FEEST OP DE DREMPEL VAN HET NIEUWE JAAR.

Het meisje dat sinds 2 maanden voor taxi-chauffeur speelde, reed op dàt deel van de route tussen Amsterdam en Mijdrecht, dat ze kende nu en dan 120 waar 70 was toegestaan; de rest met omwegen, stoplichten op rood en mobilofo­nische begeleiding van de taxicentrale, als ze het helemààl niet meer zag zitten. En een paar minuten vóór twaalf stonden we lichte­lijk in paniek voor het moderne gemeentehuis van de Ronde Venen, waar mijn broer op deze Oudejaarsdag om twaalf uur zou trouwen.
Dat Angèle met hond(je) ons tegemoet kwam was een onbeschrijf­lijke opluchting. We hadden nog nèt tijd om buiten adem bruidspaar en familie te begroeten, vóór de ambtenaar van de burgerlijke stand kwam binnenhollen. Hij had, zo vertelde de kleine, vriendelijke man het verzoek gekregen geen toespraak te houden.
Dus ging hij na de officiele begroeting van het bruidspaar, de moe­der van de bruid en de getuigen, Angèle en Arjen, meteen over tot het geijkte protocol.
"Heden verschenen voor mij, ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente de Ronde Venen, Albert Jacob Keizer, zoon van enz. en Johanna Christina Drenth, dochter van enz. enz. met het doel een" huwelijk aan te gaan".
"Mag ik U verzoeken op te staan, elkaar de rechter hand te geven en mij te antwoorden op de volgende vragen: ... enz. enz."
en nadat beiden nadrukkelijk hadden beloofd elkaar tot man en vrouw te nemen en de verplichtingen die de wet aan het huwelijk stelt na te zullen leven, mochten ze de trouwacte nog niet tekenen, want die scheen niet juist te zijn. Er moest iets aan veranderd, c.q. ver­beterd of toegevoegd worden en opgewekt huppelde het ambtenaartje ermee de trouwzaal uit. Wat er niet klopte bleef een raadsel, had hij een verkeerde akte meegebracht? Had hij dus alles uit z'n hoofd geciteerd?
Na terugkomst ontdekte hij met schrik, dat hij nu de omslag had laten liggen en lachend verdween hij voor de tweede keer.
Eindelijk mocht het bruidspaar z'n handtekening zetten, 2 x liefst en daarna de getuigen.
Hij had kans gezien van de officiële, vaak zo stijve ceremonie
een vrolijke klucht te maken, waar iedereen, hij zelf niet het minst, plezier in had. Op zijn vraag aan Sjoerd, hoe hij het vond, anwoordde deze:"Komisch!", waar wij het van harte mee eens waren.
Jelle, z'n professionele fotoapparatuur in de aanslag,legde alle gewichtige momenten, zoals het plaatsen van de handtekeningen,vast, maar ook de eerste zoen als man en vrouw, die bruid en bruidegom, gestimuleerd door de ambtenaar, elkaar gaven; verder het elkaar aanschuiven van de ringen en het overhandigen van het trouwboekje met z'n mooie, gecalligrafeerde tekst, door ons allen bewonderd. (gemaakt door een bijstandsmoeder, vertelde de ambtenaar trots). Prachtig!! (met plaats achterin voor 9 nazaten, ontdekte Witte, waarna de man toezegde, dat ze bij de tiende een nieuw boekje gratis konden krijgen).
Toen alle formaliteiten vervuld waren, stelde het onvermoeibare, beweeglijke ambtenaartje (die op mij de indruk maakte, constant aan het snelwandelen te zijn), vóór, groepsfoto's op de trap te maken, waar Jelle direct voor te vinden was. Hij mocht zelf het toestel van Jelle even vasthouden en maakte er twee, waar Jelle nu dus óók
op kwam, een bewijs dat hij erbij aanwezig was geweest.Maar we zijn bang, dat - gezien zijn afmeting - in ieder geval de bovensten op de trap zijn onthoofd.

