewaard
gebleven. Zeer interessant zijn het San Francisca-klooster (1538) met
de drie kerken, het San Augustin-klooster, de kerk van La Merced en
de jezuïetenkerk Compañia (prachtige koepels en massief gouden
altaar). Door haar unieke oude centrum is de stad Quito door de
Unesco bestempeld als ‘Cultureel Erfgoed der Mensheid’. Quito
heeft door de hoge ligging (2800 m) een heerlijk koel klimaat, al kun
je op deze hoogte in het begin wat sneller vermoeid raken dan je
gewend bent.
QUITO
Hotel
Real Audiencia
Bolivar
220 y Guayaquil
(Plaza
Santa Domingo)
Quito
|
3. Dinsdag 11 juli –
Quito - Nationaal Park Cuyabeno
We
vertrekken ‘s morgens vroeg voor een lange, prachtige rit per bus
naar Lago Agrio. Na het vertrek uit Quito gaan we over een van
Ecuadors hoogste passen (4200 m) en zakken vervolgens via
uitgestrekte nevelwouden af naar het tropische laagland. In de middag
komen we aan in het stadje Lago Agrio, aan de rand van ‘s werelds
grootste tropische regenwoud, het Amazone-bekken. Hier stappen we
over in een ‘ranchero’, een open bus met een houten opbouw, die
ons door de warme jungle naar het Nationaal Park Cuyabeno brengt. Je
kunt ook op het dak van de ‘ranchero’ plaatsnemen, vanwaar je een
nog mooier uitzicht hebt op het langsglijdende groene
Amazone-regenwoud. Na drie uur rijden over een deels ongeasfalteerde
weg arriveren we bij onze overnachtingsplaats ‘El Puente’ aan het
riviertje Cuyabeno. Je bent dan al in het park. Door de geluiden van
de jungle, met name in de schemer en de avond, hangt hier een zeer
speciale atmosfeer. We overnachten in tenten of onder muskietennetten
in ‘cabañas’, open houten Indianenhuizen op palen.
|
|
|
4. woensdag 12 juli –
Nationaal Park Cuyabeno
Het
Nationaal Park Cuyabeno is een van de weinige ongerepte
regenwoudgebieden van Ecuador. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld
het gebied rond de Napo-rivier bij Mishuallí. In dat laatste gebied,
waar Baobab enkele jaren geleden nog naar toe ging, heeft men veel
oorspronkelijk woud gekapt voor landbouw. Het daar nu nog aanwezige
bos is geen primair regenwoud en er leven nog maar weinig dieren. Dit
in tegenstelling tot Cuyabeno, waar we veel kans hebben op het zien
van dieren zoals kaaimannen, hoatzins, toekans, apen en piranha’s.
Vroeg in de morgen vertrekken we per gemotoriseerde houten kano de
jungle in over het riviertje Cuyabeno naar een van de veertien
lagunes van het park. Het riviertje slingert zich door het
maagdelijke, onaangetaste regenwoud. Tijdens de vier uur durende
boottocht zal onze gids uitleg geven over de vele tropische planten-
en diersoorten die we onderweg zien, waaronder veel vogels zoals
toekans, visarenden, papegaaien, gieren en de hoatzin, een nauwelijks
geëvolueerde vogel uit de oertijd die het symbool is van het
Cuyabeno-reservaat. Ook apen kom je onderweg vaak tegen. De
voedselrijke lagunes van Cuyabeno worden door tientallen soorten
trekvogels bezocht die vooral ‘s ochtends hier eten. Op een
eilandje in de lagune is ons tweede kamp, ook in een ‘cabaña’.
