VRA:
Dagje uit op woensdag 16 Juni 2004 naar
NATIONAAL PARK DE HOGE VELUWE.
In drie bussen reden we om goed 9 uur de stad uit, wat verlaat, de schuld lag niet bij onze chauffeurs, maar bij de Stadsmobiel, die een paar passagiers te laat afleverde. Via de A10 waren we snel buiten de stad. Velen van ons verbaasden zich over de enorme hoeveelheid geluidsschermen, ook veel hoger dan vorige keren. En ik was hier in lange tijd niet geweest... ze waren er van plastic, hout en hoge aarden wallen, begroeid met gras of struikachtige bodenbedekkers. Onze chauffeur Gerard vertelde af en toe wat en maakte ons b.v. even voor Amersfoort attent op een nieuwbouwwijk met veel zonnepanelen, een van de grootste van Nederlanden. We reden door een bosrijke omgeving, met tussen de diverse dorpen industriegebied en grote kantoren. In Voorthuizen hadden we de eerste pleisterplaats, de koffie met gebak stond al klaar. Gerard maande ons tot spoed, hij wilde tijd inhalen, met het oog op de gidsen, die strikt aan tijd gebonden waren. Maar het leek wel dat, net als in de stad, hoe gehaaster je bent, des te meer er stagneert. Ergens stonden ze een bestelauto uit te laden en we moesten wachten tot ze klaar waren, want we konden er niet door. Een eind verderop kwam een bus van de tegenover liggende zijde,de weg was te smal voor beide bussen, dus... ook wachten. We vertrokken om half 12 via borden richting Apeldorn. Links en rechts weer prachtig bosgebied (de storm had er onlangs zichtbaar huisgehouden). Op veel plaatsen hier en daar kaarsrechte bomen, werden vroeger zeker gebruikt voor scheepsmasten. Overal ook lage heesters en struiken. 't Leek wel of alles tegelijk in bloei stond. Misschien was dat ook wel zo, 't was te lang koud geweest. Eindelijk waren we aan het begin van het park. Waar waren de gidsen nou??? Die bleken er niet meer te zijn. Chauffeur en leiding hadden al eerder (telefonisch) contact met hen gehad, maar t laatste bericht was: “De sperziebonen staan op, we gaan naar huis!" Chauffeur Gerard gaf Ina een foldertje van de Hoge Veluwe en Ria probeerde eruit voor te lezen waar we langs kwamen. Knap, achteraf bekeken, want ik zit nu met hetzelfde foldertje voor me te proberen eruit wijs te worden (en ik had haar ook niet verstaan). 't Was een fietsroute, klein gedrukt en nu zie ik maar weer even, hoe slecht m'n ogen zijn geworden. Zelfs met m'n telescoopbril zou het niet te lezen zijn geweest. Wat hebben we gezien? (en gevoeld?!) : wildroosters en rododendrons. Soms wel een hele rododendronmuur!! Prachtig in bloei! Ik moet het Jachthuis St.Hubertus gezien hebben, maar ik kan het me niet meer herinneren. Midden in het weidse Otterlose Zand is in 1922 een standbeeld geplaatst van generaal Christiaan De Wet, een generaal van de Boeren uit Zuid Afrika, die een strijd uitvochten met de Engelsen om de hegemonie van het land. De Krollers hadden De Wet leren kennen bij zijn bezoek aan Europa, waar hij geld inzamelde voor zijn landgenoten. Zij waren zeer onder de indruk van de vastberadenheid die de generaal uitstraalde. Dat is ook, wat Mendes da Costa, de maker van het standbeeld tot uiting wilde laten komen, de wil en de geestkracht van een volk, gesymboliseerd in de figuur van De Wet. Het beeld bevindt zich op deze plaats vanwege een uitlating van President Steyn, een geestverwant van De Wet. Deze had bij het zien van het Otterlose Zand opgemerkt dat dit de eerste plek was in Europa die hem deed denken aan het landschap in Zuid-Afrika. Nationaal Park de Hoge Veluwe is in 1935 gesticht op de terreinen van het echtpaar Kröller Muller. In het Noordelijk gedeelte ligt het door Berlage ontworpen Jachtslot St.Hubertus en het Museum Kröller Muller, bekend door zijn uitgebreide van Gogh-collectie. De rijke kunstcollectie van het echtpaar werd in 1937 aan het Rijk overgedragen: Rijksmuseum Kröller-Muller. Het landgoed werd Natuurmonument en Nationaal Park. Inmiddels werd het tijd voor de lunch in restaurant ‘DE KOPEREN KOP' .In de weinige tijd die we ons konden veroorloven, konden we nog allerlei lekkers verorberen: heerlijke broodjes, fantastisch krentenbrood, en een ruime sortering vleeswaren en kaas . Melk, karnemelk en koffie!! En alles zag er even gezellig uit! Dan gaan we "onderhandelen". Het bestuur vond het een enorme verantwoordelijkheid, bij dit overladen programma niemand kwijt te raken. We kunnen of een eind wandelen over het Land-goed, of naar het Museum. In beide gevallen moeten we, ergens halverwege, weer zorgen op tijd bij de bussen aanwezig te zyn. 't Was er zo fantastisch! We waren ervan doordrongen, maar een fractie van al dat moois, gezien te hebben! Mocht het Bestuur ooit een herhaling aandurven, dan ben ik ervan overtuigd, dat velen zich zullen aanmelden. Nog even op een bankje gezeten, een van de vele beelden van dichtbij bekeken en dan naar de bussen, die ons kennelijk gevolgd waren. Of wij hen? In ieder geval konden we ze zonder problemen vinden. Ze waren dan ook groot en licht van kleur, 't waren er drie! En dat valt op, temidden van al het groen! Dan is het ca 4 uur, al onze vervoersmiddelen worden weer ingeladen en we vertrekken richting Barneveld. We hadden bewondering voor onze chauffeurs: bij elke tussenstop zetten zij, zonder ooit te morren, de loopplank uit,reden de rolstoelen naar buiten en haalden de rollators uit het luik, om alles er even later weer in terug te zetten en dat zal met alle drie wel zo geweest zijn. Gerard wees ons er op (hij reed deze route meermalen per jaar) dat vorig jaar met die hete zomer veel van het jonge groen op de Veluwe was verdroogd en dood gegaan. Wat zijn wij vandaag tevreden met het weer! Stel je voor dat we deze reis in de hitte van gisteren met 30 graden hadden moeten maken! Over half zes gingen we aan tafel bij restaurant DE KLAVEEL in Achterveld, waar voor alle 127 gasten een uitgebreid diner meteen geserveerd werd, met soep vooraf en een onbeschrijflijke ijs-verrassing toe. Het licht moest er voor uit, om dat enorme 'ijs-vuurwerk' - 't leek wel een brandende gletscher! tot zijn recht te doen komen! Tevoren had (ik vermoed een van de bestuursleden, ik kon het niet zien) een woord van dank uitgesproken, waarbij iedereen ruimschoots in het zonnetje werd gezet, voor alles wat hij/zij vandaag had gepresteerd, om deze fantastische dag te doen slagen. De chauffeurs deden hun uiterste best om nog op een redelijke tijd bij het Jan van Breemen aanwezig te zijn. Zouden er al (of nog) een of meer Stadsmobielbusjes staan? Tot onze verrassing stonden er wel drie, en chauffeurs met lijsten op ons te wachten. We klagen allemaal echt wel eens terecht over de service van de Stadsmobiel, maar deze service maakte weer heel veel goed! CLAZIEN FADDEGON
|