HET EIND IS ZOEK.
Op het verleden jaar 'aangepaste', maar toch nog gevaarlijke kruispunt werd de wat aarzelend overstekende vrouw bijna geschept. Een golf van schrik ging door de rij wachtende passagiers op de tramhalte. "Die idioot reed minstens 100!" "Er moeten hier stoplichten komen!" "Helpt niets, ze moeten meer controleren!" Het voorwerp van de consternatie stond intussen, zichtbaar van streek, naast me. "Dat scheelde weinig", stamelde ze, angst nog in de ogen. Ik legde even m'n hand op haar arm. "Laat die snelheidsmaniakken toch voorgaan! Kalm nou maar! U bent er nog!" Met veel geraas en opwaaiend stof stopte de tram op de halte en we stapten in. Bijna als vanzelfsprekend bleef ze bij me. "t Was misschien ook wel een beetje m'n eigen schuld. Ik lette niet op, geloof ik. Ik kan er eerlijk gezegd niet veel meer bij hebben". 't Was zo duidelijk een vraag om aandacht dat ik het tijdschrift dat ik net uit m'n tas wilde halen, maar liet zitten. "Problemen?" waagde ik. We knarsten en piepten rond het circuit: een slechtere gelegen om je zorgen met iemand te delen was ternauwernood denkbaar. Ook toen verderop de tram weer vaart had, was een gesprek eigenlijk onmogelijk. Ik begreep echter dat ze net als ik naar het ziekenhuis moest, zij op bezoek bij haar man, die daar lag na een hersenbloeding. De eerste weken waren zeer kritiek geweest: men had haar gevraagd of hij misschien een wilsverklaring had ondertekend?...maar dat was niet het geval. Inmiddels in het ziekenhuis wenste ik haar sterkte en ging naar de etage waar ik voor onderzoek moest zijn. Een uur later liep ik haar beneden in de hal weer tegen het lijf. "He!! Dat moest zo zijn! Dat is geen toeval!" kwam ze me blij tegemoet. "Hebt U even tijd? Mag ik U een kopje koffie aanbieden?" Ze had kennelijk een klankbord nodig en ik bedacht: "Heb ik haast? Wat eten we vanavond? ... och, vooruit maar! en zei: "Graag! Ja, 'k heb wel even tijd!" We zochten een rustig bankje,waarna zij koffie ging halen, met koek. "Wat een verwennerij!" accepteerde ik het lekkers. Deed m'n jas uit en vroeg:"Hoe was Uw man?" "Geen enkele verbetering. Hij ligt nog steeds aan allerlei slangen en een infuus. Zodra hij van de apparatuur af kan, zullen ze een plaats voor hem in een verpleegtehuis zoeken, zeggen ze. Weet U, wat ik nou het ergste vind?... Nog geen maand geleden zei hij, naar aanleiding van een soortgelijk geval van een onze kennissen: "Als mij dit zou overkomen, moeten ze me maar een spuitje geven! De groei van de medische techniek moet niet betekenen dat "wat kan" ook "altijd moet". Zo zou ik niet verder willen leven!" "We zouden al lang eens werk maken van een euthanasieverklaring, maar ja, je voelt je gezond en denkt: “O ja, dat moet ook nog eens...” Maar zoiets moet je niet uitstellen: zodra je het met jezelf en met elkaar eens bent dat dat je keus is, moet je er voor zorgen dat je papieren in orde zijn, want een week later lag hij zelf met een beroerte in het ziekenhuis. En hij is er veel slechter aan toe dan die kennis van ons. Want die kan praten en zit al weer naast z'n bed. Maar mijn man kan helemaal niets... 't Is een wonder dat hij nog leeft! Of nee dat zeg ik verkeerd. 't Was beter geweest als hij niet meer had geleefd, dan was hem dit bespaard gebleven... " "Hebt U nu al werk gemaakt van Uw eigen euthanasieverklaring" onderbrak ik haar. "Nee", zuchtte ze, "ik ben er nog niet aan toe gekomen, weet ook niet hoe ik het aan moet leggen.'k Sta overal alleen voor, ook voor giro's enz. Dat deed mijn man altijd. Nu pas zie ik hoe dom het was dat ik dat helemaal aan hem overliet." "Hebt U kinderen?" "Ja, 2 zoons. Een in Engeland en een in Brabant. Ze zijn beiden al een paar keer over geweest, maar de afstand is veel te groot. Ik kan en mag niet op ze rekenen. Ik moet alles zelf doen, wist ik maar hoe en wat eerst!" "Wat is nu, op dit moment, het belangrijkste waar U mee zit?" Kan ik U ergens mee helpen? Zeg het maar?" Vergat ik al m'n eigen goede voornemens om het wat kalmer aan te gaan doen.... "Ik wil dat ze mijn man waardig laten sterven, dit had hij niet gewild!" snikte ze, "maar hoe bereik ik dat?" "Ik zou allereerst contact opnemen met de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie in de Emmastraat, ze staan onder de E vetgedrukt in het telefoonboek, makkelijk te vinden. Een contact tussen U en iemand van de ledenhulpdienst kan binnen enkele dagen geregeld worden. Zij kunnen U vertellen of er in het geval van Uw man misschien nog iets mogelijk is. Ik wil U niets opdringen hoor, maar ik zou dan toch ook maar meteen een euthanasieverklaring voor mezelf aanvragen, U lag zopas al bijna onder een auto!" Ze lachte even. "En heel belangrijk: Hoe staat Uw huisarts er tegenover?" En toen ze haar schouders ophaalde: "Zie daar ook zo gauw mogelijk achter te komen. Als hij Uw verklaring niet wil accepteren, moet hij U naar een andere arts verwijzen. En vergeet vooral niet er met Uw kinderen over te praten!" We hadden de koffie op en ik bracht haar naar de tramhalte, moest zelf nog even een boodschap. We boften: er kwam een tram aan: ze kon hem nog net halen. "Als ik er niet meer uit kom, mag ik U dan om raad vragen?" vroeg ze, nog op de treeplank. "Natuurlijk!! Sterkte hoor!" De deuren zoefden dicht en ik zwaaide haar na, stond toen van schrik als aan de grond genageld! ...we kenden elkaars naam noch adres!! Clazien Faddegon.
|