Na de lunch maken we een korte wandeling door de jungle of gaan we
zwemmen in de lagune. Alle maaltijden tijdens ons verblijf in het
park worden voor ons klaargemaakt en met je verrekend door de
reisleiding. Als de avond is ingevallen kunnen we met een kano in de
lagune op zoek gaan naar kaaimannen en waterslangen, die met name ‘s
avonds en ‘s nachts het actiefst zijn.
|
5. Donderdag 13 juli –
Nationaal
Park Cuyabeno (regen)
In
de ochtend maken we een wandeling van zo’n drie à vier uur door
het regenwoud. Tijdens de tocht zal onze gids uitleg geven over
verschillende exotische planten en insekten. In het park wonen
Siona-Indianen, die wel contact hebben met de westerse beschaving
maar er een eigen levenswijze met veel tradities op na houden.Veel
van deze planten worden door de lokale bevolking als geneesmiddel
gebruikt. Verder zullen we ‘s middags al peddelend de kleinere
lagunes verkennen en kan er gevist worden op piranha’s,
manoeuvrerend door een wirwar van ‘macrolobios’, een grote
accacia-soort die in het water groeit. Deze bomen zijn vaak begroeid
met varens, orchideeën en bromelia’s. In de middag kan gezwommen
worden in de lagunes waar soms zoetwaterdolfijnen te zien zijn. ‘s
Avonds is er weer een kano-expeditie om het nachtleven rond de lagune
te observeren.
|
|
|
6. vrijdag 14 juli –
Cuyabeno -
Peguche (2300m) (regen)
Vroeg
in de ochtend keren we per kano terug naar ‘El Puente’, waar onze
jungle-tocht begon. Een ranchero brengt ons terug naar Lago Agrio.
Vervolgens nemen we het vliegtuig van Lago Agrio naar Quito . Daar
staat de bus op ons te wachten om ons naar Peguche in de Andes te
brengen waar we in de avond aankomen. We overnachten de komende drie
nachten in een eenvoudig, maar erg gezellig pension in dit
Indianendorpje.
|
7. zaterdag 15 juli –
Peguche, bezoek markt Otavalo
De
zaterdagse markt in Otavalo is een van de beroemdste markten in
Zuid-Amerika. Vroeg in de ochtend kan een veemarkt iets buiten de
stad bezocht worden, en later op de ochtend is er een markt met
felgekleurde geweven stoffen uit de gehele omgeving. Met name het
centrale deel van de markt op de Poncho Plaza wordt veel bezocht door
toeristen. Otavalo is verder een sfeervol plaatsje en een centrum van
oude Indiaanse tradities. Indianen uit dit gebied claimen de enige
directe afstammelingen te zijn van de Inka’s. De mannen hebben het
haar in een lange vlecht op de rug en de vrouwen dragen een
karakteristieke zwart-blauwe klederdracht met fraaie sieraden. Je
kunt deze markten vanuit Peguche, dat op loopafstand van Otavalo
ligt, op eigen gelegenheid bezoeken. Ook kun je het nabijgelegen
stadje Cotacachi bezoeken, deze plaats is bekend om het kwalitatief
goede leerwerk.
|
|
|
8. zondag 16 juli –
Peguche, bezoek Cuicocha
Vandaag
gaan we naar Cuicocha, een oude geërodeerde vulkaan, waar we een
vier uur durende wandeling maken langs het prachtige azuurblauwe
kratermeer. Cuicocha is een deel van het Cotacachi-Cayapas ecologisch
reservaat, een beschermd gebied dat uit verschillende vegetatiezones
bestaat. Onze wandeling volgt de kraterrand en gaat door een
weelderige en grotendeels ongerepte hooglandvegetatie, met een grote
verscheidenheid aan planten, waaronder de orchidee en puya. Tijdens
de wandeling heb je een weids uitzicht over het kratermeer waarin
twee vulkaaneilandjes liggen, en het omliggende hoogland. Bij helder
weer kun je hier de bergtoppen van de Imbabura, Cotacachi en de
Cayambe zien liggen.
