OVER PLUTO EN ANDERE DIEREN.

De maand Mei eindigde bedroevend: nadat dagen lang de mussen van de hitte haast uit de bomen vielen, regende het bijna traditiegetrouw, toen de Engelse lesgroep haar jaarlijkse uitstapje hield ter afsluiting van het seizoen, naar Artis deze keer.
Van de ene dag op de andere was de temperatuur 10° gedaald en 't water viel met bakken uit de hemel.
"It's raining cats and dogs!" bracht één van hen haar engels tegen een paar Japanse toeristen in practijk, maar hun kennis beperkte zich tot een kleumend: "Holland! ... brr!"
In de gietregen voor de poort van Artis voelden de meesten ech­ter meer voor museumbezoek en winkelen in de stad, dat was tenmin­ste redelijk droog. Alleen Eefje met haar rheuma zag al dat lopen niet zitten. "Gaan jullie nou maar, we hoeven hier niet met z'n al­len te gaan zwemmen, ik red me wel. 'k Ga naar het Planetarium en 'k zie verder wel", praatte ze de anderen weer richting tramhalte.
Het restaurant van het Planetarium was gesloten en in de hal zaten honderden kinderen, voor een groot deel op de grond, drijfnat en zielig, maar gelukkig nog in staat tot een ontzettende herrie. Eefje vond één leeg stoeltje bij een paar grote jongens uit de brug­klas van een scholengemeenschap, met papieren die ze in hadden moe­ten vullen voor een speurtocht - de antwoorden waren bij de hokken te vinden. Maar de vragenlijsten waren doorweekt en vielen als pap uit elkaar en door de uitgevloeide inkt was alles onleesbaar. Ze hielden zich groot, zaten wat te mopperen over alle verspilde moei­te in de stromende regen, hadden toch óók begrip voor de biologie­leraar die alles voor niets had voorbereid. Ze gingen hem maar eens opzoeken, hij moest de tijd voor de Planetarium-voorstelling van 12 uur niet vergeten.
Daarna werd Eef door een klas 4- en 5-jarigen als Oma geadopteerd. De groep had 2 juffies en 1 moeder als begeleiding mee, ze konden nog graag een paar extra ogen gebruiken.
"Juf! Ik moet plassen!"
"Juf! Ik heb natte voeten!"
"Oma, kijk eens naar m'n nieuwe rugzak!"
De tijd tot de volgende voorstelling kroop voorbij. Om beurten gingen de jufs met enkele kleintjes naar de w.c.
"Hoeft nu echt niemand meer te plassen? Denk erom, als we straks in de zaal zijn, kan het niet meer!"
"Ja, ik juf!"     "Ik ook!"
"En ik vroeg het jullie nét nog!"
"Ja juf", maar toen hoefde ik nog niet!"
Een meisje kroop rillend bij Eefje op schoot. "Mag ik even bij je zitten? 'k Heb het zo koud!" 't Kind had blote beentjes en voet­jes in sandaaltjes, kort broekje en een klammig shirtje aan, zonder jasje of jack.
"Snapt U dat nou?" zei een juf verontwaardigd, "dezelfde kleren van gisteren toen 't zo heet was. Waar is zo'n moeder dan toch 's morgens dat ze dat kind zó de deur uit laat gaan?'k Heb er nóg zo'n paar, als dáár geen ziekten van komen!" Eefje wreef de voetjes van het kind een beetje warm en kreeg een "lekkere" kleeftoffie van een jochie dat even mocht uitdelen.
Toen was het tijd om met honderden anderen voor de deur van de filmzaal te gaan staan: dringend, duwend, gillend,schreeuwend. Eén jongetje hield Eefjes hand stijf vast."Mag ik naast je zitten,Oma?"
Onder een oorverdovend hoerageroep ging de deur open: door het gedrang van groteren dreigden er kleintjes onder de voet gelopen te worden. De jufs hielden hun grut met moeite bij elkaar, maar eindelijk zat iedereen. Eefjes buurmannetje heette Kees, vertrouwde hij haar toe.

't Was geen kindervoorstelling en de "oerknal" bracht ze even van streek. Ze hoorden over hemellichamen: o.a. Jupiter en Pluto.
"De hond van onze buurman heet ook Pluto!" schreeuwde Kees over de herrie heen.
't Meest positieve was dat ze allen warm en droog zaten, maar de inhoud ging grotendeels verloren. Eén maal ging het licht aan met de dreiging, dat de zaal ontruimd zou worden als 't niet stil werd. "Juf, ik kan niks zien!", zeurden een paar kleintjes, "'t is zo donker!". "Kijk maar goed naar boven, 't is donker omdat je anders de hemel niet kan zien!"
"Ik zit lekker naast een Oma, die alles vertelt",schepte Kees op.
    Aan het eind van de voorstelling verschenen nog eens alle plane­ten op een rijtje in de koepel: Venus, Mars, Jupiter, Saturnus en de kleinste,Pluto. "Ha, ha, die lijkt helemaal niet op een hond!" gilde Kees smalend. Toen ging gelukkig het licht aan en begon het gedrang naar de uitgang, waar de volgende horde al klaar stond en met moeite in toom gehouden werd.
    Hier raakte Eefje Kees en z'n hele groep kwijt en besefte dat ze aan koffie toe was. Wadend naar 't restaurant bij de vyver kwam ze nog enkele drijfnatte bezoekers tegen, die zich naar de uitgang haast­ten, verder leek de dierentuin uitgestorven. Ook 't restaurant maak­te een desolate indruk, vies en nat, papier, lege blikjes en etens­resten op de grond en de tafels: getuigen van intensief gebruik. Broodjes waren op, de koffieautomaat had het begeven, maar met hete chocola en een stuk kwarktaart zocht ze een niet ál te vies tafeltje in de inmiddels haast lege, immense zaal.
    Toen er 2 mussen op de rand van haar kopje chocola zaten en ze moeite had de honderden andere weg te jagen en haar taart alléén op te eten, realiseerde Eefje zich, dat dit de enige dieren waren die ze in heel Artis had gezien!
Overigens was ze benieuwd of haar cursusgenoten ook zo'n avontuurlijke dag gehad hadden.

                                        CLAZIEN.