DE GSM
ALS REDDER IN NOOD
Na een paar gezellige dagen bij mijn vriendin in N.O. Friesland (fijn er even tussenuit) bracht ze me naar de trein in Zwaagwesteinde. Jammer, het zat er weer op! In Leeuwarden moest ik overstappen op de Intercity naar Amsterdam. 't Was druk op de Vrijdagmiddag; maar ik kon nog een plaatsje vinden. Ik deed mijn rugzak, - de enig mogelijke bagage voor mij - moeizaam af, een tas kon ik niet dragen, laat staan een koffer. Een man tegenover me pakte hem aan en legde hem in het bagagenet. "O, alstublieft daar niet! die krijg ik er nooit meer af" schrok ik. "O, dan doe ik dat wel" stelde hij me gerust. "Waar moet U er uit?" "In Amsterdam pas." "Dat komt goed uit. Ik ook! Als ik het tegen die tijd vergeten ben, trekt U me maar aan mijn jas!" zo, dat was geregeld, maar nu viel mijn stok weer op de grond. De trein vertrok en al gauw reden we met een flinke vaart door het Friese land, dat ik in zoveel jaar niet meer gezien had. Ik was moe, misschien nog het meest door het dagenlang luisteren naar het fries, dat ik ontwend was. Aan zelf fries praten had ik op een paar woorden na, me niet gewaagd, voelde me al een hele held dat ik de gesprekken kon volgen. Plotseling ging de telefoon, ik werd wakker realiseerde me, dat een ander hem al had opgenomen en dat ik in de trein zat, want ik hoorde: "had je dan mee gewild? Dan had je dat moeten zeggen! Ik zit in de trein en we rijden net Akkrum voorbij! Ja, sorry hoor! Tot vanavond!" en met een zucht stopte de jongeman naast me zijn gsm weer in zijn zak. Even later ging weer een telefoon, nu in het andere compartiment. Gunst zo beleef je nog eens wat! ik was inmiddels klaar wakker, maar van dit gesprek kon ik niets verstaan en de stem aan deze kant van de telefoon klonk boos. "Dames en Heren, we naderen station Zwolle" klonk de stem van de conducteur uit de luidspreker. Weer ging ergens een telefoon, nu vlak bij. Met een krachtterm grabbelde mijn buurman (van de rugzak) in zijn tas en haalde daar zijn mobieltje uit. "Ja? wat? wat is er gebeurd?" hij schrok zichtbaar, zijn ogen wijdopen gesperd, stond op en beukte met zijn vuist op het raam, waar net de conducteur langs liep en zei door zijn gsm "ik zal mijn best doen, de trein stopt net in Zwolle". Toen vroeg hij mij de conducteur te roepen, er was iets heel ergs gebeurd! De rollen waren blijkbaar omgekeerd, eerst was hij mijn helper, nu had hij mijn hulp nodig. Hij had niet de vlugste uitgezocht om zijn boodschap over te brengen. Vóór ik overeind was, was de jongeman naast me al bij de deur en kwam met de conducteur terug. "Wat is er? De trein staat op het punt te vertrekken, hoor!" zei die. "Nee" kermde de man. "Ik moet er uit!!! Ik kreeg net een telefoontje, mijn vrouw heeft een ernstig auto-ongeluk gekregen! Ik moet terug naar Leeuwarden. Help me alstublieft! Wat moet ik doen?" "Nou, kom dan maar gauw mee, er komt zodirect een trein uit Amersfoort binnen, maar deze moet nu echt vertrekken. De man pakte zijn tas, de gsm gleed er uit en over de grond. Ik kon hem nog net pakken en stopte die in zijn tas, die nog openstond. Hij deed die dicht, pakte zijn jas en liep naar de uitgang, kwam net zo hard weer terug, haalde mijn rugzak uit het bagagenet en zei hijgend: "dat zou ik haast nog vergeten!" Ik was stomverbaasd hoe iemand in zo'n panieksituatie zijn hersens nog zo goed bij elkaar kon houden en riep hem achterna "sterkte ", maar betwijfelde of hij dat nog had kunnen horen. De jonqeman van het eerste telefoontje en ik keken uit het raam, ongerust of hij de conducteur nog zou kunnen inhalen. Terwijl die door zijn mobieltje praatte, wenkte hij hem druk gebarend naar zich toe en wees naar een trein, die aan de overkant van het station binnenreed. "He, he", zeiden we haast tegelijk, "wat een toestand!" Ik vind, dat in een tijd, waarin je zoveel met een telefoontje ziet 'spelen' zo'n gsm toch wel erg nuttig kan zijn. Clazien
Faddegon
|