MUZIKAAL AVONTUUR.

Laatst had Lieke haar kleinzoon van zeven op bezoek. Z'n vader moest met Opa voor een bespreking naar het Gooi en Martijn mocht meerijden naar Amsterdam om Oma zolang "aangenaam bezig te houden".
Ze deden wat spelletjes, hij mocht kiezen welke en na rijp beraad werd het "Barricade", waar hij zó bedreven in bleek te zijn dat Lieke twee keer grondig werd ingemaakt.
Voor een eventueel hiaat in de conversatie had Martijn met een vooruitziende blik een cassettebandje van thuis meegebracht, waar een potpourri van Kinderen voor Kinderen en iets van zijn favoriete Rolling Stones op stond. Hij mocht zelf de apparatuur bedienen.
Even hadden ze verschil van mening over het volume:"Nee Oma, het moet ècht veel harder, dán is het pas gaaf!"
Ze liet hem begaan en hoopte, dat de buren niet thuis waren. Daar hij sinds een poosje blok~luitles had vroeg Lieke of hij
er zin in had, iets voor haar te spelen: boven lag nog wel een fluit.
Enthousiast gingen ze samen de trap op. Ze zocht een muziekboekje met het prille begin van z'n vader, van ca 30 jaar geleden, maar
dat was geen succes, Martijn speelde liever uit z'n hoofd. Het werd "Sur le Pont d'Avignon", waarbij hij het dansen op de brug aanschou­welijk voorstelde.
Toen zag hij haar viool liggen ...
Z'n zusje Aafke had sinds anderhalf jaar vioolles en een half jaar later had Oma op hààr aandringen, na een onderbreking van bijna 30 jaar, haar viool weer opgepakt. Ze produceerde dan wel geen viool­concert van Mozart of iets uit een Symphonie van Haydn meer (maar dat hoefde ook niet), toch speelde ze na een paar maanden hard wer­ken inmiddels weer mee in een leuk orkestje.
"Oma", begon Martijn aarzelend en keek haar wat onzeker aan, "zou jij wel wat samen met mij kunnen spelen?"
"Nou, dat kan ik wel proberen! Uit dit boekje?"
"Nee, uit je hoofd, net als mij! Ik zal het even vóórspelen, ik weet iets leuks" en hij deed erg z'n best om "In een groen, groen groen, groen knolle- knolleland" ten gehore te brengen,voor zo'n kleine jongen een prestatie vond Lieke.
Ze nam haar viool, zocht de toonaard, waarin hij was begonnen
en probeerde mee te spelen, wat een beetje moeizaam ging, want op de meest onvoorziene momenten laste hij een rust in, om een volgen­de noot te zoeken.

Ze was niettemin trots op wat ze er samen van gebrouwen hadden.
Martijn zaagde echter snel een poot onder haar stoel vandaan, toen hij nadenkend vaststelde: "Ik kan toch wel merken, dat je nog niet zo lang speelt als Aafke. Zal ik vragen of mijn juffrouw hiervan voor jou een fotocopie wil maken? Ik heb het thuis in een boekje".
Ze kon z'n gedachtengang niet helemaal volgen en keek vermoede­lijk niet al te snugger.
"Wéét je wel wat een fotocopie is?" vroeg hij zó aandoenlijk lief, dat ze het onmogelijk kon laten hem even te knuffelen.
"Toe Oma, hoor nou even", weerde Martijn af, "als de juffrouw nou een fotocopie maakt stuur ik hem gauw naar jou op en dan kun je 't nog nèt instuderen vòòr je in 't week-end bij ons komt (dat was nl 't plan ... ) en dan kunnen we het samen spelen",
"Nee, jammer joh, dat concert gaat niet door, ik neem m'n viool niet mee in de trein, dat wordt me te veel gesjouw".
Martijn keek bedenkelijk en zei toen laconiek: "Tsja ... dan moet je 't zelf maar weten, Oma, maar als je je best niet doet, leer je het natuurlijk nooit".
"Hé, wat klinkt me dàt bekend in de oren!" bedacht Lieke lich­telijk geamuseerd. "Heb ik zoiets vroeger soms òòk tegen z'n vader gezegd?"

CLAZIEN.