|
9. maandag 17 juli –
Peguche -
Maquipucuna
In
de ochtend gaan we per bus naar het natuurreservaat Maquipucuna op de
berghellingen van de Andes. Het reservaat is opgezet in samenwerking
met de lokale bevolking, waarvan een deel ook werkzaam is in het
reservaat en het biologisch onderzoekscentrum waar we overnachten. In
het dorpje Yunguilla stappen we over in een camionetta (pick-up) die
ons aan het begin van een pittige wandeling brengt. Je hoeft
weliswaar met name naar beneden te lopen, vanaf ongeveer 2600 tot
1300 meter, maar de condities daarvoor zijn niet altijd even
makkelijk. Het eerste deel van de wandeling gaat over een breed pad
met mooie vergezichten. Na anderhalf uur gaat het pad over in
zogenaamde culuncos, eeuwenoude uitgesleten paden waarover tot voor
kort goederen per ezel, vooral zelfgestookte drank, werden vervoerd
richting Quito. Na zo’n 4 à 5 uur komen we aan bij een rivier waar
we kunnen lunchen. We lopen na de lunch nog ongeveer een uur, licht
stijgend, naar de cabañas van Maquipucuna. Onderweg maak je al
kennis met de rijke dieren- en plantenwereld van dit park. Degenen
die niet zo lang willen wandelen kunnen een kortere wandeling maken
in Yunguilla en daarna met de bus naar Maquipucuna rijden. We
verblijven hier twee nachten in eenvoudige ‘cabañas’ in
vierpersoonskamers, midden in het nevelwoud. De maaltijden,
samengesteld uit lokale produkten, worden voor ons bereid door mensen
uit de streek.
|
|
|
10. dinsdag 18 juli –
Maquipucuna
In
de ochtend ( vertrek om 6 uur) maken we een wandeling door het
nevelwoud onder leiding van een gids met veel kennis over de flora en
fauna van het gebied. Daardoor krijg je een mooi beeld van de
verschillen tussen het nevelwoud en het tropische regenwoud zoals je
dat in het Cuyabeno-park aan het begin van deze reis hebt gezien. In
dit gebied komen vele soorten vogels voor, zoals toekans, ara’s,
ijsvogels en kolibri’s. Daarnaast zijn ook poema’s, ocelotten,
brilberen, vleermuizen, diverse soorten apen, tapirs en massa’s
vlinders vaste bewoners van het reservaat. Als je veel geluk hebt kun
je ze zien. In de middag kan er gezwommen worden in de rivier of kun
je uitrusten in een van de hangmatten op de veranda van de ‘cabañas’.
|
11. woensdag 19 juli –
Maquipucuna -
Lasso (2800 m)
Vandaag
rijden we zuidwaarts over de ‘Avenida de los Volcanes’, de
centrale weg door het hoogland met uitzicht op diverse vulkanen
waaronder de Cotopaxi. We overnachten in een van de mooiste en oudste
‘haciendas’ van het continent, La Cienega, gesticht in 1588. In
de middag heb je de ruimschoots de tijd om te genieten van deze
historische plek of te uit te rusten in de mooie tuin van deze
hacienda. Het centrale gebouw van de oude boerderij is omgebouwd tot
luxieus hotel en zelfs de wetenschapper Humboldt was ooit een van de
gasten van de familie Lasso.
|
|
|
12. donderdag 20 juli –
Lasso -
Saquisilí - Cotopaxi
In
de ochtend bezoeken we de nabijgelegen donderdagmarkt van Saquisili,
waarschijnlijk de mooiste Indiaanse markt van Ecuador. Het gehele,
anders zo rustige, dorp is omgetoverd tot een levendige, kleurrijke
markt met buiten het plaatsje een veemarkt. Daarna begeven we ons
naar het Cotopaxi Nationaal Park, waar de kegelvormige
Cotopaxi-vulkaan met zijn besneeuwde top tot een hoogte van 5897 m
reikt. De Cotopaxi is de op een na hoogste actieve vulkaan ter
wereld. We rijden met onze bus door verschillende vegetatiezones tot
de vrijwel onbegroeide hellingen op zo’n 1000 meter onder de top.
We wandelen vervolgens tot een berghut, vanwaar we een indrukwekkend
uitzicht hebben over de hoogvlakte. Het gaat sneeuwen en we gaan
daarna niet verder. Ik krijg opeens enorme last van hoogteziekte. Na
terugkomst in het hotel ga ik op bed liggen en is de hoofdpijn weer
snel verdwenen.
