SUIKERBIETEN

"Hé, ik zie helemaal geen vrachtauto's met bieten staan! De sui­ker­bietencampagne moet toch al lang begonnen zijn!"
We reden over de spoorwegovergang bij Halfweg richting sui­ker­fabriek aan de Haarlemmerweg.
"Trouwens... er komt ook geen rook uit de fabriek. Wat zijn ze laat dit jaar!", constateerde ik verbaasd.
"Die fabriek is toch al lang gesloten, wist je dat niet?", zei Peter.
"Nee, sinds wij geen auto meer hebben, komen we hier nauwe­lijks meer."
"Weet je nog, hier in die suikerfabriek speelde zich destijds dat tele­visiestuk "de Fabriek" af. Misschien her­halen ze het nog wel eens. 't Is nou historisch!", opperde Iet.
"Hadden jullie dat nou ook, als je in 't najaar tijdens de bieten­cam­pagne hier langs kwam en die doordringende weeë lucht rook, dat je onwillekeurig aan de laatste oorlogswin­ter moest denken?"
"Ja, bietenpulpkoekjes!", viel Iet enthousiast in.
"Nou, en die glibberige, gladde binnenwegen, als 't re­gen­de, dat hoorde er ook altijd bij. Er werd dan op de ra­dio bij de ver­keers­informatie nog speciaal voor gewaar­schuwd."

Nieuwsgierig vroeg ik later zelf telefonisch inlich­tin­gen bij de fa­briek en hoorde dat de laatste suikerbie­tencampag­ne in het najaar van 1991 was gehouden. Sinds de oprichting van de fabriek in 1863 was er elk najaar zonder onderbre­king een campagne ge­start, uitgezonderd in de laat­ste oorlogswinter.

In die winter '44-45 toen suikerbieten in het hongeren­de westen in het distributierantsoen werden opgenomen, had iedereen name­lijk z'n eigen suikerbietencampagne thuis. Dag in dag uit rook je overal de weeë lucht van de bietenpulp, die urenlang op de nood­kachel­tjes stond te pruttelen. Wie het wat beter had, bleef het min­achtend "beestenvoer" noe­men, maar voor de noodlijdende be­vol­king was het een wel­kome aanvulling op de 500 gram brood die uiteindelijk nog maar per week werd verstrekt.
Omstreeks half januari 1945 kregen we voor de volgende distri­bu­tieperiode voor het eerst drie kilo suikerbieten per persoon (voor zover voorradig) en gingen we noodgedwon­gen zelf aan 't experimenteren.

Destijds wendde het ANP zich tot bevoegde autoritei­ten met een ver­zoek om inlichtingen: "Er waren beschouwingen verschenen over de verwerking van suikerbieten in brood, waardoor het mo­ge­lijk zou zijn het rantsoen te vergroten." Maar: "Rauw verwer­ken in het brood is geen succes (te zwaar verteerbaar). Wil men de bieten eerst koken dan kost dat te veel kolen, waar gebrek aan is en er is ook gebrek aan laad­ruimte, voor het vervoer van ko­ke­rij en maalderij naar bakkerij. Rantsoenverhoging door het ver­werken van suiker­bieten in brood is "vooralsnog" dus niet te ver­wachten" - aldus dit krantebericht van 3 februari 1945.

We aten wel meer bizarre dingen in die hongerwin­ter: bloembol­len (hoewel ze giftig waren), of brood, gebakken van gemalen spi­naziezaad. Dit kon aanleiding geven tot gevaarlijke darmver­stop­pingen, waarbij operatief moest worden ingegrepen, aldus een waarschuwing in de pers.
Maar wat doe je als je honger hebt? We lezen vol afgrijzen dat kin­deren in Somalië zand eten om het honger­gevoel te verdrij­ven. Vergeleken daarmee waren suikerbieten dus nog niet zo slecht.
En koekjes van bietenpulp (vermengd met wat meel - als je daar aan kon komen!) smaakten op een verjaardag bijvoor­beeld beslist niet minder lekker dan een punt boterkoek nu: 't is maar wat je ge­wend en hoe je verwend bent! Maar de karakteristieke wee-zoete lucht kreeg je het huis niet meer uit en die herkenden we later elk jaar tijdens de bieten­cam­pagne zodra we Halfweg nader­den.

De suikerbieten uit Noord- en Zuid-Holland gaan voort­aan voor ver­werking naar Groningen en Breda. Dat is ver van de Rand­stad en WO II is lang geleden.
Zal hier eindelijk de jaarlijkse suikerbietencampag­ne gehouden wor­den zonder gedachten-associaties aan oorlog en honger van toen?