DUBBELDEKKERS
MET HINDERNISSEN.
't Is
vervelend dat ik vaak zo moeilijk een afspraak kan maken, althans me
er zo slecht aan kan houden.
Dàn weer ligt m'n rug dwars, dàn weer nek of voet en soms alles tegelijk en dan kan ik het uitje helemaal wel vergeten. Maar goed, ik maakte een optimistische afspraak met de kinderen in Delft of ik Zondag mocht komen ... nee! niet halen!, ik ga met de trein! Schikt het jullie? Met mij? O, goed hoor! 'k Kan 't best en noemde de tijd waarop ik in Delft dacht aan te komen. 'k Zou 's morgens nog even bellen of ik het zag zitten, goed? Maar haal je me wel van het station? 't Ging prima, Bart was er met de auto en m'n kleinzoon kwam me op het perron tegemoet. 't Was een gezellige middag, ik ging nog een poosje op de bank liggen en na het eten werd ik 's avonds weer door Bart op het station 'afgeleverd'. De trein kwam al gauw binnen, zoals gewoonlijk een dubbeldekker. Die heeft bij ons nog lang een 'stapeltjestrein' geheten, door mijn kleinzoon als kleuter zo gedoopt. We vonden het een originele vondst, maar mochten van hem die naam al lang niet meer gebruiken. Bart en ik namen afscheid, hij hielp me instappen en ik ging voorzichtig de trap af naar beneden. 'k Heb altijd een hand te kort, in één hand m'n kruk en dan nog één hand over voor tas en leuning, 0 wat handig! En bij regen kan ik m'n paraplu wel thuislaten. 'k Zag een plaatsje bij het raam aan de kant van het perron, leuk! dan kon ik nog even naar Bart zwaaien. Maar ik vergat het ellendige drempeltje in die rot-dubbeldekker weer ('k ga ook veel te weinig met de trein om er aan te wennen!) en stortte zó bi j de man waar ik naast zou gaan zitten, met tas en kruk en al op schoot. Hij zag het aankomen (zei-ie) en ving me enigszins geschrokken op. Hilariteit bij andere passagiers en ik lachte maar mee als de spreekwoordelijke boer met kiespijn, nadat ik me verontschuldigd had. 'k Kon nog net zwaaien naar Bart's bezorgde gezicht en de reis verliep verder zonder zichtbare problemen, maar met pijn! Toen ik op Sloterdijk moeizaam overeind kwam, zei m'n buurman, die de hele tijd had zitten lezen:"Denkt U om het drempeltje?" Op 't stationsplein stapte ik, (met hulp van de chauffeur, die zorgzaam vroeg: "Lukt het?") in de gereed staande bus, ('k had pijn in m'n rug en inmiddels was elke stap er één te veel). We vertrokken meteen, een kwartier later was ik thuis, blij dat de bushalte sinds kort pal om de hoek was. Nauwelijks was de deur achter me dicht of ik hoorde de telefoon. 't Was Bart, dat dacht ik al. "Zeg Mam, als het nu volgens jou zo goed gaat, moet je wel uitkijken dat je niet alles meteen weer verknoeit hoor! Hoe is die valpartij afgelopen? "0, 't gaat wel hoor. Weet je wat ik net bedenk? Als ik nou eens elke Zondag kom? Dan krijg ik wat routine??? .. " Bart gaf hier wijselijk geen antwoord op, maar schoot in de lach. "Ja, wees nou maar voorzichtig! Anders durf ik je nooit meer alleen te laten reizen!" Ik legde de telefoon neer, nu kon hij me niet horen steunen en kreunen en ik strompelde naar de keuken, waar m'n pijnstillers lagen. 1/01. Clazien Faddegon. |