Na wat zoeken naar de jassen (inmiddels was nl het hele rek op wieltjes verplaatst) en een vrolijk afscheid van deze zeer sym­pathieke huwelijks-makelaar, gingen we de vrieskou weer in, waar het carillon op het Raadhuisplein juist speelde (wel of niet spe­ciaal voor ons, was me niet duidelijk).
Witte en ik + Arjen (die met de bus was gekomen), konden met Jelle en Bep meerijden. Dorieke en Sjoerd met de andere wagen, waarin Ab en Anja, Angèle en Mevr.Drenth, inclusief de 2 hondjes:
Tessa, het dwergpinchertje en Bas het poedeltje.
We waren elkaar direct al kwijt, maar misschien was 't ook niet de bedoeling geweest samen op te rijden.
Wij reden met Jelle een avontuurlijke route ("op 't gevoel",zei hij, zich op de zon oriënterend waar Alphen ergens moest liggen). Beslist niet via de vlugste maar wel de mooiste weg door het prach­tige winterse landschap en tussen witberijpte landerijen door. Langs bevroren sloten waar al op geschaatst werd en de Kromme Mijdrecht, een zeer toepasselijke naam voor een riviertje met zó veel kronkelende, slingerende bochten. Een route vol verrassingen of en hoe we in Alphen terecht zouden komen, wat uiteindelijk, met behulp van Bep, die diverse kaarten raadpleegde, lukte. We werden in Hotel Restaurant Toor bij het station voor het diner verwacht, maar moesten daartoe wel eerst het station zien te vinden en toen nog een parkeerplaats.
Toch waren we niet de laatsten, want Ab moest nog naar z'n huis om de muziekinstrumenten te halen en zich te verkleden en Angèle ging de hondjes uitlaten.
In zijn bordeaux-rode korte jasje zagen we Ab even later voor een ober aan, maar de echte ober bleek met een modern gilet anders uitgedost te zijn.
Bij de ingang waar we onze jassen in de vestiaire kwijt konden (na afloop heerlijk warm, want ze hingen boven een radiator), lazen we op een bord dat zaal Annabella II voor Mevrouw Drenth was gere­serveerd.
Hier ontmoetten we fagottist Hans Vlek met z'n vrouw (met óók een dwergpinchertje - de moeder van Tessa- ) en fluitiste/zangeres Jojo van Roy, vrienden/collega's van Ab van héél veel jaren geleden. Met z'n drieën hadden ze destijds het inmiddels al 37 jaar lang bestaande Mozart Blaas Trio opgericht.
(Jelle kon zich herinneren dat hij als jongetje van een jaar of 7 hoorde: "Sstt! Luister eens! Oom Ab op de radio!").
Na een aperitief gingen we aan de feestelijk gedekte tafel.Onze namen stonden op de menu's. Handig! Het probleem: waar zal ik gaan zitten? was al opgelost.
En in de loop van de middag bleek dat alles nog lekkerder smaak­te dan de namen van de gerechten op het 5-gangen menu suggereerden.
Inmiddels kwam ook de van origine Spaanse pianist Domingo, die voorstelde tijdens het diner voor een muzikaal onthaal te zullen zorgen, hij had pas geluncht en had toch voorlopig nog geen trek.
Maar na een verrukkelijke vis hors d'oeuvre (de vegetariërs kregen een slaatje) en een heerlijke soep (dubbelop:champignons mèt aspergepunten!) werden we vergast op een zó grote verscheiden­heid aan soorten muziek in zóveel combinaties, dat ons obertje la­ter zei, nog nooit een diner te hebben meegemaakt met zóveel mu­zikaal talent. Elke keer als hij binnenkwam om iets op te dienen of af te ruimen waren er weer een paar anderen aan het spelen.

Allereerst het Mozart Blaas Trio in z'n oorspronkelijke vorm (de muziek hetzelfde, de spelers uiteraard verouderd in de loop van al die jaren). Angèle en Ab speelden samen hobo en althobo, Jojo van Roy zong spaanse liederen, aan de piano begeleid door Domingo, die de hele middag kans zag, ondanks de bedroevende kwaliteit van het instrument er iets fantastisch uit te halen.
Heel moedig waagde Dorieke zich met Domingo aan een paar delen van een vioolconcert van Rieding en ik moest even denken aan heel veel jaren geleden, toen ik, elf jaar oud, een balletklasje mocht (of moest?) begeleiden en daar alleen toe te bewegen was, als ik onzichtbaar voor het publiek, achter een scherm mocht staan spelen. Daarna begeleidde Domingo ook Sjoerd, die met z'n saxofoon met ken­nelijk plezier een paar stukjes ten gehore bracht en later elk mo­ment als er niemand speelde op de piano zat te "preluderen".
Tot slot Ab en Domingo samen viool en piano en ik stelde me voor dat ze zó met groot succes ook elders op bruiloften en partijen op zouden kunnen treden.
Na het hoofdgerecht met varkenshaasje 't overhandigen van de ca­deaux en als dessert geflambeerde kersen met zalig ijs en koffie toe. Toen was al 't heerlijks op en de middag bijna om.
De avond in de Rozenstraat was gezellig,met allerlei lekkere hap­jes, oliebollen en appelbeignets, waar Anja ons constant mee liep
te verwennen. Spelletjes met o.a. een avondvullend Monopolie-spel waar Bep als bankier en Arjen als makelaar de financiele touwtjes strak in handen probeerden te houden, maar Angèle uiteindelijk met de hele poet er vandoor ging.
En Sjoerd ging heel verstandig een poosje slapen, want het was een lange dag.
Zo vloog de avond om en met de t.v. aan om het juiste tijdstip van de jaarwisseling in de gaten te kunnen houden, hoorden we de laat­ste vijf minuten van Freek de Jonge, die, leek het wel speciaal voor Ab en Anja, eindigde met:
De huwelijksnacht is afgelopen
Klaar gleed de brui'gom van zijn bruid
En zij dacht onbevredigd
Zo gaat een nachtkaars uit.
(als de bruidegom het niet bewust had herhaald, zou ik het hier nu niet durven citeren!)
Met de gordijnen een eindje open zagen we wat van het immense vuurwerk en lieten de kurk van de champagnefles knallen voor we ekaar een gelukkig nieuwjaar wensten en toedronken.
Om 1 uur aanvaardden Jelle, Bep en kinderen de terugtocht naar Delft. Pas veel later realiseerden we ons welke risico's ze hadden gelopen in de dichte mist, versterkt door de rook van 44 miljoen gulden aan afgestoken vuurwerk, waarin het zicht soms maar 5 meter was en 400 auto's op elkaar waren geknald, 4 doden vielen en meer dan 100 gewonden. Een ontluisterend begin van 1993!!
Op dat moment lagen Witte en ik echter al zààlig in wat het huwe­lijksbed had horen te zijn, terwijl het nieuwbakken echtpaar verban­nen was naar de bruidssuite in het buurhuis.
Op Nieuwjaarsdag probeerden we de draad van het normale leven weer op te pakken, lieten met gewetensbezwaren Anja met de troep achter, terwijl Ab ons in een rustig tempo (langs de voor hèm wél bekende route) naar Amsterdam terug reed.
We hopen dat het bruidspaar het net zo'n geslaagde, onvergetelij­ke, grandioze dag heeft gevonden als wij en wensen hun nog veel ge­lukklge, gezonde jaren!
CLAZIEN.