We
overnachten weer in Lasso.
|
13. vrijdag 21 juli –
Lasso -
Urbina
Via
de ‘Avenida de los Volcanes’ rijden we in de ochtend naar Baños,
waar we tussen 11-15 uur verblijven. Het stadje is bekend om haar
warmwaterbronnen die een geneeskrachtige werking zouden hebben. De
basiliek is een bezoek waard vanwege de met teksten verrijkte
schilderijen die getuigen van de vele wonderen die hier door toedoen
van de Maagd van het Heilige Water zouden zijn gebeurd. Grenzend aan
de basiliek bevindt zich een van de meest curieuze musea van Ecuador
dat vol hangt met schilderijen van bloederige ongelukken, explosies
en branden die mensen hebben overleefd dankzij een wonder van de
Maagd. Een andere mogelijkheid is het maken van een zeer mooie
wandeling langs de dichtbegroeide kloof van de Pastaza-rivier. Daarna
rijden we door naar Urbina, waar we overnachten.
|
|
|
14 zaterdag 22 juli –
Urbina – Riobamba
lopen
+ bus naar Riobamba.
’s
Ochtends rijden we naar de Chimborazo. Via een prachig páramo
landschap bereiken we de voet van de besneeuwde bergtop. Hier maken
we een korte wandeling door het indrukwekkende berglandschap en lopen
naar een berghut die op 5000 m hoogte ligt. Daarna reizen we met de
bus in enkele uren naar Urbina, het hoogstgelegen treinstation van
Ecuador (3600 m). Vanaf dit treinstation, waar nog slechts eenmaal
per week een trein langskomt, heb je een prachtig uitzicht op de
Chimborazo (6310 m). Het oude stationsgebouwtje, gelegen aan de in
Spaanse tijden aangelegde hoofdweg van het land, fungeert nu als
herberg en we overnachten er op slaapzalen. Het is een vrij simpele
accommodatie, maar de unieke lokatie maakt het alleszins de moeite
waard. In de omgeving maken we ‘s middags een wandeling langs
verschillende dorpjes en zien we hoe de bevolking het land handmatig
bewerkt en hun vee hoedt.
|
15. zondag 23 juli -
Riobamba - Alausí -
Nariz del Diablo - Paute
Vandaag
is het een lange, maar gevarieerde en boeiende dag. Vertrek 7 uur. In
de vroege ochtend kun je een zeer spectaculaire treinreis maken of
gewoon met de bus meerijden . Tijdens de treinrit stijgen we van
Riobamba op 2600 m tot 3000 m om daarna af te dalen via Alausí naar
Huigra op 1300 m. Onderweg op de stationnetjes is het een drukte van
belang, in tegenstelling met het desolate landschap waar je doorheen
rijdt. Een groot deel van de rit zul je bovenop het dak van de wagons
kunnen maken. Het is een fantastische ervaring om in de buitenlucht
vanaf de trein de Andes aan je voorbij te zien trekken. Vanuit Alausi
maakt de trein een aantal scherpe haarspeldbochten en komt aan bij de
Nariz del Diablo (Duivelsneus), waar de trein door de steilte van de
helling alleen maar door middel van vooruit- en achteruitgaande
bewegingen, zigzagsgewijs naar beneden kan. Een indrukwekkend
schouwspel in een prachtig berglandschap. Wie niet met de trein mee
wil kan met de bus meerijden. Vanuit Huigra gaan we met de daar op
ons wachtende bus terug de Andes in naar Paute, waar we de hele
middag de tijd hebben. Paute ligt in een vallei waar je heerlijk kunt
wandelen, een zilverdorpje in de buurt kunt bezoeken of wat kunt
luieren aan de rand van het zwembad.
|
|
|
16. maandag 24 juli –
Paute -
Cuenca (2400 m)
We
reizen naar Cuenca, voor velen de mooiste stad van Ecuador. Cuenca is
de derde stad van het land met slechts 170.000 inwoners. Nog sterker
dan in Quito kom je hier het koloniale verleden tegen. De oudste
gebouwen dateren uit het eind van de 16e en het begin van de 17e
eeuw. Langs de Tomebamba-rivier staan nog verscheidene statige
koloniale herenhuizen. De kathedraal met haar hoge azuurblauwe
koepels is zeker ook de moeite waard. Cuenca is verder een belangrijk
cultureel centrum en herbergt een aantal interessante kunstgalerijen
en musea. Ook kun je een bezoek brengen aan enkele Indiaanse dorpjes
in de omgeving die bekend staan om hun warme baden en handgemaakte
sieraden en textiel. We overnachten in een van de klassieke hotels
aan de Tomebamba-rivier.
|
17. dinsdag 25 juli –
Cuenca, excursie naar Ingapirca
Vrije
dag in Cuenca. Het is mogelijk om hiervandaan Ingapirca te bezoeken.
