S.O.S. REIGERS OP STROOPTOCHT!

De nieuwe generatie reigers, dit voorjaar in de Westelijke Tuinsteden geboren, is inmiddels door hun ouders het nest uitgezet. "Je bent brutaal genoeg, je redt je verder maar, ik heb er genoeg van!"
Dat was niet tegen dovemansoren gezegd en sinds enkele weken terroriseren ze de buurt en zijn voor niemand bang.
Van moe hebben ze geleerd, hoe aan eten te komen: net zo lang voor een deur staan tot het de bewoners verveelt, ze hem wat geven en dan wegjagen. Maar nu komen ze zeker terug: ze hebben een goed geheugen.
Deze week werd ik opgesloten; ik had de hordeur naar de tuin dicht en m'n reiger stond er als een cipier vlak voor naar binnen te kijken.
"Komt er nog wat van?" krijste hij. "ik heb honger en ben moe van het vechten met die rot-eksters!"
"Ja, dat gekrijs heb ik gehoord, wat een herrie! En duvel nou op, ik wil naar buiten!
Evenals elke visser aan het water z'n eigen reiger heeft, heeft inmiddels elke vrijgevige bewoner z'n eigen reiger in de tuin, en ik heb niet eens wat gegeven!

Gisteren scheen de zon, ik was thuis, had de tuindeur open en zat buiten aan tafel. M'n reiger kwam buurten, zat nog geen 3 meter van me vandaan op het schuurtje en hield me vandaar nauwlettend in de gaten.
Ik negeerde hem, las de krant, maakte toen een paar boterham­men in de keuken klaar en zette koffie. Bracht de boterhammen naar buiten en ging de koffie halen.
De reiger keek toe. "Afblijven hoor! dat is voor mij!" zei ik ten overvloede.
Dan gebeurde er van alles haast tegelijk. M'n reiger landde van 't schuurtje op de tafel. Ik gaf een nood­kreet maar kon met m'n koffie niet sneller lopen. Hij schepte met z'n snavel een hap brood van m'n bord, nam met z'n lange poten een aftrap en spoot een enorme flodder op m'n krant, net naast m'n boter­ham­men! En ik had het nakijken...
En 't is dat hij z'n snavel vol had, anders had ik hem horen lachen. Hij schold niet, geloof ik, maar ik wel!"

Clazien Faddegon.