Onderweg heb je de mogelijkheid om een wandeling te maken langs
kleine dorpjes waar je getuige bent van het dagelijks leven op het
platteland. Ingapirca is de grootste Inka-ruïne in Ecuador. Dit
monument zou ongeveer 50 jaar voor de Spaanse invasie zijn gebouwd
onder de laatste Inka-koning, Atahualpa, die in 1533 door de
Spanjaarden werd omgebracht. Ingapirca zou voor religieuze en
ceremoniële, maar ook voor strategische doeleinden van belang zijn
geweest. Het centrale bouwwerk, de Tempel van de Zon, laat het unieke
vakmanschap van de Inka’s zien: ongelijkvormige bouwstenen met
absolute precisie in elkaar laten passen zonder gebruik van mortel.
|
|
|
18. woensdag 26 juli –
Cuenca (3500
m)
staking
en blokkades, bezoek musea in Cuenca.
In
het hoogland, 30 km ten westen van Cuenca, ligt El Cajas. El Cajas is
een uniek natuurpark dat bekendheid geniet vanwege zijn ruige,
vrijwel onaangetaste páramo-landschap met daarin verspreid zo’n
300 kleine meertjes. Het park ligt op een hoogte van 3000 tot 4500 m.
De bloemrijke páramo-vegetatie is kenmerkend voor het
Andes-hoogland. We maken een wandeling van ongeveer vier uur door dit
prachtige gebied waar vele soorten vogels leven, waaronder de
zeldzame condor, symbool van de Andes. Als je deze wandeling te lang
of te zwaar vindt, kun je besluiten deze dag in Cuenca door te
brengen.
|
19. donderdag 27 juli –
Cuenca -
Guayaquíl - Puerto López
Vandaag
rijden we per bus de Andes uit en dalen af naar zeeniveau. Onderweg
zie je het landschap langzaam veranderen van een berglandschap naar
een vruchtbare tropische kuststrook waar veel bananenplantages te
vinden zijn. Via de brug over de Guayas-rivier bereiken we aan het
begin van de middag Guayaquíl, de tweede grote stad van Ecuador en
het economische hart van het land. De rest van de groep reist met de
bus door naar Puerto López, aan de kust.
|
|
|
20. vrijdag 28 juli –
Puerto López,
excursie Isla de la Plata
Vandaag
maken we een excursie per boot naar het Isla de la Plata dat ook wel
klein-Galápagos genoemd wordt, omdat hier een deel van de
diersoorten leeft die ook op de Galápagos voorkomen. Hier kun je
onder andere de blauwvoet-, de gemaskerde- en de roodvoet Jan van
Gent maar ook de fregatvogel en Galápagos albatros zien. Verder zien
we er zeeleeuwen en soms zelfs walvissen. De excursie duurt de hele
dag. Tevens kun je gaan wandelen in het Nationaal Park Machililla,
een tropisch kustwoud waarin onder andere leguanen, hagedissen en
roofvogels voorkomen.
|
21. zaterdag 29 juli –
Puerto López
- Guayaquíl
Vandaag
reizen we per openbaar vervoer bus terug naar Guayaquíl waar we
overnachtingen in een hotel in het centrum van de stad. Je kunt in
deze grote havenstad bij een van de restaurants aan de boulevard
terecht voor een lekker vismaal.
|
|
|
22. zondag 30 juli –
Vertrek naar
Amsterdam
In
de ochtend word je naar het vliegveld gebracht voor je terugvlucht
naar Amsterdam.
|
23. maandag 31 juli –
Aankomst in
Nederland
|
|